Het Wereld Natuur Fonds in Finland heeft de afgelopen dagen een bijzondere actie uitgevoerd voor de ernstig bedreigde Saimaarob. Op het ijs van het uitgestrekte Saimaameer veegden vrijwilligers sneeuw op grote hopen, zodat de zoetwaterzeehonden holen kunnen maken voor hun pups. Er ligt zo weinig sneeuw dat de helft van de pups deze winter dreigde te sterven, omdat ze geen beschutting hebben tegen roofdieren.
De Saimaarob heeft sneeuwholen nodig om haar pups in te baren en ze bescherming te bieden. De laatste jaren ligt er echter te weinig sneeuw op het ijs. Door de opwarming van de aarde vriest het meer in Zuidoost-Finland later dicht en dooit het eerder in de lente. Ook smelt de sneeuw op het ijs eerder weg. Later deze week worden bijvoorbeeld temperaturen boven het vriespunt verwacht. De situatie is inmiddels zo verslechterd dat de laatste 360 Saimaarobben een helpende hand nodig hebben.
Noordpool in het nauw
De situatie op het Saimaameer laat zien wat in delen van de Noordpool kan gebeuren. De laatste drie jaar waren wereldwijd de warmste ooit gemeten en op de Noordpool stijgt de temperatuur gemiddeld twee keer zo snel als gemiddeld op aarde. In januari bereikte het oppervlakte zeeijs op de Noordpool opnieuw een recordminimum. Dieren die afhankelijk zijn van zeeijs, zoals ijsberen, ringelrobben en walrussen, komen vaker in het nauw.
De reddingsactie voor de Saimaarobben heeft voorlopig succes. Onderzoek in voorgaande jaren wees uit dat alle pups die werden geboren in de handmatig aangelegde sneeuwheuvels de winter overleefden. Maar het aanleggen van sneeuwhopen is geen definitieve oplossing. Om het voortbestaan van de dieren veilig te stellen moet klimaatverandering worden aangepakt en de belangrijkste natuurgebieden op en rond de Noordpool worden beschermd.
Bekijk hieronder een reportage van de actie van WNF:
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
2 Comments
Comments are closed.
Toppers !!
Mooi dat deze mensen dit doen. Maar ook triest dat het nodig is.
Hoog tijd om eindelijk de klimaatopwarming eens wereldwijd serieus aan te gaan pakken, dus niet met een paar procentjes meer duurzame energieopwekking over 10 jaar, maar kordaat en structureel op alle vlakken die het veroorzaken en met alle mogelijkheden die het tegen kunnen houden.