Degenkrabben worden ondanks het bestaan van synthetische alternatieven nog steeds gebruikt voor het testen van vaccins. Het blauwe bloed van de geleedpotigen is uiterst geschikt voor het testen van de veiligheid van medische hulpmiddelen. Maar bij het aftappen van het bloed sterven grote aantallen. Alternatieve toxiciteitstesten kunnen een einde maken aan deze vorm van dierenleed.

degenkrabben
Onnodig testen van vaccins op degenkrabben | Foto: publiek domein

Degenkrabben evolueerden ongeveer 450 miljoen jaar geleden. Ondanks hun benaming, zijn ze nauwer gerelateerd aan spinnen dan aan kreeftachtigen. Er zijn vier soorten: drie uit Azië en één die leeft langs de oostkust van de Verenigde Staten. De laatstgenoemde soort is de belangrijkste bron van bloed voor medisch onderzoek en wordt daarom volop ingezet als proefdier.

Degenkrabben worden echter onnodig gebruikt en gedood voor medisch onderzoek. Hun blauwe bloed heeft een unieke werking die een cruciaal ingrediënt heeft gevormd voor het testen van de veiligheid van inentingen en insuline-injecties. Maar volgens wetenschappers zijn er al ruim 15 jaar een geschikte alternatieven voor toxiciteitstesten op de markt.

Blauw bloed degenkrabben

Het blauwe bloed van de degenkrab stolt wanneer het in aanraking komt met bacteriële gifstoffen. Wanneer de bloedcellen binnendringende micro-organismen tegenkomen, vormen ze stolsels en beschermen zo de rest van het lichaam van de degenkrab. Op deze manier kunnen gevaarlijke besmettingen in medische producten worden bespeurd.

Deze unieke werking van het bloed heeft in de jaren 70 wetenschappers ertoe gezet het synthetische alternatief voor het van bloed afgeleide testingrediënt, limulus amoebocyten lysaat (LAL), te ontwikkelen. Echter zijn veel laboratoria nog steeds niet overgestapt op alternatieve testmethodes wegens een gebrek aan wettelijke aanmoediging.

Overbevissing

De exploitatie van de degenkrab heeft geleid tot een exponentiële afname van hun populaties, met name die in belangrijke broedgebieden aan de oostkust van de Verenigde Staten. Honderdduizenden degenkrabben worden gevangen voor bloedafname; indien deze overleven, worden zij teruggezet in hun natuurlijke omgeving. Natuurlijkbeschermingsorganisaties schatten het aantal degenkrabben dat in 2021 stierf op ten minste 30 procent van het totale aantal gevangen degenkrabben, terwijl een andere bron het dodental schatte op 15 procent; van de in totaal 718.809 degenkrabben die werden verzameld, zouden er ´slechts´ 112.104 zijn gestorven.

Degenkrabben zijn bovendien niet alleen zeer geliefd bij wetenschappers voor toxiciteitstesten, maar ook bij vissers. De degenkrab is namelijk een belangrijke bron van aas. Vanwege de sterke daling van de populaties is er dit jaar een verbod op het vangen van vrouwelijke degenkrabben ingevoerd in verschillende staten, waaronder in Delaware Bay (New Jersey) en op meer dan 30 stranden in South Carolina.

Larry Niles, bioloog in Delaware:

“Visserijen, zoals de palingvisserij, die degenkrabben als aas gebruikten, nemen af, en er zijn alternatieven voor het gebruik van hun bloed voor medische producten. Er is dus helemaal geen reden om deze dieren te doden.”

Afname vogelpopulaties

De overexploitatie van de degenkrab leidt ook tot andere ecologische verschuivingen. Zo is er een sterke daling geconstateerd in bepaalde vogelpopulaties die zich voeden met de eieren van de degenkrab. Zo vliegen kanoetstrandlopers elk jaar van het uiterste punt in Zuid-Amerika naar het noordpoolgebied. Onderweg, in de lentemaanden, vinden zij hun rust- en voederplaats in Delaware Bay, te midden het broedseizoen van de degenkrab. De drastische afname van 94 procent van de kanoetstrandloperpopulatie in de afgelopen 40 jaar wordt toegeschreven aan de afname van het aantal degenkrabben. Larry Niles:

“Ongeveer de helft van het bloed van elke degenkrab wordt afgenomen en dat is gewoon te veel. Ze worden in grote aantallen gedood en dat heeft ernstige ecologische gevolgen, niet alleen voor de krabben, maar ook voor andere wezens die de eieren eten die de degenkrab legt.”

kanoetstrandloper
Kanoet of kanoetstrandloper (Calidris canutus) (zomerkleed) | Foto: Hans Hillewaert via Wikipedia

Nieuwe wetgeving

Er is hoop voor de degenkrab. Recente wijzigingen in de regels die zijn opgesteld door medische toezichthouders die kwaliteits- en identiteitsnormen voor medicijnen vaststellen, hebben gewezen op de mogelijkheid om het blauwe bloed te vervangen door tests die synthetische ingrediënten gebruiken.

Europese, Japanse en Chinese farmacopeeën hebben al een regelgeving aangenomen die erop gericht is een dergelijk doel te bereiken, en een soortgelijke beslissing wordt verwacht in de VS.

Kortom: De exploitatie van degenkrabben is niet alleen wreed, maar zet bovendien een ecologische kettingreactie van rampen in gang. En bovenal, is het uitvoeren van testen met het blauwe bloed van deze dieren totaal onnodig in de medische wereld.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Jennie Cools