De heropening in Parijs van de Notre-Dame-kathedraal in december 2024 markeert niet alleen een architectonische triomf voor de Fransen, maar brengt ook hoop voor de terugkeer van diverse beschermde diersoorten. De Liga voor de Bescherming van Vogels (LPO) heeft hierin een cruciale rol gespeeld. Hierdoor kan de Notre-Dame weer net als vroeger een ‘stedelijk natuurreservaat‘ vormen voor allerhande dieren, van torenvalken tot bijenvolken.
De Notre-Dame is meer dan een kathedraal; het is een uniek stedelijk ecosysteem. De hoge structuur, met haar talloze verborgen spleten en originele middeleeuwse gevelopeningen – oorspronkelijk bedoeld voor bouwbalken – biedt een perfect toevluchtsoord voor stadsdieren. Terwijl Parijs moderniseerde en natuurlijke habitats verdwenen, werd de kathedraal steeds belangrijker als schuilplaats voor wilde dieren.
Torenvalken en de Notre-Dame
De band tussen torenvalken en de Notre-Dame gaat terug tot minstens 1840. Ze verdwenen tijdelijk rond 1870, maar keerden halverwege de 20e eeuw terug naar hun unieke plek. Het broedseizoen van de torenvalken is een bijzonder schouwspel. In maart en april, tijdens de paarvorming, vertonen ze acrobatische vluchten met veel geluid. Daarna volgt een stille periode waarin het vrouwtje broedt terwijl het mannetje voedsel aanvoert.
Brand in de Notre-Dame
De dramatische brand van 2019 verdreef een torenvalkenpaar dat zich net voorbereidde op het nestseizoen. Hoewel ze later probeerden terug te keren, werden ze afgeschrikt door de drones die voor metingen werden gebruikt. Een hoopvol teken kwam in 2022, toen een koppel succesvol broedde in een torenspits achter de Noordertoren. Volgens Elsa Caudron, projectleider bij LPO Île-de-France, is de architectuur van de Notre-Dame bijna perfect ontworpen voor wilde dieren:
“Je hebt de mussen die achter de beelden kruipen, en de valken die in de torenspitsen nestelen. Met de nabijgelegen Square Jean-XXIII en de Seine als voedselbronnen is het een ideale habitat.”
.
Vogelschuilplaatsen
De LPO heeft sinds 2022 nauw samengewerkt met de restauratieteams om de wilde dieren te beschermen. Dit omvatte technische beoordelingen van nestplaatsen, training voor bouwteams in het herkennen en beschermen van wilde dieren, met regelmatige inventarisaties. De gemeente Parijs wees bovendien de omliggende pleinen aan als vogelschuilplaatsen, wat het grootste netwerk van zijn soort in Frankrijk werd. Bekijk hieronder de omgeving van de Notre-Dame vanuit een bijzonder perspectief:
.
Niet alleen de Notre-Dame
De Notre-Dame deelt haar rol als stedelijk natuurreservaat met andere Parijse monumenten. De Eiffeltoren, Arc de Triomphe, en Sacré-Coeur huisvesten ook torenvalken, die een voorliefde lijken te hebben voor hoge gebouwen met raamloze gevels en vrij uitzicht. Elsa Caudon, projectleider Natuur in de Stad en Ruimtelijke Ordening bij LPO Île-de-France:
“De valken probeerden na de brand terug te komen naar hun nest, maar de drones die de metingen uitvoerden schrokken hen af, dus vertrokken ze.”
Onderstaande reportage van 9 jaar geleden gaat over de ‘valken van de Notre-Dame’:
.
.
Op 5 december 2024 gaf de LPO Île-de-France op haar website aan dat in 2022 een koppel (oorspronkelijke bewoners?) zich had kunnen voortplanten in een torenspits achter de Noordertoren van de Notre-Dame. Volgens Elsa Caudron vestigen wilde diersoorten zich nu weer in het monument dankzij de herwonnen rust:
“Het is een architectuur met veel overstekken, uitsparingen, met beelden, het is er bijna voor ontworpen. Je hebt bijvoorbeeld de mussen die achter de beelden kruipen, en dan heb je de valken die in de gaten in de torenspitsen nestelen. Daar maken ze kleine huisjes van, het is echt perfect. En vergeet vooral de omgeving van het gebouw niet, met de struiken van Square Jean-XXIII en de Seine, die hen voedsel bieden.”
