De commerciële walvisvangst in de jaren ‘70 dreef bultruggen in de wateren rond zuidelijk Afrika bijna tot uitsterven. Nieuw onderzoek toont aan dat er nu in het gebied weer meer van deze walvissen zijn dan iemand ook maar had verwacht.
Na bijna twee eeuwen vol walvisjacht was de populatie bultruggen in de westelijke Indische Oceaan eind jaren 70 geslonken naar minder dan 600 dieren. Uit voorlopige gegevens die onlangs zijn vrijgegeven blijkt dat er nu weer meer dan 30.000 bultruggen in de westelijke Indische Oceaan zwemmen.
Een team onder leiding van marien bioloog Chris Wilkinson, technisch manager van het ‘Mammal Research Institute’ aan de Universiteit van Pretoria (Zuid-Afrika), heeft vorig jaar van eind juni tot begin augustus het aantal bultruggen in één populatie onderzocht, door ze te tellen terwijl ze langs Cape Vidal aan de oostkust van Zuid-Afrika zwommen. De walvissen migreren elk jaar van voedselgebieden in Antarctische wateren naar broedgebieden in de buurt van Mozambique. Uit hun onderzoek van 2018 en gegevens van voorgaande jaren, voorspellen de onderzoekers dat er een populatie van meer dan 30.000 bultruggen in de gehele westelijke Indische Oceaan zwemt.
Bijna 200 jaar walvisjacht
De Europeanen en Amerikanen begonnen al rond 1790 met walvisjacht rond zuidelijk Afrika. Potvissen, noordkapers en bultruggen werden gedood voor hun baleinen – die toen als het ware functioneerden zoals nu plastic – en blubber, wat in olie kon worden omgezet voor lampen en industriële machines.
De walvismigraties waren zo voorspelbaar dat men elk seizoen terugkeerde naar dezelfde baaien om daar te wachten tot de dieren verschenen. Elk schip kon meer dan 24 walvissen oogsten per reis. Dat aantal groeide met de ontwikkeling van lokale faciliteiten op het land in plaatsen als Durban, een stad waar in 1912 zo’n 6 walvisverwerkingsfabrieken stonden. Ook droeg de komst van fabrieksschepen, die het verwerkingswerk op grotere schaal volbrachten terwijl ze op zee bleven, verder bij aan een steile populatie daling in de decennia voor en na de Tweede Wereldoorlog. Er werden toen elk jaar duizenden bultruggen verspreid over het zuidelijk halfrond gedood.
In 1979 ondernam Zuid-Afrika eindelijk actie en verbood het de commerciële walvisvangst. Tegen die tijd was de bultrugpopulatie in de westelijke Indische Oceaan bijna uitgestorven tot zo’n 300 tot 600 dieren.
Daarom gaat het zo goed
Volgens Harris heeft de groei van de populatie bultruggen eventueel te maken met het feit dat de mens wel op de walvissen jaagden, maar niet op hun voedsel. Als gevolg hiervan hadden de walvissen die de walvisjacht hebben overleeft zowel genoeg voedsel als genoeg tijd om de populatie weer omhoog te brengen. Volgens Ari Frieslaender, een marien ecoloog van de University of California, Sante Cruz, die bultruggen heeft bestudeerd in Antarctica, groeien ook andere bultrug populaties in de Zuidelijke Oceaan:
“Bultruggen hebben een centraal broedgebied, het is gemakkelijk om een partner te vinden en er is weinig concurrentie om voedsel. Het recept voor een snelle populatiegroei is precies daar”.
Bron:
©AnimalsToday.nl Joy de Vos