De Kākāpō (“nachtpapegaai” in het Māori) is een ernstig bedreigde papegaaisoort die inheems is in Nieuw-Zeeland. In een laatste poging om de soort te behouden hebben onderzoekers van de Universiteit van Otago nu het genoom van bijna alle bestaande vogels gesequenced, op zoek naar belangrijke genetische variatie bij de bedreigde Kākāpō.
Dankzij intensieve fokprogramma’s is de populatie Kākāpō toegenomen van slechts 51 individuen in 1995 naar 252 in 2022. Maar nu blijkt dat de meeste van deze Kākāpō sterk inteeltgevoelig, vatbaar voor ziektes en onvruchtbaar zijn.
De mens bracht gevaar
De kākāpō kwam vroeger veel voor op het vasteland van Nieuw-Zeeland. De papegaai kreeg echter te maken met nieuwe bedreigingen toen de mens arriveerde. De eerste Polynesische kolonisten jaagden op ze voor voedsel en brachten roofhonden mee. Andere roofdieren werden later door Europese kolonisten meegebracht. Denk aan ratten, buidelratten, hermelijnen, fretten en wilde katten. Kākāpō kunnen niet vliegen en waren dan ook erg kwetsbaar voor deze nieuwe predatie.
In 1894 bracht natuurbeschermer Richard Henry vogels van het vasteland over naar een zogenaamd veilig eiland. Maar hier bleken ze helemaal niet veilig voor roofdieren. In de jaren 1970 werden er meer kākāpō van het vasteland naar de eilanden verplaatst. Hiervan overleefde er maar één. Hij kreeg de toepasselijke naam Richard Henry. Het resultaat van al dit menselijk ingrijpen: er bleven in heel Nieuw-Zeeland maar heel weinig vogels over en er was een drastisch beperkte genenpoel.
Op zoek naar de juiste genen
Het team van de Universiteit van Otago dat bij deze nieuwe onderzoek betrokken was, zocht naar genetische varianten die verband houden met vruchtbaarheid en ziekte. Kākāpō hebben een slechte reputatie op het gebied van vruchtbaarheid. Veel eieren komen nooit uit, ofwel door onvruchtbaarheid ofwel door embryonale sterfte. Ook de lange levensduur van deze papegaai speelt mee. De gemiddelde leeftijd wordt geschat op 80 tot 100 jaar. Ze broeden slechts om de twee tot drie jaar.
Om deze redenen, samen met de broedproblemen die kakapo’s in het wild ervaren doordat er meer mannetjes dan vrouwtjes zijn (die ook al niet veel eieren leggen), hebben wetenschappers hun toevlucht genomen tot kunstmatige inseminatie. Hierbij werden mannetjes geselecteerd die genetisch het meest compatibel waren met bepaalde vrouwtjes, om zo de problemen van inteelt te verminderen.
“Op populatieniveau kan [onze methode] het aantal en de effectgrootte van genetische varianten afleiden die bijdragen aan verschillen tussen individuen,” schrijven de onderzoekers in hun nieuwe artikel.
“Deze genetische ‘architectuur’ heeft een directe invloed op het vermogen van kleine populaties om zich aan te passen als reactie op selectie.”
Geleerd van eerdere pogingen
Eerdere pogingen tot het creëren van genetische diversiteit werd gedaan door individuen met elkaar te fokken, waarvan werd aangenomen dat ze niet verwant waren, zelfs als de precieze mate van verwantschap onbekend was.
Het eerste individuele genoom werd in 2016 gesequenced. Er was toen nog veel onbekend over de genetische variatie tussen individuen. Hoewel het sequencen van één individu wel iets kan vertellen over de genetische diversiteit van de soort, hebben inspanningen voor natuurbehoud het meeste baat bij het verkrijgen van genetische informatie van zoveel mogelijk individuen.
Door het genoom van een hele populatie te analyseren, konden de wetenschappers identificeren waar in het DNA specifieke varianten geassocieerd werden met een eigenschap. Fenotypes zoals groeisnelheid en gevoeligheid voor ziekten werden ook meegenomen in de fokbeslissingen. Het combineren van de individuen met veelbelovende DNA combinaties geeft de kākāpō de beste kans om vruchtbare en fitte nakomelingen te blijven produceren.
Richard Henry
Het individu met de meeste genetische diversiteit bleek Richard Henry te zijn, de enige vogel die ooit van het vasteland was overgebracht en deze tocht had overleefd. Richard Henry de nachtpapagaai is inmiddels overleden, maar heeft dus wel een belangrijke bijdrage geleverd aan zijn soort. Men schat dat hij ongeveer 80 jaar oud is geworden.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Meia van der Zee