Soms word ik zo opstandig als ik zie hoe mensen met dieren omgaan. Bio-industrie, varkensflats, legbatterijen, discussies over een paar vierkante centimeter leefruimte meer… Om in die harde wereld te kunnen overleven hebben wij in en rondom ons huis een eigen wereld gecreëerd met onze dieren. Dat wereldje helpt me het leed dat mensen dieren aandoen een beetje te verdragen.
We wonen aan de zeedijk bij de Dollard. Hier voel ik me thuis. Als je wilt kun je de Eems zien door op de dijk te klimmen. Ons huis was vroeger een arbeiderswoning; een arbeider die bij de boer werkte had hier een stukje “kerkeland” en voor eigen gebruik een koe, een varken en soms een geit. Bij ons is het hele huis woongedeelte geworden. Ook de deel waar vroeger de koe stond.
Ik zal onze huisdieren aan u voorstellen.
Ze zijn verdeeld over “buiten”; in een tot stal omgebouwde garage met het daaromheen liggende land en “binnen”; in huis met een grote ren om het huis voor de katten en het konijn.
Ik begin met onze zes katten.
Als eerste onze Miepsie; jaren geleden op mijn verjaardag gekregen van onze EHBZ-vrijwilliger Hessel van Terschelling. Daar was ze als vondeling over de schutting gezet. Miepsie heeft last van astma en weet ons precies duidelijk te maken wanneer ze weer een pil nodig heeft. Verder gedraagt ze zich als de koningin in huis. Ongenaakbaar. Alle andere dieren hebben respect voor haar.
Dan komt Spykie; onze “plastic zakken kat”. Die kwam ik tegen toen ik op werkbezoek in Spijkenisse kwam bij onze EHBZ-vrijwilligers die ook een asiel runnen. Ze hadden Spykie gevonden toen mensen met het katje in een plasticzak in een winkelcentrum rondliepen en hem aan het winkelend publiek aanboden. Hij is niet mooi en daarom wilde niemand hem hebben…
Nummer drie en vier kwamen tegelijk. Ook weer van EHBZ-ers; ditmaal van Ameland. Bij onze Pietepiet (Piet de Jong; helaas dit jaar overleden) woonden veel katten rondom het huis en zo kreeg ik in een doosje de heel jonge Piet en Anna mee. Thuisgekomen bleek Anna ook een mannetje te zijn maar dat was geen probleem.
De twee jonge katjes werden direct geadopteerd door onze golden retriever Sylke, die ook een gouden hart heeft. Zij voelde zich direct hun moeder. Piet en Anna zijn dan ook hondenkatten geworden, vooral op Sylke gericht.
Dit jaar kwam ik tijdens mijn bezoek aan Iran bij journalist Thomas Erdbrink. Hij had in zijn kantoor twee jonge katjes waarvan de moeder was omgekomen in een elektriciteitskast. Het was ongelooflijk wat die twee presteerden: Thomas had geen gordijnen meer, zijn bureau stond op z’n kop, de katten zaten op zijn computer: geweldig!
U snapt het al: dat waren er twee voor mij. Thomas heeft ze – na een grondige check van hun gezondheid – voor me meegenomen. Nu breken ze bij ons de tent af. Hun namen zijn Laleh en Hafez. Laleh is beslist vroeger bergbeklimmer geweest en Hafez springt als je je bukt boven op je rug. Ze hangen over de douchedeur om te kijken wat je daar doet en ze slapen het liefst op je hoofd. Deze Iraniërs zijn wilde katten; volgens mij hebben ze Asperger. We genieten van ze en kunnen ze niet meer missen. Alle andere katten worden er ook actief van en spelen met ze mee.
En dan hebben we nog konijn Sam – maar ik noem hem Kniensje – uit de konijnenopvang.
Hij rent los door het huis en gaat keurig op (of bij) de kattenbak. Op het moment dat ik via Skype rechtstreeks in een NBC TV-programma moest viel plots de verbinding weg. Kniensje had de HDSLkabel doorgebeten…
Hij is gek op biologische rucola en peren (maar alleen conference) en basilicum. Bij het boodschappen doen maken we ons drukker over de verse groente voor het konijn dan voor ons eigen eten. Hij speelt met de katten en kan via het kattenluikje altijd naar buiten of naar binnen. Maar in de winter liggen we met extra dekbedden in bed, want Kniensje snapt niet hoe het luikje opengeduwd moet worden; dus staat het altijd open en het luikje zit in onze slaapkamer op het noorden…
Misschien zijn wij wel een beetje gek, maar we genieten hiervan. Net als van onze gast de steenmarter, die komt en gaat als het hem uitkomt. Hij woont naast de logeerkamer ergens op zolder. We hebben hem een paar keer betrapt op een foto, maar de laatste tijd horen we hem wel, maar zien we hem niet. Eén keer heb ik oog en oog met hem gestaan, toen hij ‘s nachts achter mijn kuikens aan zat. Alle kippen waren op tilt, maar de steenmarter keek me aan zo van: “Waar bemoei je je mee?”
In een volgende piep zal ik vertellen over de andere dieren waar we mee samenleven.
Het zijn, zoals Kousbroek dat noemt: “Onze medereizigers”. Ik zou willen dat men in de politiek ook wat genuanceerder keek naar dierenwelzijn. Ik hoor op weg naar de komende verkiezingen te veel praten over “natuur”, waarin het lijkt of er geen plaats is voor dierenwelzijn.
©PiepVandaag.nl Lenie ’t Hart, Oprichter zeehondencrèche Pieterburen
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Stem SOPN