Het gaat voorzichtig wat beter met de bedreigde berggorilla in de aangrenzende Afrikaanse landen Congo en Uganda. Afgelopen week maakte WWF dit heuglijke feit bekend. De internationale natuurbeschermingsorganisatie hoopt dat, met genoeg inzet, meer bedreigde diersoorten van de afgrond gered kunnen worden.

berggorilla's
Populatie berggorilla’s in Congo en Uganda groeit nog steeds | Foto: pixabay

De zeldzame berggorilla leeft in een politiek instabiel gebied, dat ernstig te lijden heeft onder gewelddadige conflicten tussen mensen. Dat heeft ook zijn weerslag op de dieren die door de steeds oplaaiende conflicten in het gedrang komen.

Naast de toch al onveilige situatie in de regio, zijn ook stropers actief op jacht naar berggorilla’s en kunnen de apen besmet raken met het voor mensen levensbedreigende ebolavirus. De apen moeten zo aan flink wat gevaren het hoofd zien te bieden.

En toch, ondanks al deze bedreigingen, steeg het aantal berggorilla’s in de twee buurlanden het afgelopen jaar. Waar in 2011 bij een telling 400 dieren werden genoteerd, telde men in 2019 al 459 dieren. De stijgende lijn, die de afgelopen jaren al werd waargenomen, zet daarmee door.
Een ander natuurgebied waar de grote mensaap nog voorkomt is het bekende Virunga National Park. Dit grotere gebied herbergt nog eens 604 berggorilla’s. In totaal is er in de grensgebieden tussen Congo, Uganda en Rwanda daarmee een populatie van 1.063 dieren bekend.
“Het betekent dat we soorten nog kunnen redden, zelfs als die bedreigd zijn”, aldus Arnulf Köhncke van WWF Duitsland.

Rode Lijst
Foto: publiek domein

De kwetsbaarheid van een soort

Het leefgebied van de berggorilla is erg beperkt. Ze komen voor in tropisch regenwoud, zogenaamde ‘nevelwouden’ en laagland in de grensgebieden van Congo, Uganda en Rwanda. Hun kleine verspreidingsgebied maakt ze kwetsbaar. De berggorilla’s stonden dan ook lang te boek als ernstig bedreigde soort. Een voorzichtige, maar stabiele populatiegroei deed het IUCN vorig jaar beslissen om hun bedreigde status naar beneden bij te stellen. Dat we er daarmee nog lang niet zijn is wel duidelijk; intensieve grensoverschrijdende natuurbeschermingsprogramma’s blijven nodig om de kleine en kwetsbare populatie stabiel te houden en waar mogelijk nog verder te laten groeien. Ook de bewaking van reservaten tegen stropers blijft van belang.

Toerisme als reddingsmiddel

Ecotoerisme kan nog wel bijdragen aan de duurzame bescherming van de soort en haar leefgebied. Niet alleen levert het toerisme namelijk geld op, maar hoe meer mensen inzien dat er geld te verdienen valt aan natuurbescherming en -toerisme, des te minder mensen zullen op gorilla’s jagen of hun leefgebied innemen voor bijvoorbeeld de landbouw. Het geld dat het toerisme opbrengt kan door de lokale bevolking worden gebruikt om in hun levensonderhoud te voorzien en door beschermingsorganisaties om het werk van park rangers te bekostigen, wat weer de veiligheid bevordert. Wanneer de lokale bevolking bovendien betrokken wordt bij de natuurbeschermingsprojecten, kunnen deze eerder op brede steun rekenen.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Merel Roks