Onzekerheid over de effecten van menselijk handelen op klimaatverandering is verminderd, al waarschuwen experts dat dringende verlaging van CO2-niveaus nog steeds essentieel is om het leven op aarde zoals het nu is te kunnen behouden.
Nieuw onderzoek, dezelfde zorgen
Doemdenkers en eeuwige optimisten tezamen moeten waarschijnlijk hun klimaatverwachtingen aanpassen nadat een onderzoek vrijwel alle worst-case en best-case scenario’s uitsluit. Het is echter wel zeer waarschijnlijk dat we de 2°C-target van de Klimaatconferentie van Parijs 2015 niet gaan halen.
Een internationaal team van wetenschappers betrokken bij het onderzoek geeft aan dat zij het onderzoeksbereik van de waarschijnlijke klimaatresultaten verkleind hebben. Dit vermindert de onzekerheid die al lange tijd heerst en de publieke discussies over dit onderwerp. Hierdoor zullen beleidsmakers het makkelijker krijgen om het juiste beleid te kunnen doorvoeren en het scepticisme onder zowel de bevolking, bedrijven en overheden te verminderen. Het maakt de zorgen voor het huidige leven op aarde er echter niet minder door.
Reto Knutti, professor van klimaatfysica aan de ETH Zurich’s Instituut voor Atmosferische en klimaatwetenschap, zei hierover:
“De kernboodschap is dat we helaas niet kunnen verwachten dat geluk ons zal beschermen van klimaatverandering. Het goede nieuws van het onderzoek is dat we het bereik van toekomstscenario’s van de opwarming van de aarde op de lange termijn ietwat hebben versmald. Het slechte nieuws is dat we niet langer kunnen hopen of claimen dat het probleem vanzelf weg zal gaan op magische wijze.”
Nieuw onderzoek, duidelijker toekomstbeeld
Het intergouvernementeel panel voor klimaatverandering (IPCC) van de Verenigde Naties had tot op heden een kans van 66 procent geschat op een opwarming van tussen de 1,5°C en 4,5°C bij een verdubbeling van koolstofdioxide in de atmosfeer, vergeleken met het pre-industriële niveau van 260 ppm (deeltjes per miljoen). In mei bereikte de hoeveelheid CO2-deeltjes in de atmosfeer 417 ppm en deze stijgt gemiddeld met 2,5 ppm per jaar.
Het onderzoek, gepubliceerd in Reviews of Geophysics, verkleint de waarschijnlijke klimaatgevoeligheidswijdte van 66 procent naar tussen de 2,6°C en 3,9°C. Het is mogelijk dat het bereik ietwat breder zal zijn als onzekerheden worden geïncludeerd. Deze kleinere reeks is nog steeds gevaarlijk hoog, wat betekent dat er geen ruimte is voor zelfgenoegzaamheid, al zijn de meest verschrikkelijke voorspellingen nu wel een stuk minder waarschijnlijk.
Een van de auteurs van het onderzoek, Zeke Hausfather van de Energy and Resources group aan de Universiteit van Californië, Berkeley, zei hierover:
“Het is geen geweldig goed nieuws. Het verkleint de waarschijnlijkheid van sommige catastrophaal hoge schattingen. Als we planden voor het ergste, dan is het ergste een stuk minder waarschijnlijk geworden. Echter, het betekent dat in essentie we meer moeten doen voor klimaatverandering. We zijn bij lange na niet op schema hiervoor.”
Klimaatgevoeligheid and the Holy Grail
Klimaatgevoeligheid meet de vatbaarheid van het klimaat van de planeet voor menselijke invloed. Het werd beschouwd als de heilige graal van klimaatonderzoek sinds de eerste 1,5°C á 4,5°C schatting in 1979. Talrijke rapporten zijn gepubliceerd over het onderwerp, al was het bereik nauwelijks veranderd tot op heden.
Het laatste onderzoek is een stuk preciezer en zal waarschijnlijk het meest invloedrijke onderzoek tot dusver worden omdat het is geschreven door meer dan een dozijn experts en gebruik maakt van de meest uiteenlopende bewijs en onderzoeksresultaten. Hieronder vallen geobserveerde fysieke processen, historische klimaatcijfers en gegevens van de ijstijd.
