De juridische strijd rond orka Morgan zal deze zomer nieuw leven in worden geblazen wanneer de bodemprocedure in de zaak van start gaat. Op het spel staat meer dan alleen de vraag over de rechtmatigheid van de behandeling van orka Morgan. Alhoewel ze al is verscheept naar Tenerife, kunnen de aankomende juridische stappen gevolgen hebben voor de verdere besluitvorming over Morgan op internationaal vlak, maar ook voor toekomstige opvang van andere dieren.
Het is duidelijk dat de Morgan-zaak een van de eerste is die de Nederlandse overheid op haar verantwoordelijkheden heeft gewezen omtrent de opvang en bescherming van bedreigde diersoorten. Omdat de zaak zoveel aandacht heeft gekregen en de mogelijkheden voor juridisch procederen open lagen, ontstond er een kans om via gerechtelijke weg te zorgen dat het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (ELI) haar wettelijk taak vervult en meewerkt aan de vrijlating van Morgan. Dat is natuurlijk nog niet gebeurd, maar de situatie heeft wel een aantal zaken voor het Ministerie pijnlijk blootgelegd.
Nederland heeft in de jaren ’70 haar handtekening gezet onder een aantal internationale verdragen, die de handel en omgang met bedreigde diersoorten ernstig beperkt of zelfs verbiedt. De Orcinus Orca, oftewel killer whale, staat in verschillende verdragen uitdrukkelijk vermeld en geniet daarom een beschermde status. Dat betekent bijvoorbeeld dat, mocht een orka aanspoelen, deze dan alleen gehouden mag worden met als doel het dier zo snel mogelijk weer uit te zetten. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan een dier alleen voor wetenschappelijk onderzoek ‘gehouden’ worden. Het houden van de dieren voor commerciële doeleinden is niet toegestaan. Althans, zo staat het vermeld in de ontheffing van het Ministerie waaronder het Dolfinarium kan opereren. Daarnaast is het zo dat er een wettelijke verplichting is om aan uitzetting te werken als daar mogelijkheden toe zijn. Dat er kansen lagen voor een mogelijke uitzetting van Morgan is duidelijk, zeker nadat wetenschappers en orka-deskundigen, bijeengekomen in de Free Morgan Foundation, een gedetailleerd uitzettingsplan hadden opgesteld.
Hoewel het teleurstellend is dat Morgan toch verscheept is naar Tenerife, we moeten het grotere doel niet uit het oog verliezen. De uiteindelijke uitkomst van de orka Morgan-zaak kan op den duur gevolgen hebben voor de toekomstige plannen van het Dolfinarium. Door de publieke en politieke druk te blijven opvoeren is er een goede kans dat het Ministerie genoodzaakt is strengere regels te hanteren omtrent de opvang van walvisachtigen in Nederland. En die druk is er zeker. Sinds Morgan in onze wereld is beland, is de Orka Coalitie gestart door zeven dierenorganisaties, zijn er wereldwijd wetenschappers en orka-deskundigen bijeengekomen in de Free Morgan Foundation en is er een groeiende groep activisten en initiatieven om te zorgen dat ook de bruinvissen en dolfijnen die in het Dolfinarium zitten, een stem krijgen.
Over die andere dieren bij het Dolfinarium zijn nog heel wat vraagtekens. Tien minuten op de zoekmachine van de website van het Ministerie brengt al tal van ontheffingen voor het Dolfinarium, die allemaal zijn toegekend, waarmee het bedrijf bedreigde diersoorten mag opvangen en internationaal mag vervoeren. Welke toetsing het Ministerie hier precies hanteert is onduidelijk. Tijdens de verschillende zittingen in de Morgan-zaak is één ding wel heel duidelijk geworden: dat het Ministerie geen eigen kennis in huis heeft over zeedieren. Halverwege de eerste zitting in de rechtbank te Amsterdam moest de advocaat van het Ministerie na een vraag over de falende kennis binnen het Ministerie wel toegeven:
‘Nou ja, Henk Bleker heeft inderdaad geen orka’s in zijn achtertuin’.
Het is duidelijk dat tot nu toe alle besluitvorming van het Ministerie over mogelijke ontheffingen voor het Dolfinarium, zijn gemaakt op basis van advies vanuit het Dolfinarium zelf. Ongeveer dezelfde situatie als we de controle over financiële instellingen zouden overlaten aan de banken zelf. Bij effectieve handhaving hoort onafhankelijke toetsing van de adviezen, zeker als deze vanuit de desbetreffende industrie zelf komen.
En laten we niet vergeten dat we het hier over dieren hebben. Alleen al in de vier ontheffingen van 2009 die mijn zoektocht van 10 minuten naar boven haalt, gaat het om het mogen vervoeren en houden van 40 tuimelaars (Tursiops truncatus), 15 bruinvissen (Phocoena phocoena) en onbekende aantallen exemplaren van de gevlekte gladde haai (Mustelus asterias), blonde rog (Raja brachyura), hondshaai (Scyliorhinus canicula), grote zeenaald (Syngnathus acus), trompetterzeenaald (Syngnathus typhle), grote koornaarvis (Atherina presbyter) en de gevlekte lipvis (Labrus bergylta). Allemaal bedreigde diersoorten en dieren, waarbij het onduidelijk is of deze mogelijk wel uitgezet kunnen worden als de adviezen van onafhankelijke wetenschappers en specialisten zouden komen.
De uitkomst van de Morgan-zaak zou een verscherping van de handhaving omtrent opgevangen zeedieren tot gevolg kunnen hebben en dat is goed nieuws voor alle dieren die in de handen van bedrijven als het Dolfinarium terecht komen. De Orka Coalitie heeft een oproep gedaan voor steun om de rechtszaak te kunnen bekostigen. Uw donatie is zeer welkom op: http://www.orkacoalitie.nl.
©PiepVandaag.nl Wietse van der Werf, oprichter The Black Fish.
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Goed stuk. Vooral deze is heel herkenbaar:
“Het is duidelijk dat tot nu toe alle besluitvorming van het Ministerie over mogelijke ontheffingen voor het Dolfinarium, zijn gemaakt op basis van advies vanuit het Dolfinarium zelf.”
De dierentuinwereld, waartoe het Dolfinarium, behoort, is een gesloten bolwerk.
Dat geldt voor bijna alle exploitatie van dieren op commerciële basis.
Alleen voor het dierencircus zijn we erin geslaagd een onderzoekje los te krijgen. Waar verder ook weer niks mee gedaan is:
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2009/07/27/welzijn-van-dieren-in-reizende-circussen-in-nederland-circuspraktijk-in-2008.html