Met enige regelmaat zie je in het Nederlandse landschap één of meerdere ooievaars. Deze karakteristieke zwart-witte vogel met zijn rode snavel is voor velen een vreugdevolle waarneming. Maar hoeveel ooievaars telt Nederland eigenlijk tijdens de overwintering? Om daar een beeld van te krijgen organiseert de Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK) samen met de Vogelbescherming op 10 en 11 januari 2015 de landelijke ooievaarstelling.

Ooievaars
By Hans Hillewaert (Own work) [CC-BY-SA-3.0 , via Wikimedia Commons
De meeste ooievaars vliegen in het najaar richting Afrika, waar ze overwinteren ten zuiden van de Sahara. Ook India is een overwinterplek voor ooievaars. Maar niet alle ooievaars trekken naar warme oorden, want ook in Nederland blijft een deel om de winter door te komen. Op de website van de Vogelbescherming staat de volgende oproep:

“Ook in 2015 wil STORK graag weten hoeveel overwinterende ooievaars er zijn. Zijn het er meer of minder zijn dan de 523 in 2014? Daarom roept STORK, samen met Pieter van Vollenhoven, de hulp in van ooievaars- en vogelliefhebbers. Help mee met tellen en ringen aflezen in het weekend van 10 en 11 januari 2015.”

Het tellen kan iedereen individueel doen, of het is mogelijk om zich bij een groep aan te sluiten. Daar kun je op zaterdag 11 januari terecht tussen 14 en 16 uur bij het weiland naast Huis ten Bosch, aan de Bezuidenhoutseweg 360 in Den Haag (begin Reigersbergenweg). STORK en de Haagse Vogelbescherming staan daar met telescopen om ringnummers op afstand af te lezen. Zondags is STORK tussen 13 en 15 uur aanwezig bij ooievaarsstation De Lokkerij in De Schiphorst.

Wie liever zelf op stap gaat kan zijn of haar tellingen doorgeven via waarneming.nl, via de website van STORK, middels het sturen van een e-mail naar wintertelling2015@ooievaars.eu, of telefonisch via nummer 06 – 57 80 12 95.

Officieel is de ooievaar geen bedreigde soort in Nederland, maar in de 19e en 20ste eeuw was er een sterke afname in delen van Europa. Dit kwam vooral door wijzigingen in de landbouwtradities. Het laatste in het wild levende exemplaar werd in België in 1895, in Zweden in 1955, in Zwitserland in 1950 en in Nederland in 1991 gezien. Daarna is de soort in veel gebieden geherintroduceerd. Dankzij beschermingsprogramma’s in heel Europa broedt de ooievaar weer volop in België, Nederland, Zwitserland en Zweden.

Bron: Vogelbescherming ©PiepVandaag.nl Bart van Riel