Bultruggen in de Atlantische oceaan waren met uitsterven bedreigd, maar het goede nieuws is dat de populatie herstellende is. Een nieuwe telling toont aan dat de populatie walvissen in het westelijk deel van de Atlantische oceaan is gestegen van 450 bultruggen in de jaren ‘50 tot 25.000 op dit moment. De onderzoekers vermoeden dat het aantal bultruggen in het jaar 2030 weer op het niveau zal zijn van vóórdat er commercieel op ze werd gejaagd.
Bultrugwalvissen in de zeeën tussen Zuid-Amerika en Antarctica werden eerder bejaagd, totdat ze bijna met uitsterven werden bedreigd. Maar hun aantallen herstellen zich wonderwel. Een geschat aantal van 25.000 bultruggen leeft nu in het westelijke deel van de Zuid-Atlantische Oceaan. Dat is ongeveer 93 procent van de populatie, voordat het dier commercieel werd bejaagd. Zo meldden onderzoekers onlangs in het wetenschappelijke tijdschrift ‘Royal Society Open Science’. María Vázquez, een bioloog aan de National Autonomous University van Mexico, onderzocht een bedreigde populatie van bultruggen bij de westkust van Mexico en constateerde ook de toename van het aantal dieren:
“Dit is goed nieuws. We zien het jaar in jaar uit, dat er meer dieren zijn. Jongere dieren, meer nakomelingen.”
Wereldwijde trend
Het herstel van de bultrugwalvissen lijkt een wereldwijde trend. Van 14 bekende populaties, waarvan 7 op het zuidelijk halfrond en 7 op het noordelijk halfrond, hebben 10 herstel laten zien, volgens de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA). De andere 4 populaties zijn niet herstellende en worden gezien als ‘bedreigd’.
De jacht op walvissen, die rond 1830 begon in het westelijk deel van de Zuid-Atlantische Oceaan, veroorzaakte een schrikbarende daling in de populatie tot 440 dieren in 1958. Na een beperking van de commerciële jacht en uiteindelijk een verbod in 1986 begon de populatie zich te herstellen. Evaluaties door de Internationale Walviscommissie tussen 2006 en 2015 suggereren dat de populatie zich tot 30 procent van de oorspronkelijke populatie heeft hersteld. Maar het tellen van dieren die migreren is complex, helemaal als ze duizenden kilometers onderwater afleggen.
Historische informatie
Voor de studie hanteerden onderzoekers observaties gemaakt vanuit de lucht en vanuit schepen, maar ook nieuwe, historische en genetische informatie werden gebruikt. Deze nieuwe gegevens suggereren dat de populatie veerkrachtiger en productiever is dan gedacht. Alex Zerbini, een mariene bioloog bij NOAA’s Marine Mammal Laboratory in Seattle:
“In de vorige evaluatie hadden we een minder accurate schatting van de grootte van de populatie en hadden we slechts informatie over moderne walvisvangst.”
Nu zijn ook historische gegevens meegenomen, bijvoorbeeld cijfers van hoeveel dieren door jagers zijn geharpoeneerd maar vervolgens ontsnapt en gestorven aan hun verwondingen. Deze informatie maakt het voor de onderzoekers mogelijk om een meer accurate schatting te doen van de hoogte van de populatie voordat ze bejaagd werden.
Ook nieuwe genetische data is meegewogen. Deze informatie liet de onderzoekers zien wat het minimale aantal reproductieve vrouwtjes moet zijn geweest op het moment dat de populatie op zijn laagst was. De genetische informatie verheugt Vázquez.
“Het laat zien dat de populatie in de Zuid-Atlantische Oceaan niet heeft ingeboet op genetische variatie, een fundamenteel onderdeel van een gezonde populatie.”
Nieuwe bedreiging
Zerbini zegt dat hij hoopt dat de nieuwe methode van tellen vergelijkbare succesverhalen zal laten zien van andere bulrugpopulaties. Maar hij is ook bezorgd, dat de bultrugpopulatie weliswaar herstellende is, maar dat de dieren direct geconfronteerd worden met een nieuwe bedreiging in de vorm van de klimaatverandering.
“Klimaatverandering beïnvloedt het gehele ecosysteem, dus het zal ook invloed hebben op de walvissen, hun prooien en tegenstanders.”
Bron:
©Animals Today