Beschermde torenvalk
Torenvalken zijn bekend om hun karakteristieke ‘bidden’ – het stilhangen in de lucht boven hun jachtgebied. Gedurende de maanden maart en april, de maanden van paarvorming, mogen ze nooit gestoord worden. Het paren geeft een schouwspel van acrobatiek, van kreten, en van onophoudelijk komen en gaan. Daarna volgt een maand van stilte, waarin het vrouwtje bezig is met broeden, terwijl ze door het mannetje van voedsel wordt voorzien. De torenvalken van Parijs jagen voornamelijk op woelmuizen in het open land rond de hoofdstad (bijvoorbeeld Bois de Vincennes), maar tijdens het broedseizoen, om de jongen te voeden, vangen ze ook veel mussen.
In Nederland was de torenvalk lange tijd de talrijkste broedende roofvogel. Tegenwoordig is die plek ingenomen door de buizerd. Door gebruik van landbouwgif daalden de landelijke aantallen van de torenvalk rond 1960. Na een verbod op dat landbouwgif. In ons land staat de torenvalk op de Rode Lijst, want het gaat slecht met de muizenetende roofvogel. Daarom vragen de Vogelbescherming en Sovon samen met enkele andere organisaties extra aandacht voor de torenvalk, want 2025 is het Jaar van de Torenvalk.
Door brand verjaagde dieren
Gelukkig zorgde de vogelbeschermingsorganisatie LPO ervoor dat de Notre-Dame weer een toevluchtsoord werd voor wilde dieren in de stad. Deze samenwerking omvatte technische beoordelingen om potentiële nestplaatsen te identificeren en evalueren, samen met voorstellen voor habitatverbeteringen. Bouwteams en ambachtslieden kregen training om wilde dieren te herkennen en te beschermen tijdens hun werk, terwijl LPO-natuuronderzoekers regelmatig inventarisaties uitvoeren van de soorten die op de locatie aanwezig zijn. Parijs wil de pleinen rond de kathedraal aanwijzen als vogelschuilplaatsen en dat vormt meteen het grootste netwerk van Frankrijk.
Een bredere missie
De restauratie van de Notre-Dame is onderdeel van een grotere beweging van de vogelbeschermingsinstantie om de biodiversiteit op historische en culturele locaties te beschermen. In 2022 installeerde LPO PACA bijvoorbeeld nestkasten voor gierzwaluwen en zwaluwen op de kathedraal Notre-Dame-et-Saint-Arnoux in Gap. De organisatie voerde ook ecologische beoordelingen uit voor zeven kathedralen in de regio. Ondertussen houdt LPO Occitanie toezicht op een paar slechtvalken die sinds 2001 nestelen op de kathedraal van Albi. Momenteel maken negen locaties, waaronder het Château d’Angers en het Saint-Cloud National Estate, deel uit van het LPO vogeltoevluchtsnetwerk.
De gerestaureerde kathedraal is niet alleen een bewijs van architectonische veerkracht. Het is ook een baken van hoop voor stedelijke wilde dieren, wat bewijst dat zelfs in het hart van een bruisende stad de natuur een thuis kan vinden. Dankzij zes jaar hard werken met het Liga is de restauratie uitgevoerd op een manier die de toegang voor vogels en vleermuizen behoudt. De kathedraalvogels zijn weer teruggekeerd.
.
Bijen
De Notre-Dame heeft ook een bijzondere bijenpopulatie, zoals je kunt zien in bovenstaande video. De circa 200.000 bijen uit de bijenkasten op de Notre-Dame hebben de brand in 2019 overleefd, tot grote opluchting van imker Nicolas Géant. De drie bijenkasten – met elk zo’n 60.000 bijen – werden in 2013 op het dak van de sacristie geplaatst om bij te dragen aan de biodiversiteit in Parijs. De diertjes zijn van een soort die als belangrijkste eigenschap heeft dat ze goedaardig zijn, een belangrijke eigenschap in de stad. Na de brand was op de satellietbeelden te zien dat ze in en uit de kasten vlogen.
Bronnen:
- BirdLife
- INA Paris Vintage/YouTube
- NOS Jeugdjournaal/YouTube
- One Dog Show/YouTube
- Le Parisien/YouTube
- Lees ook op AnimalsToday:
.
Stadsmerels worden ouder dan bosmerels maar zijn minder gezond
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg
Strijd mee tegen dierenleed!
De Notre-Dame is een stedelijk natuurreservaat voor wilde dieren