De hoofdauteur van de studie, Professor Steve Sherwood van de Klimaatverandering Onderzoekscentrum aan de Universiteit van New South Wales, zei dat het begrijpen van het potentiële bereik van klimaatverandering cruciaal is. Hij zei ook dat:
“Alle andere impacten van klimaatverandering schalen mee met klimaatgevoeligheid. Hoe groter het cijfer, hoe hoger de globale temperatuur stijgt en hoe groter alle andere impacten zal zijn. Het onderzoek heeft effectief uitgesloten dat klimaatgevoeligheid onder de 2,5°C zal zijn, al is het lastiger om vol vertrouwen hetzelfde te kunnen zeggen over het bereik van hogere temperatuur. Als klimaatgevoeligheid aan de hogere kant is, dan is er nagenoeg geen mogelijkheid om het klimaatakkoord van Parijs na te leven en zullen we met zijn allen er keihard aan moeten trekken om zo een catastrofe te voorkomen.”
Gabi Hegerl, een professor aan de Universiteit van Edinburgh en betrokken bij eerdere klimaatgevoeligheidsstudies, gaf aan dat het laatste onderzoek verder is gegaan dan welk onderzoek dan ook in het bij elkaar brengen van verschillende sets van bewijs. Sommigen sets helpen om de hogere schattingen, en andere de lagere schattingen uit te sluiten. Ze zei hierover:
“Ze vertellen ons meer tezamen dan afzonderlijk. We zullen nooit onzekerheid compleet uitsluiten, maar dit is zo rigoureus als mogelijk is. Klimaatgevoeligheid is een theoretisch concept, maar het verkleint onze beslissingsruimte. Wat daadwerkelijk zal gebeuren hangt af van onze acties. Ik hoop dat we nooit erachter komen wie gelijk heeft, ik wil niet naar een temperatuurverhoging die we verwachten van verdubbelde CO2-niveaus.”
Deze samenstroming van bronnen heeft ervoor gezorgd dat wetenschappers met een waarschijnlijkheid van 90 procent kunnen schatten dat klimaatgevoeligheid tussen de 2,3°C en 4,7°C zal zijn. In deze reeks zal het meest waarschijnlijke niveau van klimaatgevoeligheid boven de 3°C zijn. Hausfather meent dat het ontzettend onwaarschijnlijk is dat klimaatgevoeligheid onder de 2°C zal komen. Boven de 5°C is wel nog steeds een mogelijkheid, al geeft het onderzoek aan dat de kans dat dit zal gebeuren zo´n 10 procent is.
CO2 – Een groeiend probleem
Eerder dit jaar sugereerden een paar klimaatmodellen, waaronder sommige van de meest geavanceerde in de wereld, dat klimaatgevoeligheid boven de 5°C zou kunnen komen. Dit zorgde voor alarm. Deze hoge reeksen waren niet inbegrepen in het onderzoek van afgelopen week, aangezien ze enkel mogelijk zijn als er absoluut niks wordt gedaan aan de klimaatverandering en er juist meer CO2 de atmosfeer in wordt gepompt.
Op 9 mei 2013 behaalden we de mijlpaal van 400 deeltjes CO2 per miljoen. Voor het eerst in de geschiedenis van de mens (Homo Sapiens) werd dit niveau behaald. Globale temperaturen zijn parallel gestegen met de ppm, met 2016 als heetste jaar sinds het archief werd opgesteld in 1880. 2016 was ongeveer 1,1°C warmer dan de globale temperatuur in pre-industriële tijden.
Met de huidige groei van CO2 in acht genomen zullen we de 500 ppm behalen binnen 50 jaar vanaf het heden. Dit zal ervoor zorgen dat we te maken zullen krijgen met een temperatuurverhoging van meer dan 3°C. Dit zal dan vervolgens weer zorgen dat er periodes van extreem weer komen en het zeeniveau zal stijgen, waardoor onze globale voedselvoorziening in gevaar zal komen. Dit zal dan weer zorgen voor massale migraties en gebieden zoals het Amazoneregenwoud zullen vernietigd worden door droogte en bosbranden.
70 jaar oud CO2-onderzoek als basis
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw werd er een onderzoek gedaan door Charles David Keeling. Hij besloot samen met een team om CO2-niveaus te meten en koos daarvoor de vulkaan Mauna Loa als locatie. Dit was een ideale plek om het onderzoek uit te voeren, aangezien het zich op 3.400 meter boven zeeniveau in het midden van de oceaan bevindt, waardoor er een luchtmassa kon worden getest die gemixt was door input en output van CO2 zowel ver beneden de locatie als ver weg van de locatie. En gezien de locatie een vulkaan was, waren er ook geen planten in de omgeving die het CO2-gehalte in de lokale atmosfeer aantastte door het zogeheten ‘ademen’ van planten.
