De Noorse overheid doet er alles aan om de omstreden walvisjacht in stand te houden. Bij een gebrek aan vraag vanuit de samenleving naar walvisvlees heeft de overheid een nieuwe afzetmarkt gevonden om de perverse walvisjacht in stand te kunnen houden; de diervoederindustrie.
Terwijl de Noorse walvisindustrie zich voorbereidt op het begin van het walvisseizoen 2019 vinden organisaties Environmental Investigation Agency (EIA) en het Animal Welfare Insitute (AWI) het tijd om dit hele gebeuren weer eens grondig onder de loep te nemen. In 2016 publiceerden zij een onderzoek waaruit bleek dat walvisvlees werd gebruikt om pelsdieren in de gruwelijke bontindustrie te voeren. Twee horrorindustrieën die elkaar op deze manier in stand houden en voeden – letterlijk. Susan Millward (EIA):
“Walvisjacht is wreed en heeft geen plaats in een beschaafde samenleving. Het doden van deze prachtige dieren met gevoelens en een bewustzijn teneinde lijdende dieren op pelsboerderijen te voeden, onderstreept waarom de wereld zich verzet tegen de walvisjacht en er blijkt duidelijk uit dat de Noorse bevolking geen behoefte heeft aan walvisvlees.”
Jacht op dwergvinvis
De walvis die bejaagd wordt is de dwergvinvis. De dwergvinvis is de kleinste vinvis en komt voor in alle oceanen. Ze migreren om voedsel te vinden en ze kunnen erg nieuwsgierig zijn; soms zwemmen ze een heel stuk met een passerende boot mee. Hun levensverwachting kan oplopen tot wel 60 jaar.
Noorwegen negeert wet
De mens is de enige bedreiging voor deze vinvis. De International Whaling Commission (IWC) is verantwoordelijk voor het vaststellen van het maximale aantal walvissen dat voor de commerciële vangst mag worden gevangen. Echter, in 1982 besloot de IWC een einde te maken aan de commerciële walvisjacht op alle soorten walvissen. Jacht voor wetenschappelijke doeleinden werd nog wel toegestaan en zowel Noorwegen als Japan hebben deze uitzondering op de regel gebruikt om een vergunning aan te vragen. Dat het land ernstig misbruik maakt van deze vergunning blijkt wel uit onderzoek van het EIA en het AWI in 2014; ruim 113 ton walvisvlees (dat staat gelijk aan vlees van zo’n 75 dwergvinvissen) kwam terecht bij Rogaland Pelsdyrfôrlaget, de grootste fabrikant van diervoeders voor de Noorse bontindustrie.
De door de Noorse overheid zwaar gesubsidieerde walvisindustrie druist hiermee ook in tegen het verzoek van de IWC in 2001 om de gehele walvisjacht en handel in walvisproducten stop te zetten.
Status van de dwergvinvis
De dwergvinvis wordt door de IUCN geclassificeerd als ‘niet bedreigd‘, omdat er naar schatting nog zo’n 200.000 individuen verspreid over de hele wereld leven. De soort loopt door de jacht van Noorwegen en Japan echter wel het gevaar om een kwetsbare diersoort te worden.
Toename jacht en export
Sinds 2012 heeft Noorwegen jaarlijks meer walvissen gedood dan welk ander land ook en in de afgelopen twee jaar heeft het land meer walvissen gedood dan IJsland en Japan tezamen. Ondanks een internationaal verbod op walvishandel is ook de Noorse export van walvisproducten toegenomen.
Hoewel de vraag naar walvisvlees in Noorwegen enorm is afgenomen zullen ook dit jaar zo’n 880 dwergvinvissen bejaagd worden. In het verleden werden ongewild walvisvlees en blubber (een dikke laag isolerend vet juist onder de huid van walvissen en andere diersoorten die leven in extreem koude klimaten – red.) gebruikt door de Noorse diervoederindustrie of zelfs overboord gedumpt of verbrand. Jennifer Lonsdale (EIA):
“De walvisvangst in Noorwegen schendt het internationale walvisverdrag voor commerciële vangst en gaat door ondanks een drastische daling van de vraag. De escalerende hoeveelheid walvisproducten die van Noorwegen naar Japan worden geëxporteerd en het gebruik van walvissen om de even wrede en controversiële pelsindustrie te voeden, zijn onaanvaardbaar. Het is tijd dat Noorwegen de commerciële walvisjacht beëindigt.”
Bronnen: EcoHustler Online Magazine, Environmental Investigation Agency ©AnimalsToday.nl Rianne Kingma
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Onvoorstelbaar.
Je blijft je keer op keer opnieuw verbazen over de bizarre, wrede dingen die met allerlei dieren uitgespookt worden en vervolgens de “verklaringen” die hiervoor gegeven worden.
In de meeste opzichten is Noorwegen een enorm fijn land, maar dit is een barbaarse kant van hen.