Michiel Roscam Abbing, verbonden aan de Plastic Soup Foundation, hield op 14 november een lezing in het Kenniscafé van de Bibliotheek Haarlem over plastic soep. Volgens hem is het een probleem dat vraagt om aandacht, maar moeilijk is aan te pakken.
Wat is plastic soep?
In de oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval: afval wat we op straat weggooien, visnetten die achterblijven, maar ook bijvoorbeeld deeltjes die overblijven na het wassen van synthetische kleding of microplastics in cosmetica artikelen. Al deze verschillende soorten plastic, die soms zo klein zijn, dat ze niet met het blote oog te zien zijn, vormen samen in oceanen en zeeën, maar ook in binnenwateren, de plastic soep. (zie ook de film: A Plastic Ocean)
De plastic soep is een direct gevolg van ons consumptiegedrag en inmiddels een snel groeiend, onvoorstelbaar complex milieugevaar geworden. Ongeveer 8 miljoen ton plastic komt elk jaar in de oceanen terecht en is afkomstig van land. Daarnaast is nog eens 2 miljoen ton afkomstig van schepen. Als dit niet stopt, is er in 2050 meer plastic dan vis in zee.
Wat zijn de gevolgen van plastic soep?
Het eerste probleem van plastic is dat het niet vergaat en het tweede probleem van plastic is dat het uiteenvalt in steeds kleinere deeltjes. Hierdoor accumuleert het plastic in het milieu. Ondertussen stijgt de wereldproductie van plastic jaarlijks en neemt het aantal toepassingen van plastic toe.
De gevolgen van het rondzwerven van deze plastic deeltjes zijn bij dieren gemakkelijker te signaleren dan bij de mens. De vervuiling van het milieu leidt tot tal van vormen van dierenleed. Tenminste 1400 mariene diersoorten ondervinden hinder van plastic, verdeeld over bijna alle plaatsen in de mariene voedselketen; van plankton tot walvissen. Vrijwel alle mariene diersoorten worden in feite getroffen door plastic: zeevogels, vissen, kreeftachtige, zeezoogdieren.
Dieren hebben op verschillende manieren last van dit plastic. Ze kunnen in plastic verstrikt raken of plastic inslikken. Verstrikking kan leiden tot verwondingen, beperkte bewegingsvrijheid en in veel gevallen tot de dood.
Dieren zijn niet altijd in staat om plastic van voedsel te onderscheiden. Schildpadden zien plastic tassen gemakkelijk aan voor kwallen. In de magen van de Noordse Stormvogel, die met open bek boven het wateroppervlakte foerageert, wordt vrijwel altijd plastic aangetroffen.Dieren die naar verhouding grote stukken plastic binnenkrijgen kunnen verhongeren wanneer dat plastic hun maagdarmstelsel afsluit. Denk aan een plastic zakje of de resten van een ballon.
Welke oplossingen zijn er?
Stoppen met het produceren van plastic dat gemakkelijk in het milieu terechtkomt. We moeten het probleem zoveel mogelijk bij de bron aanpakken. Voor veel mensen is het plastic soep probleem “out of sight = out of mind”: een probleem dat zich ver van huis afspeelt. Dat is niet zo, want het speelt zich ook af in de sloot achter je huis.
Er moet snel een internationaal verdrag komen met bindende doelstellingen. In Nederland geldt bijvoorbeeld sinds 1 januari 2016 een verbod op gratis plastic tassen in winkels. Dat is een goede eerste stap, maar er moet veel meer gebeuren. De Europese Unie zou bijvoorbeeld cosmetica met microplastics moeten verbieden.
Beschouw plastic als een gevaarlijke stof en streef naar een circulaire economie waar niets mag ‘weglekken’ in het milieu. En zet knappe koppen bij elkaar om het probleem van de plastic soep op te lossen.
@Animals Today Belinda van der Kort