Hawaii’s Manua Loa is the world’s largest volcano and is among the most active volcanoes in the world. #WorldTourismDay pic.twitter.com/NZdupDve8q
— U.S. Consulate Mumbai (@USAndMumbai) September 27, 2016
De start van het onderzoek van Keeling was goed getimed, aangezien in de jaren vijftig van de vorige eeuw de mensgedreven emissies pas echt de pan uitstegen, met ongeveer 5 miljard ton aan CO2 per jaar in 1950 tot meer dan 35 miljard ton aan CO2 vandaag de dag. Natuurlijke bronnen van CO2, van bosbranden tot bodem- en plant ademhaling en decompositie, zijn veel groter dan dat – ongeveer 30 keer zo groot als wat wij als mensen jaarlijks produceren. Echter, de natuur houdt zichzelf in stand en er zijn verschillende natuurlijke factoren die de natuurlijke bronnen egaliseren, zoals plantengroei en de oceanen. Het is het overschot aan CO2 geproduceerd door de menselijke dorst voor energie en groei dat de CO2 niveaus in de atmosfeer alsmaar vergroten. Als de gassen eenmaal in de lucht zijn, kunnen zij hier blijven voor millennia.
Zorgen voor de toekomst
Aan het einde van de jaren vijftig was de jaarlijkse groei van CO2 deeltjes in de atmosfeer ongeveer 0,7 ppm, van 2005 tot 2014 was het ongeveer 2,1 ppm per jaar. 400 CO2 deeltjes per miljoen lijkt misschien een groot en eng cijfer op het moment, maar de CO2-concentraties kunnen gemakkelijk de 500 ppm passeren in de komende decennia. Het kan zelfs meer dan 2.000 worden rond het jaar 2250, als we er niet voor zorgen dat de CO2-uitstoot onder controle komt.
Het voorspellen van toekomstige CO2-niveaus in de atmosfeer is gecompliceerd; zelfs als we weten wat zal gebeuren met de menselijke uitstoot, wat afhankelijk is van internationale beleidsmaatregelen en technologische vooruitgangen, is het netwerk van natuurlijke bronnen van de planeet immens en onderling verbonden. Sommige planten groeien sneller in een koolstofrijke omgeving, ontbossing neemt sommige planten uit de vergelijking en de oceanen slaan verschillende hoeveelheden CO2 op afhankelijk van de temperatuur en circulatie.
Columbia University klimaatguru James Hansen zei hierover:
“Als de mensheid een planeet wil behouden vergelijkbaar met wat we tot dusver hebben gehad in de grofweg 300.000 jaar dat wij als soort bestaan en waarin onze samenleving in ontwikkeld is, in opbloeide en het huidige leven op aarde op is aangepast, dan moet het CO2-gehalte teruggebracht worden naar maximaal 350 ppm. We zijn deze mijlpaal voorbijgegaan in 1990 en het zal een gigantische inspanning vergen om de klok terug te draaien.”
Het komt er dus op neer dat als we niet met zijn allen per direct het roer omgooien de toekomst er slecht uit zal zien. De bosbranden die elk jaar erger worden zullen alleen maar frequenter plaatsvinden en een hogere intensiteit hebben, het klimaat zal globaal veranderen waardoor de nu vruchtbare gebieden niet langer bruikbaar zullen zijn. De zeespiegel zal stijgen en grote delen van Nederland zullen onder water komen te staan. En dit is nog maar het puntje van de ijsberg, want veel meer dan een puntje van ijsbergen zal er ook niet overblijven. Zo zijn er nog vele gevolgen voor het klimaat en de natuur zoals we deze nu gewend zijn.
Het is echter een fenomeen dat al jaren speelt en er is sinds de klimaatconferentie in Parijs in 2015 niet genoeg actie is ondernomen om dit serieuze probleem aan te pakken. Het lijkt wel alsof wij als mensheid niet begrijpen wat voor een gevaar een groot probleem dat we niet direct kunnen meemaken of geheel begrijpen kan zijn voor onze samenleving, hoe duidelijk de effecten ook al zichtbaar zijn. Dit is ook te zien in de huidige situatie met het coronavirus. Pas als wijzelf of een van onze naasten in het ziekenhuis terechtkomen, beseffen we hoe ernstig de situatie is. En dan is het al te laat.
Bron:
©AnimalsToday.nl Roy Geers