Er zijn al heel veel zwerfkatten en elke dag komen er nestjes bij. Als je bedenkt dat maar liefst 80 procent van de totale kattenbevolking als zwerfkat leeft, snap je dat maatregelen genomen worden, ook in Nederland. De praktijk heeft al lang aangetoond dat maar één oplossing werkt in het terugdringen van de aantallen: sterilisatie. Maar deze operaties zijn relatief duur en omslachtig. Biedt de ‘prikpil’ uitkomst?
Het is moeilijk te zeggen hoeveel zwerfkatten er precies zijn, maar schattingen gaan uit van 480 miljoen (dat is 80 procent van de totale wereldkattenbevolking!). In Nederland gaat het om een aantal van ergens tussen de één en drie miljoen. Bekend is dat er jaarlijks meer dan 100.000 afstands- en zwerfdieren in het asiel terechtkomen en dat het aantal zwerfkatten blijft groeien. Ook is bekend dat slechts 3 procent van de nestjes van een fokker komt, verreweg de meeste kittens worden geboren in huiselijke, particuliere kring.
Problemen zwerfkatten
Een deel van deze kittens was onvoorzien, of misschien zelfs ongewenst. Katten die in het wild geboren worden, kunnen zich nog redelijk redden, die zijn geen huissituatie gewend. Maar katten die vanuit een huis op straat belanden, hebben het moeilijker. Zonder zorg of opvang hebben ze het zelf zwaar, maar ze veroorzaken ook geluidsoverlast, stank en ziekten bij mensen. Alle reden dus om de populatie in de gaten te houden, onder meer door ongewenste geboortes te voorkomen.
Afschieten is geen oplossing
Dat kan kwaadschiks. Zo mogen jagers in Friesland tegen het besluit van de Tweede Kamer en een nationaal verbod in, nog steeds zwerfkatten afschieten. De provincie weigert gewoon het verbod na te leven. Dat is dus geen alternatief, en al helemaal als je weet dat vangen, steriliseren en terugplaatsing veel beter werkt. Waar de kogel slechts één kat raakt, voorkom je met sterilisatie hele generaties.
Petitie: Stop het doodschieten van zwerfkatten in Friesland!
Kattenprikpil
En juist op dat vlak is nieuws: er zijn goede resultaten geboekt met een (hormoon)injectie die de katten onvruchtbaar maakt. Katten die een hoge doses kregen, vertoonden minder krolgedrag en kregen ook na twee jaar geen nestjes meer. Katten met een lagere dosering kregen na drie wel weer kittens, zij het minder dan voorheen. Wetenschappers weten niet precies waarom individuele katten verschillend reageren op de hormonenspuit. Meer onderzoek zal daarom nodig zijn.
Griekse zwerfkatten
Ook buiten Nederland wordt veel gedaan aan de groei van de zwerfkattenpopulatie. Vaak gaat het om particuliere initiatieven, of buurtgemeenschappen, waar gezamenlijk wordt gezorgd voor de katten op straat. Ze worden gevoed, ze krijgen medische zorg en als het enigszins kan worden ze door een dierenarts gesteriliseerd.
Een mooi voorbeeld van een dergelijk initiatief is Animal Protection Aegina and Agistri, actief op de twee eilanden direct onder Athene. Na vele jaren inzet en hard werk is op het eiland een hecht netwerk ontstaan van mensen die voor de zwerfkatten (en zwerfhonden) van het eiland zorgen. Zou de ’kattenprikpil’ ook voor hen een uitkomst zijn? Elizabeth Koubena, bestuurslid van het eerste uur, liet AnimalsToday weten wat ze er van vindt:
“Ik herinner me dat al zo’n jaar of twintig geleden sprake was van chemische castratie voor mannetjeskatten, een Amerikaanse dierenarts kwam erover praten. Maar onze dierenartsen waren, net als de meeste Europese dierenartsen destijds, niet erg enthousiast. Dat is nog steeds zo. Nu gaat het om een injectie voor poezen, maar ik vrees dat we eerst moeten zien en dan geloven. Hoe zit het met bijwerkingen? Zijn er complicaties? We weten het niet en wachten de ontwikkelingen af.
We zijn natuurlijk wel geïnteresseerd, want zoals we het nu doen: vangen, verdoven, opereren, en weer vrijlaten, is erg arbeidsintensief en duur. Niet iedereen is daartoe in staat. Het zou voor ons én voor de vaak bange katten veel prettiger zijn als we het met een prikje op straat konden regelen. Maar zolang de dierenartsen nog niet overtuigd van de werking en veiligheid van de injectie blijft het voorlopig nog toekomstmuziek.”
Bron:
©AnimalsToday.nl Laura Lancée