Het is met de ooievaar lange tijd niet goed gegaan. In de jaren zestig werd het dieptepunt bereikt en was de grote vogel in Nederland vrijwel uitgestorven. Wat was er aan de hand? Het gebruik van zware pesticiden zoals DDT hadden de weilanden zo goed als doodgemaakt. Klein dierlijk leven was er vrijwel niet meer en de vogels die daarvan afhankelijk waren, verdwenen. Nu gaat het beter met de ooievaar en duiken de nesten weer op. In Hoogeveen op een zeer opmerkelijke plek: de bovenleiding van een treinspoor.
Om hem te laten terugkeren, heeft Vogelbescherming Nederland in samenwerking met veel vrijwilligers sinds 1969 via een reddingsprogramma met ooievaarsstations weten te voorkomen dat de soort als broedvogel in Nederland uitstierf. Inmiddels staat de vogel niet meer op de Rode Lijst, is hij beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming en is het aantal broedparen toegenomen tot meer dan 1.300. Bovendien breiden de broedgebieden zich uit.
In de koude dagen zoeken ooievaars net als mensen de warmte op. Vaak is het zuiden van Europa dan de bestemming. Maar verschillende groepen opportunistische ooievaars verblijven steeds vaker in Nederland: https://t.co/JJfaAt3YK5 pic.twitter.com/bzI33Qt5OF
— NPO Radio 1 (@NPORadio1) January 13, 2019
Lieveling van het volk
Wim van Nee van Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK):
“De ooievaar is echt een lieveling van het volk. In heel Europa wordt hij geassocieerd met geluk. Hij zoekt altijd de mensen op. Al is het aan diezelfde mensen te danken dat hij is uitgestorven in de jaren ’60. Schaalvergroting in de landbouw en de daarbij horende gewasbeschermingsmiddelen waren er mede debet aan.”
Vogeltrek
Ooievaars die in Nederland leven volgen vooral de trekroute over Spanje en maken via Gibraltar de oversteek naar Afrika. De meeste andere (vooral Oost-Europese) ooievaars maken gebruik van een route via de Bosporus. De ooievaar is een uitstekende vlieger met trage vleugelslag, die goed gebruik weet te maken van thermiek. Van de Nederlandse ooievaars gaan de jongen allemaal op trek, van de broedvogels blijft ongeveer 35 procent in de winter in Nederland). De trekvogels keren vanaf februari terug en vertrekken weer vanaf augustus. In Nederland zie je ook doortrekkende Zweedse en Noord- Duitse ooievaars, soms in grote groepen op gemaaide graslanden.
Biotoopherstel
Hun leefgebieden zijn extensief beheerde weilanden in veenweidegebieden en uiterwaarden met een wisselende waterstand. Zowel lokaal als landelijk zijn initiatieven ontstaan om de situatie voor de ooievaars in hun omgeving te verbeteren. Rond projecten in uiterwaarden langs de grote rivieren, nieuwe plas-dras-situaties en extensief gebruikte graslanden lijken de ooievaars zich het beste thuis te voelen. Het aantal door paren bewoonde nesten neemt snel toe. Ooievaars hebben één legsel per jaar in april, met per nest 3-5 eieren die 33-34 dagen worden bebroed. Ze broeden op hoge plekken zoals bomen, schoorstenen, kerktorens, hoogspanningsmasten of door de mens gemaakte palen met houten platform.
Ooievaarsnest in #Garmerwolde #Groningen pic.twitter.com/6G7ALlINzp
— Tjaaktje ꨄ (@Tjaaktje) June 13, 2021
Ooievaars staan erom bekend dat ze monogaam zijn. Dit betekent dat een mannetje tijdens het broedseizoen met één vrouwtje een nest bouwt en de jongen opvoedt. Soms blijven de stelletjes meerdere broedseizoenen bij elkaar. Van romantiek is echter weinig sprake.
Frits Koopman, beheerder van de Stichting Ooievaarsbuitenstation De Lokkerij Reestdal, legt uit dat ooievaars nesttrouw zijn:
“Ooievaars zijn trouw aan het nest waar ze gebroed hebben. Elk jaar proberen ze op datzelfde nest te broeden. Met een beetje geluk treffen ze daar hetzelfde vrouwtje als vorig jaar. Komt er een mannetje op het nest dat dominanter is, kan het zomaar zijn dat hij de ander eraf dondert.”
Met ten minste 1.300 broedparen, die gemiddeld anderhalf jong per jaar krijgen, zit het aantal ooievaars aan het eind van de zomer in ons land jaarlijks op zo’n 4.600. Ze leven niet van kikkers, zoals vaak wordt gedacht, maar zijn vooral dol op regenwormen.
Historische nestlocaties raken opnieuw bewoond en er is een sterke toename van door ooievaars zelfgebouwde nesten, soms op grappige plaatsen.
Ooievaars bij elkaar op kraamvisite
Zoals in Hoogeveen, waar de ooievaars bij elkaar op kraamvisite kunnen gaan: op de bovenleiding van het treinspoor hebben de dieren er drie nesten naast elkaar gebouwd en op dit moment hebben ze jongen! De ouders vliegen af en aan met voedsel, getuige de kleine wachtende kopjes die boven het nest uitsteken. De lawaaiige treinen die een aantal keren per uur langs razen kan het jonge ooievaarsgeluk van de drie ooievaarsfamilies niet deren.
ProRail is niet heel blij
ProRail is niet heel blij met de ooievaarsnesten op de bovenleidingen. Naast voorbijrijdende treinen die de beestjes kunnen aanrijden vormt de hoogspanning een gevaar voor de nestelende ooievaars. Daarnaast is het ook een gevaar voor de treinen, want stel je voor dat er een nest naar beneden zou vallen!
Het is lastig om ooievaarsnesten van zulke plekken te verwijderen. Dat mag alleen met een vergunning. Deze wordt meestal afgegeven als de veiligheid in het geding is.
Een andere, adembenemende en tegelijk beangstigende plek is het nest op de verkeersportalen boven de A28 ter hoogte van Staphorst.
Vanwege mogelijke gevaarlijke verkeerssituaties werd de eerste bouwpoging medio maart afgebroken door Rijkswaterstaat. Maar een paar dagen later ging het stel weer nijver aan de slag. Evenals vorig jaar. Met een paar weken vliegen de jongen uit!
Een topplek, dachten deze #ooievaars. Mooi uitzicht en dicht bij het groen! Ze streken neer boven de A32 bij Meppel en de A28 bij Staphorst. Maar zo'n nest vlakbij druk verkeer kan gevaarlijk zijn voor weggebruikers én
ooievaars. Hoe we hier mee omgaan? 👉https://t.co/TBVem0SYiH pic.twitter.com/yy8vPlXcyx— Rijkswaterstaat (@Rijkswaterstaat) July 6, 2020
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg