Deepwater Horizon – een puist op een ziek lichaam
De wrakstukken van Deepwater Horizon liggen inmiddels ruim twee en een half jaar diep op de bodem van de zee en het menselijke en ecologische drama dat zich daar vervulde op 20 april 2010 is in de dagelijkse nieuwsstroom inmiddels vervangen door nieuwe rampen. De Golf van Mexico is weer ‘back to business’.
De ramp met het olieplatform Deepwater Horizon is in de maanden na de gebeurtenis uitvoerig belicht in de media. Eerst de ramp zelf die aan elf medewerkers het leven kostte, daarna de bron die onophoudelijk miljoenen liters olie in zee spuwde en vervolgens de verantwoordelijken die niet adequaat reageerden. Uiteindelijk werd de bron gedicht en met de oliestroom droogde ook de nieuwsstroom langzaam op. Hier en daar nog een voorzichtig bezoek aan getroffen gebieden met een mogelijke voorspelling voor de lange termijn, maar omdat daar niet zo heel veel over bekend lijkt te zijn en de wereld inmiddels al weer nieuwe rampen en oorlogen heeft moeten verwerken, lijkt het incident met het platform achter de horizon van het collectief geheugen gezonken.
Dead zones
Wat weinig of geen aandacht kreeg in de Nederlandse media is dat de Golf van Mexico al jarenlang ernstig lijdt onder menselijke activiteit. Mogelijk al vanaf de jaren veertig loost de Mississippi Delta tonnen stikstof van de Amerikaanse en voor een klein deel Canadese landbouw in zee, waardoor men in 1972 voor het eerst bewust werd van zogenaamde dead zones voor de kust, stukken zee waar het zuurstofgehalte zo laag is, dat leven er praktisch niet meer mogelijk is. Deze dead zones variëren per seizoen en zijn gemiddeld zo’n 15.000 vierkante kilometer groot. De grootste ooit gemeten was zelfs 21.000 vierkante kilometer, iets groter dan Slovenië en het lijkt erop dat de zones groeien.
Dit jaar was de dead zone overigens het kleinst sinds jaren. Dat heeft helaas niet te maken met een beter landbouwbeleid in de Verenigde Staten. De droogte die deze zomer de akkers van Uncle Sam trof, zorgde voor een halvering van de waterstand in de toeleverende rivieren en tevens een halvering van het aantal meststoffen. De twee jaar ervoor was het omgekeerde waar. Het gebied dreigde even het grootste ooit gemeten te worden, door uitzonderlijk natte jaren en die olieramp.
In het jaar van de explosie kon de totale omvang van de dead zone niet in kaart worden gebracht wegens slecht weer, maar het leek het grootste gebied ooit te beslaan. Aanvankelijk vreesde men dat de olie een bijdragende factor zou zijn.
De bestaande zuurstofarme zones ontstaan door het vergaan van algen die woekeren door de aanvoer van meststoffen (stikstof en fosfor). De dode algen zakken naar de bodem, waar ze worden verteerd door bacteriën die zuurstof verbruiken. Omdat de verschillende temperatuurslagen in de zee niet met elkaar mengen, is er nauwelijks aanvoer van zuurstof uit de hogere lagen en raakt het zuurstof op gegeven moment op. Organismen die niet weg kunnen zwemmen, stikken en dragen op hun beurt bij aan het verdere verbruik van de laatste beetjes zuurstof. In hogere waterlagen merken organismen het effect ook. Vissen kunnen bijvoorbeeld niet meer dieper duiken naar de koudere waterlagen om aan jagers te ontkomen of af te koelen. Hun stofwisseling blijft daardoor hoog en daardoor hebben de vissen veel meer voedsel nodig.
Geen continuering
Olie-etende bacteriën dreigden nu ook al het beschikbare zuurstof te verbruiken. Daarbij houdt de olielaag op het water veel licht tegen, waardoor de aangroei van fytoplankton, plantaardige plankton die door fotosynthese juist zuurstof in het water oplost, wordt verstoord.
Uiteindelijk leek die soep niet zo heet te worden gegeten. Het Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) en het US Environmental Protection Agency (EPA) hebben de omgeving van de ramp uitvoerig gemonitord.
“Hoewel we een afname zagen in zuurstof, namen we geen continuering over een langere periode waar”, meldde Steve Murawski van het NOAA in een persbericht een half jaar na de blow-out.
Ixtoc 1
Haast vergeten was dat de Deepwater Horizon niet de eerste grote blow-out in de Golf van Mexico was. In 1979 gebeurde een bijna exact zelfde ongeval met de Ixtoc 1 voor de Mexicaanse kust resulterend in een verlies van 147 miljoen gallon (556 miljoen liter) ruwe olie in zee (het Maconda olieveld van BP spoot 757 miljoen liter in zee voor ze gedicht kon worden en nog steeds lekt er olie uit de wrakstukken en gereedschappen die gebruikt werden om de bron te dichten).
Er is weinig onderzoek gedaan naar de gevolgen van die ramp, maar gezegd wordt dat de garnalenvangst na twee jaar weer op peil was. Sterker nog in de vijf jaar na de ramp was ze uitzonderlijk goed. Bron
Dat hoeft overigens niet te duiden op een volledig herstel, wellicht zijn garnalen beter bestand tegen olievervuiling dan de dieren die op garnalen jagen. Maar toch, er was weer leven mogelijk.
Andere ecosystemen hebben ondanks deze heropleving tot op de dag van vandaag nog steeds te maken met olievervuiling, zoals de mangroven en moerassen. Sommige oesterbanken zijn de ramp nooit te boven gekomen.
Chronische stressfactor
De twee blow-outs zijn twee exponenten van de kosten van onze consumptiemaatschappij.
