De postnatale zorg die Afrikaanse olifantenmoeders geven, zoals voeden en verzorgen, heeft consequenties voor hun jong die loopt tot in hun volwassenheid.
Onderzoekers ontdekten een verband tussen de kwaliteit van de moederlijke zorg in de eerste twee levensjaren van een jong, en een verminderde groei en vertraagde volwassenheid. De onderzoekers voegde eraan toe dat ook de verwachte klimaatverandering en het verlies van leefgebieden een grote invloed heeft op de soort. Details van de bevindingen verschijnen in het tijdschrift Biology Letters.
“Vroege, moederlijke zorg in de eerste twee levensjaren heeft eigenlijk voor meer dan 40 jaar invloed op de overlevingskansen van een olifant. Het heeft langdurige gevolgen”, aldus co-auteur Phyllis Lee van de Universiteit van Stirling. “We zijn geneigd dit probleem over het hoofd te zien: hoe dieren net als mensen op zeer lange termijn reageren op ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen in hun leven.”
Professor Lee en haar collega’s van het internationale team van onderzoekers, leggen uit dat onervaren moeders hun jong vaak van ‘ongepaste zorg’ voorzien. “Vaak zijn ze niet alleen onervaren, maar als een olifant baart op 10 tot 12-jarige leeftijd, is ze klein, zodat ze niet over de juiste fysieke middelen beschikt ten behoeve van het jong. Dat heeft onmiddellijke gevolgen: de stervenskans voor de baby’s is groter, maar de baby’s die wel overleven zijn voor de rest van hun leven in het nadeel, in het bijzonder de mannetjes.”
Deze nadelen omvatten onder meer vertraagde seksuele en lichamelijke ontwikkeling. “Dat is met name het geval voor de mannetjes, die minder groot groeien dan de gemiddelde volwassenen”, vertelde Professor Lee aan BBC News.
“Als gevolg daarvan komen ze later in een reproductieve toestand, en omdat ze nooit helemaal zo groot zullen worden als hun leeftijdsgenoten, blijven ze altijd in het nadeel wat reproductie betreft. Als je een aantal jaren van je reproductieve potentieel verliest omdat je levensduur niet zo lang is, verlaagt dat je reproductieve succes drastisch.”
‘Reproductieve staat’ verwijst naar een periode waarin de klieren van de stieren opzwellen. Uit deze klieren loopt een sterk ruikende vloeistof, rijk aan testosteron, naar beneden over hun wangen. Tijdens deze staat zijn mannetjes zeer agressief en seksueel actief.
Professor Lee legde uit dat vrouwelijke Afrikaanse olifanten (Loxodonta africana) vanaf ongeveer 10 tot 12 jaar in staat zijn om te bevallen, maar mannen zijn niet geslachtsrijp tot een leeftijd van 25 tot 30 jaar. “De reden dat dat zo laat is, is omdat de fysiologische kosten van de reproductieve staat zo hoog zijn. Ze moeten echt groot, sterk en taai zijn.”
Professor Lee legde uit dat goed onderhouden, hechte sociale banden die olifanten vormen met andere individuen in de groep, uitzonderingen vormen op de regel.
“Jonge olifanten hebben goede overlevingskansen in de startfase van hun leven wanneer ze een moeder hebben die deel uitmaakt van een groep of wanneer ze een zeer slimme leider hebben,” zei ze. “Dat zijn de twee belangrijke factoren die helpen om mama’s eerste kindje te laten overleven. Onervaren moeders die een moeder of grootmoeder in de groep hebben, zijn veel beter af dan onervaren moeders zonder sociale steun.”
Professor Lee voegde eraan toe dat door de mens veroorzaakte druk, zoals de jacht, samen met de verwachte klimaatverandering en verlies van habitat de dynamiek van olifantenpopulaties kunnen veranderen en de toekomst van de soort op lange termijn in gevaar brengen. “Bij gebrek aan door de mens veroorzaakte sterfte, heb je nog steeds de gevolgen van antropogene veranderingen in de omgeving,” vertelde ze.
“Dit betekent dat hoe meer droogte we moeten doorstaan, hoe meer first-time moeders hun baby’s moeten grootbrengen zonder sociale steun, zodat we weer meer dieren verliezen gedurende hun leven. Dit zal de groepssamenstelling wijzigen, het verandert kennisstructuren, het verandert sociale steun, en het verandert de overlevingskansen van ieder individu in die hechte groepen.”
Bron ©PiepVandaag.nl Isabelle Oostendorp