Bij temperaturen ver onder de min vijftig een groep van honderden bewegende pinguïns tellen. Er zullen slechts weinigen zich aangetrokken voelen tot dit werk. En ook nog eens totaal overbodig werk als het om de grote keizerspinguïn gaat, want deze blijkt veel accurater en goedkoper te tellen vanuit de ruimte.
Aan de hand van hoge resolutie satellietfoto’s blijkt het aantal keizerspinguïns zelfs een keer zo groot als de handmatige tellers ooit konden overzien. In plaats van een grove schatting van 270.000 tot 350.000 pinguïns, blijken er maar liefst 595.000 langs de kusten van Antarctica rond te scharrelen. Er zijn 44 populaties onder de loep genomen waarvan zeven totaal onbekende groepen.
Deze ontdekking betekent geruststellend nieuws voor een soort die zwaar onder druk staat door de verwarming van de aarde. Tevens kan de nieuwe, meer accurate informatie helpen betere aannames te doen voor de toekomst van de dieren. Peter Fretwell van de British Antarctic Survey en leider van het onderzoek zegt:
“It’s good news. It gives us a bit more confidence not only that there are lots of emperor penguins out there but that we can actually keep track of them as well.”
Hoewel de methode voor de hand lijkt te liggen, was een speciale techniek nodig om het tellen vanuit de ruimte mogelijk te maken. Er moest onder meer een verscherpingsfilter worden ontwikkeld om vanaf 450 kilometer hoogte pinguïns te kunnen onderscheiden van andere vogels of donkere vlekken van pinguïnpoep. Fretwell houdt bij de nieuwe telling rekening met een afwijking van tien tot twaalf procent.
Dankzij de satelliet-methode is het de eerste keer dat de complete populatie op Antarctica is geteld. De wetenschappers hopen de techniek in de toekomst ook te kunnen toepassen op dieren in andere open habitats als savannes of woestijnen.
Op de zuidpool blijven de dure tellers voorlopig nog wel voorzien van werk. De resolutie van de foto’s is niet hoog genoeg om kleinere pinguïns te kunnen onderscheiden.
Bron ©PiepVandaag.nl Barry Wijnandts