“Volgens overheidsdocumenten zijn ten minste een half miljoen vaten (71 miljoen liter) olie en boorvloeistof weggelekt voor die oliefontein die ontstond na de explosie van 20 april”, aldus de New York Times.
“Veel meer dan dat is gelekt uit pijpleidingen, scheepvaart en bronnen in federale wateren, inclusief honderden lekken in alleen al Louisiana, blijkt uit documenten, sommige van na 20 april.”
Kleine olielekkages vormen een chronische stressfactor op de marine leefomgeving. Verspilde benzine en diesel van motorboten, hydraulische olie en smeerolie van grotere boten, lekkende scheeps- en vliegtuigwrakken lossen dagelijks een stroom koolwaterstoffen op in de zeeën. Rampen als met de Ixtoc 1 en de Deepwater Horizon vormen een extra piekbelasting op een doorlopende bron van vervuiling waar de wetenschap nog verrassend weinig onderzoek naar gedaan heeft.
Catastrofale instorting
De New York Times meldt verdere vervuiling via de rivieren van meststoffen, pesticiden, riolering, golf courses, en met olie besmeurde parkeerplaatsen en wat er verder uit de bewoonde wereld in het oppervlaktewater terecht komt. Daarnaast werd de zee gebruikt als dumpplaats voor bommen, chemische wapens en overige munitie, zelfs buiten de daarvoor aangewezen plaatsen. In 2006 waren zo’n zevenduizend stranden van de Golfstaten totaal 3208 dagen gesloten of beperkt toegankelijk door vervuiling van rioolwater. In de Florida Keys is 85 procent van het geweikoraal verdwenen door een ziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën uit menselijke ontlasting.
De organisatie Florida League of Conservation Voters Education Fund meldt op haar website dat er een catastrofale instorting heeft plaatsgevonden in de populaties van amfibieën, vissen, schildpadden, alligators en andere soorten ten gevolge van pesticidegebruik in de landbouw. De hoeveelheid dioxines en kwik in vissen en schelpdieren is schrikbarend hoog en potentieel gevaarlijk voor consumptie. Jaarlijks dumpen tandartsen 3.7 ton kwik in het riool als afvalproduct van amalgaam vullingen, vijftig procent van de totale kwikvervuiling.
“Dit is ’s lands offer zone, en dat is het al meer dan vijftig jaar”, meldt campagneleider van het Gulf Restoration Network, Aaron Viles. “Wat we nu zien met BP’s olie is een fotogenieke weergave van wat hier al langer gaande is.”
Verzakking
“We hoeven ons misschien geen zorgen te maken over olievervuiling in wetlands die over een paar decennia wellicht sowieso niet meer bestaan”, schrijft Nathanial E. Ostrom, professor verbonden aan het departement voor zoölogie en milieuwetenschappen van de Michigan State University. Hij legt uit in zijn column voor Prairiewind dat de olie- en gasindustrie een hele andere, minder voor de hand liggende impact heeft op de zuidkust van de Verenigde Staten. Jaarlijks verliest Louisiana 65 vierkante kilometer aan wetland door kusterosie. Zeespiegelstijging door opwarming van de aarde speelt daarbij aan de ene kant een rol. Aan de andere kant zakt de Mississippi delta steeds dieper weg, een fenomeen dat versterkt wordt door de winning van fossiele brandstoffen aldaar.
“Zo is het denkbaar dat de gezamenlijke inspanningen van vele bedrijven om olie te winnen langs de kust van Louisiana, New Orleans meer hebben blootgesteld aan tropische stormen en orkanen en misschien zelfs hebben bijgedragen aan de hevigheid van de overstromingen door orkaan Katrina.”
De meeste wetenschappers durven geen uitspraken te doen over de lange termijn effecten van deze specifieke olievervuiling. Er zijn gevallen bekend van mutaties bij dieren, onevenredige sterfte en aanspoelingen van vogels, schildpadden en dolfijnen en andere teloorgang van natuur. In hoeverre deze specifieke olieramp daar de oorzaak van is, is moeilijk exact te duiden, hoewel je gevoelsmatig het antwoord misschien wel weet. Over het ziektebeeld dat wetenschappers aantroffen bij dolfijnen (ondergewicht, kortademig, long- en leveraandoeningen, ongebalanceerde hormoonspiegel) plachten zij zich voorzichtig uit te drukken in zinnen als:
“Hoewel we het niet definitief kunnen verbinden aan de olielek, is dit beeld wel consistent met blootstelling aan olie bij andere zoogdieren.”
Met deze complexe situatie bestaat het gevaar dat men zijn verantwoordelijkheden kan verzuimen en zich kan verschuilen achter vingerwijzen. De landbouwers, de oliemaatschappijen, de scheepvaart, die waterzuiveringsstations, de tandartsen. Niet alleen in de golfstaten, maar in de hele Verenigde Staten en zelfs alle landen rond de Golf van Mexico. Zeker in een tijd waarin economische onzekerheid hoogtij viert, is het toch te hopen dat de mensen uiteindelijk hun eigen gezondheid en dat van hun leefomgeving hoger gaan waarderen, voor de vernietiging geheel voltrokken is.
Misschien blijft dat nabranderige gevoel van een klap in je gezicht wel de belangrijkste bijdrage van de ergste olieramp uit de Amerikaanse geschiedenis. De bewoners van de golfstaten, voor een deel zelf werkzaam in de olie-industrie zijn wakkergeschud. Hun kinderen spelen nog jaren op het strand tussen de rottende lichamen van dolfijnen en schildpadden, terwijl ze proberen niet teveel in de baksteengrote teerballen te stappen. Een helder signaal dat er toch echt iets moet veranderen.
©PiepVandaag.nl Barry Wijnandts
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?