In Nederland worden jaarlijks 525.000 dieren voor dierproeven gefokte dieren ongeschikt verklaard en gedood. Dat blijkt uit de gegevens van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Het gaat vooral om vissen en muizen. De dieren zijn of van het ‘verkeerde’ geslacht, hebben niet het juiste genotype of zijn te snel te oud voor de proef. In Nederland alleen al werden in 2012 maar liefst 589.056 dierproeven uitgevoerd. Bij 50% van deze proeven werden muizen gebruikt bij de andere dieren als hamsters, cavia’s, konijnen, katten, honden, paarden, kippen en varkens.
Het aantal zogenaamd overtollig verklaarde dieren stijgt schrikbarend. Waren het er in 2007 al 400.000, in 2012 is dat aantal gestegen naar 524.735.
Ook het aantal dierproeven dat op universiteiten en academische ziekenhuizen wordt gehouden, is in de afgelopen jaren weer toegenomen. Jarenlang daalde het aantal proefdieren, maar deze positieve trend lijkt geen stand te houden.
Bron: NRC Handelsblad, 7 februari 2014 ©PiepVandaag.nl