Ondanks de wereldwijde stop op de commerciële walvisjacht heeft Noorwegen toch een quotum uitgevaardigd voor het doden van 1278 dwergvinvissen voor de walvisvangst van dit jaar. Dierenwelzijnsorganisaties zijn kritisch.
Quotum
De Noorse minister van visserij, Odd Emil Ingebrigtsen, maakte het quotum afgelopen vrijdag bekend. Dit quotum is hetzelfde als vorig jaar, maar de minister hoopt dat de quota de komende jaren stijgen. Volgens hem is de vraag naar walvisvlees namelijk toegenomen. Ook de walvisindustrie beweert dat de vraag naar walvisvlees is gestegen, vooral sinds de coronapandemie. Toch blijkt uit onderzoek van het Animal Welfare Institute (AWI) dat slechts vier procent van de ondervraagde Noren ‘vaak’ walvisvlees eet, terwijl twee derde het nooit of ‘lang geleden’ heeft gegeten.
Vorig jaar duurde het walvisseizoen van 1 april tot 30 september. Het quotum van 1278 walvissen werd niet gehaald; er werden ‘maar’ iets meer dan vijfhonderd walvissen gedood. Dat was wel een stijging ten opzichte van 2019, toen werden er 429 walvissen gedood.
Versoepelingen
Vorig jaar jaagden dertien walvisvaarders met een vergunning op de walvissen. Om meer vaartuigen aan te moedigen deel te nemen is de wetgeving op een aantal punten versoepeld. Inspanningen van AWI tegen de versoepelingen waren tevergeefs; de directie van de visserij versoepelde de regels alsnog.
Een van die versoepelingen is het afschaffen van een verplichte kwalificatietest voor het schieten met geweren. Kate O’Connell van AWI is niet te spreken over de versoepelingen:
“Walvisvaarders toestaan deze noodzakelijke toetsen over te slaan is onaanvaardbaar en kan ernstige gevolgen hebben voor het dierenwelzijn.”
Walvissen die worden neergeschoten door harpoenen met granaattoppen zijn niet altijd op slag dood. Om een einde aan hun lijden te maken moeten ze met een geweer worden doodgeschoten. Ieder jaar komen op die manier tientallen walvissen vreselijk aan hun einde.
Wereldwijd moratorium
In 1982 stelde de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) een wereldwijd moratorium op de commerciële walvisvangst in om overbevissing te voorkomen. Alleen walvisjacht voor wetenschappelijke doeleinden, als onderdeel van traditie, of om te overleven zijn toegestaan. Noorwegen negeerde dit verbod en hervatte de walvisvangst elf jaar later. Sindsdien heeft het land meer dan veertienduizend dwergvinvissen gedood. Ook IJsland en Japan erkennen het tijdelijke verbod niet en gaan door met de walvisjacht.
Barbara Slee van het Internationaal Fonds voor Dierenwelzijn (IFAW):
“Noorwegen en IJsland zien het als hun recht om walvissen te doden. Dit is hun manier om gebruik te maken van natuurlijke hulpbronnen, maar het is verre van duurzaam of humaan.”
Bronnen:
© AnimalsToday.nl Sophie Jongma
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Walgelijk!
Noorwegen is zo’n enorm mooi land waar ook heel veel dingen goed geregeld zijn.
Verschrikkelijk triest dat zij ondanks hun rijkdom toch er voor kiezen om nog steeds op walvissen te jagen en nota bene het aantal ook nog eens gigantisch te verhogen.
De bevolking zou hier tegen in opstand moeten komen maar die zijn het misschien gewend en vinden het mogelijk “normaal”.
Arme dieren.
Ook zij zijn weer op een zeer meedogenloze, wrede, barbaarse manier het slachtoffer van de domheid, kortzichtigheid en hebzucht van de mens.