Wildlife Services, onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, heeft in 2021 zo’n 1,75 miljoen in het wild levend dieren gedood. Ieder uur 200 dieren. Uit naam van volksgezondheid en bescherming van de landbouw worden in de VS alligators, schildpadden, otters en uilen, maar ook gordeldieren en stekelvarkens afgemaakt.
Natuurbeschermingsorganisaties veroordelen dit barbaarse programma van de Amerikaanse overheid en bestempelen de acties als wreed en zinloos. De betrokken divisie Wildlife Services, een afdeling van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, trekt zich echter niks aan van deze kritiek en blijft zich scharen achter het argument dat het doden gerechtvaardigd was om de volksgezondheid en de landbouwproductie te beschermen.
1,75 miljoen
Uit de cijfers van 2021 blijkt dat er een waslijst aan wilde soorten is afgemaakt. Dieren als alligators, schildpadden, otters en uilen, maar ook gordeldieren en stekelvarkens werden slachtoffer van het door de Amerikaanse overheid gestuurde programma. Het meest opmerkzame aan de lijst is het aantal gedode spreeuwen: hiervan werden er 1 miljoen doodgeschoten.
Wildlife Services richt zich officieel op invasieve soorten, die beschouwd worden als een bedreiging voor de ecosystemen. Bepaalde invasieve soorten, zoals wilde varkens of de beverrat, verdringen bijvoorbeeld andere soorten of tasten het ecosysteem aan. Maar in de praktijk doodt Wildlife Services ook diverse inheemse Amerikaanse soorten. Zo had het agentschap het gemunt op grote soorten als grijze wolven, coyotes, beren, poema’s en lynxen. Veel dieren werden ook per ongeluk gedood door de gehanteerde jachtmethoden. Er worden vallen, strikken en vergif gebruikt om dieren te pakken te krijgen.
Cyanidebommen
Natuurorganisaties keuren het federale programma af door de vele controversiële jachtmethoden die zijn toegepast. Wildlife Services gebruikte onder meer vergassing als middel om ganzen te doden en schoot coyotes dood vanuit vliegtuigen of helikopters. Het meest schrikbarende middel zijn cyanide bommen. Wildlife Services omschrijft deze als ‘een doeltreffend en milieuvriendelijk middel om de schade aan het milieu te controleren’. De bommen zijn in weze metalen capsules die natriumcyanide uitstoten wanneer dieren eraan trekken. Hierdoor wordt een doelsoort, met name vossen en coyotes, in circa 5 minuten gedood. Carson Barylak, campagneleider bij het International Fund for Animal Welfare (IFAW) waarschuwt voor het gevaar van de cyanide spuitbussen en vindt dat er een landelijk verbod op moet komen.
Soms loopt het gebruik van de cyanide bommen ook voor mensen verkeerd af. In 2017 werd een 14-jarige jongen bedolven onder het giftige poeder, toen hij zijn hond uitliet achter het huis. Het incident doodde zijn hond en de jongen liep serieuze verwondingen op. Milieuactivisten zoals Barylak roepen daarom op tot een landelijk verbod, maar de federale overheid blijft het verzoek afwijzen.
Vicieuze cirkel
Collette Adkins, directeur voor het behoud van carnivoren bij het Centrum voor Biologische Diversiteit, noemt de Amerikaanse methodes om misselijk van te worden. Zij veronderstelt dat het federale programma ervoor zorgt dat er honderdduizenden inheemse dieren worden uitgeroeid. Het doden van carnivoren als wolven en coyotes om de vee-industrie te bevoordelen, leidt er volgens haar alleen maar toe dat er meer conflicten ontstaan. Adkins blijft verandering eisen van Wildlife Services om deze vicieuze cirkel waarin alleen maar meer dieren zullen worden gedood te verbreken.
Doden op verzoek
Toch was het dodental van vorig jaar in feite nog vrij laag vergeleken met de voorgaande jaren. In 2008 en 2010 was Wildlife Services verantwoordelijk voor de dood van 5 miljoen wilde dieren, maar er was geen verandering van beleid wat het verschil verklaart. Hoewel het agentschap als missie heeft om conflicten met wilde dieren op te lossen, zodat mens en dier harmonieus kunnen samenleven, blijkt dat ze ook vaak op verzoek van veeboeren, staatsagentschappen of luchthavens handelen om dieren uit te roeien, die worden beschouwd als gevaar voor de economische activiteit of de openbare veiligheid. Conflicten zoals deze zullen in de toekomst alleen maar vaker plaatsvinden.
Natuurbeschermers bekritiseren dit beleid van Wildlife services, door te stellen dat het doden lukraak plaatsvindt en het milieu van Amerika aantast. Het doden van roofdieren als beren of poema’s zorgt er namelijk júíst voor dat ecosystemen worden verstoord en invasieve diersoorten zich verspreiden. Natuurorganisaties zijn er, met uitzondering van beperkingen in Washington en Californië, tot op heden nog niet in geslaagd om de wetgeving aan te passen, om zo het beleid van Wildlife Services aan banden te leggen.
Bron:
- The Guardian
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Daan de Boer