Twee orang-oetans, een moeder en haar jonge baby, zijn in het westen van Borneo gered nadat de bossen waarin ze leefden werden verwoest door brand. Het leefgebied van deze apen raakt steeds meer gefragmenteerd, maar voor deze twee is nu weer hoop.

orang-oetan
#GNvdD: Orang-oetan en jong gered uit verwoest bos | Foto: Pixabay

Een team van samenwerkende hulporganisaties redde en herplaatste de moeder orang-oetan met haar jong onlangs, nadat het bos waarin ze leefden door brand verloren ging. Het aantal conflicten tussen mensen en orang-oetans steeg sinds afgelopen zomer in de regio Ketapang, waar het duo apen werd gered. Dat blijkt uit data verzameld door de Orang-oetan Beschermings Eenheid (OPU) en IAR, de Internationale Dieren Reddingsorganisatie in Indonesië. De belangrijkste oorzaak hiervoor zijn de vele bosbranden, waardoor belangrijk leefgebied van de orang-oetans verloren gaat. De branden ontstaan doordat plantage-eigenaren stukken bos in brand steken om vruchtbare grond te krijgen. Maar door de droogte verliezen ze de controle over het vuur. Vele bosdieren, waaronder de orang-oetan, worden hier de dupe van.

Van dorpstuin naar eindeloos bos

Het reddingsteam kwam dit keer tussenbeide toen het koppeltje apen half januari werd ontdekt in tuinen van mensen in het dorp Tanjung Pura in het district Ketapang. Sinds 4 januari kwamen er al berichten binnen bij de Orang-oetan Beschermings Eenheid, over de twee die Qia en Mama Qia werden genoemd. Pogingen om de orang-oetans toen uit de tuinen en terug het bos in te drijven, bleven echter zonder resultaat. De apen zaten al snel weer terug in dezelfde dorpstuinen.

Nadat het reddingsteam de betreffende locatie aan een nauwkeuriger onderzoek onderwierp, bleek dat de stukken bos in het gebied gefragmenteerd waren geraakt door branden, en niet langer verbonden aan een groter bos. Daarom werd besloten de dieren te vangen en ze naar een groter bosgebied te transporteren.

Het stel is bijzonder, want de leeftijd van de moeder orang-oetan werd geschat op meer dan tien jaar, een respectabele leeftijd, en haar baby was met ongeveer twee maanden juist nog erg jong.

Na hen aan een reeks medische tests te hebben onderworpen, kon de dierenarts van IAR bevestigen dat moeder en kind in goede gezondheid verkeerden. Argitoe Ranting, veldmanager van IAR Indonesië:

“De twee orang-oetans […] hadden geen verdere behandeling nodig, dus in overleg met BKSDA Kalbar hebben we besloten om hen te verplaatsen naar de bossen van Sentap Kancangwhich, die slechts vijf kilometer verderop liggen.”

Dat bos beslaat een gebied van meer dan 40.000 hectare, en werd niet alleen om redenen van haar formaat gekozen voor de uitzetting, maar ook omdat het volop voedsel biedt voor de twee dieren en er nog niet zo’n grote bestaande populatie orang-oetans leeft.

Branden blijven woeden

Ondanks dat de reddingsactie, en direct daarop volgend de vrijlating, succesvol werden uitgevoerd, is het op een andere plaats uitzetten van dieren zoals Qia en Mama Qia geen oplossing voor het daadwerkelijke, achterliggende probleem: de schade die wordt aangebracht aan het woud, door toedoen van de vaak door mensen aangestoken branden.

De bedreigingen voor het overleven van de orang-oetanpopulatie zijn flink toegenomen sinds er branden uitbraken in veel van de belangrijke regio’s van Ketapang. Het verkoolde bos laat veel orang-oetans zonder eten en beschutting achter, waardoor ze nu dwalend in dorpen en tuinen kunnen worden aangetroffen en steeds vaker in aanraking, of zelfs in conflict, met mensen komen.

Sadtata Noor Adirahmanta, hoofd van de BKSDA op West Kalimantan, zegt:

“Er is in de afgelopen jaren al veel beschermingswerk gedaan door de overheid en haar partners. De uitdagingen en problemen blijven zich echter aandienen en daar dient naar gehandeld te worden […].”

Karmele L Sanchez, directeur van IAR in Indonesië voegt daar aan toe:

“We kunnen alleen maar hopen dat mensen zich realiseren dat niet alleen de orang-oetans, maar ook wij niet kunnen overleven zonder de bossen.”

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Merel Roks