Het blijft een raadsel waarom er zo veel grijze walvissen aanspoelen aan de Noord-Amerikaanse westkust. Alleen al dit jaar werden in Alaska, Oregon, Washington en Californië maar liefst 70 dode grijze walvissen aangetroffen. Van dit aantal strandden 21 dieren langs de Californische kust. Omdat niet ieder dood dier het land bereikt is het vermoeden dat het aantal dode walvissen nog veel hoger ligt.
Wetenschappers starten een onderzoek van het National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA), het federaal agentschap in de VS dat zich bezighoudt met oceanografie gaan onderzoek doen naar de hoge sterfte onder de dieren. Normaal gesproken stranden er gemiddeld 35 walvissen in een jaar in de VS.
Vetreserve
Gedurende de zomermaanden verblijven de dieren in de Arctische wateren rond de Noordpool, om daarna af te zakken richting Mexico om daar te overwinteren. Het zou kunnen dat de dieren voor deze lange tocht dit jaar niet genoeg vetreserves hebben opgebouwd om te overleven, aldus een woordvoerder van NOAA:
“Veel van de walvissen waren mager en ondervoed en dat suggereert dat ze misschien niet genoeg te eten hadden tijdens het laatste voedingsseizoen in het Noordpoolgebied.”
Een van de mogelijke redenen voor de grootschalige sterfte is dat de vlokreeftjes of krill, kleine (schaal)diertjes die de walvissen eten, door het smelten van het ijs op zee verder naar het noorden zijn getrokken. Walvissen zouden daardoor veel verder moeten zwemmen voor hun voedsel.
Sonar en stress
Uit onderzoek gepubliceerd eerder dit jaar, waarbij 21 wetenschappers hebben samengewerkt, blijkt dat een belangrijke oorzaak van de strandingen van walvissen de sonar van schepen is. De dieren krijgen er namelijk decompressieziekte van, net als bij duikers. Want ook al kan je nog zo goed duiken, de dieren krijgen volgens dat onderzoek last van stikstofbellen in hun bloed wanneer ze, net als duikers, te snel naar de oppervlakte komen.
Dat ze veel te snel naar de oppervlakte komen is het gevolg van pure paniek door de geluiden afkomstig van de schepen. Yara Bernaldo de Quiros van de universiteit van Las Palmas op Gran Canaria:
“Als ze in de buurt komen van sonar raken ze gestrest en zwemmen ze zo snel mogelijk weg van de geluidsbron. Daardoor veranderen ze hun duikpatroon. Hun stress wint het van hun duiktechniek en daardoor krijgen ze stikstof in hun bloed. Alsof ze een shot adrenaline krijgen.”
Vooral van sonar met middenfrequenties zouden de dieren in paniek raken. In de jaren vijftig werden deze specifieke sonars ontwikkeld om duikboten te detecteren en op dit moment worden ze gebruikt voor militaire oefeningen en voor patrouilles op zee, vooral door de lidstaten van de NAVO en door de VS.
- Lees ook:
Bron:
©AnimalsToday.nl