Om uit de zon te blijven, gebruiken de reptielen op het atol Aldabra een nooit eerder geziene strategie.
Voor reuzenschildpadden die in de tropen leven geldt dat je óf een manier vindt om uit de zon te blijven óf je sterft. Meestal betekent dit het heetste deel van de dag afwachten achter een rots of in de schaduw van een boom of struik. Maar op Aldabra, een atol van de Seychellen in de Indische Oceaan, hebben de Aldabra schildpadden (Aldabrachelys gigantea) een andere strategie die bij geen enkele schildpaddensoort eerder werd gedocumenteerd: ze schuilen in grotten.
Belangrijker nog, er is reden te geloven dat dit gedrag ver terug in de tijd gaat, zegt Dennis Hansen, leider van het team dat de rotsbewonende reptielen ontdekte. Het heeft te maken met de gladde, ooit grillige paden die de schildpadden door de eeuwen heen hebben uitgesleten met hun dagelijkse geklauter naar de grotten.
“De schildpadden gebruiken ze al een zeer lange tijd”, zegt Hansen, tropisch ecoloog aan de Universiteit van Zürich in Zwitserland.
Kwestie van leven of dood
Tijdens het regenseizoen, van november tot april, kan de temperatuur op Aldabra oplopen tot wel 43 graden Celsius. Dit betekent dat de ongeveer 100.000 reuzenschildpadden die op dit verhoogde koraalrif wonen schaduw moeten vinden, anders lopen zij het risico te sterven aan oververhitting. Schildpadden zijn koudbloedig, wat inhoudt dat ze voor hun lichaamstemperatuur afhankelijk zijn van hun omgeving.
“Ze kunnen niet hijgen of zweten zoals zoogdieren doen om hun lichaamstemperatuur te laten zakken. Ze moeten een koelere plek vinden om naartoe te gaan”, zegt David Steen, onafhankelijk wildlife ecoloog aan de Auburn Universiteit in Alabama.
Wanneer de zon niet op z’n heetst is, besteden de reptielen hun tijd aan het afgrazen van de grasrijke laagvlaktes van het atol. In de late ochtend beginnen de dieren hun afdaling naar de koelere grotten.
“Ze gaan in een groep. Het is een lange stroom van schildpadden die in de rij staan om naar binnen te gaan. Een vrij traag proces, zoals je je kan voorstellen”, aldus Richard Baxter, veldbioloog aan de Universiteit van Zurich, tevens deel van het team.
De grootste van de twee grotten die ontdekt zijn door Hansen en Baxter is bijna 5 meter diep en kan beschutting bieden aan wel 85 elkaar verdringende schildpadden tegelijk. Echter, hij is zo’n 200 tot 300 meter verwijderd van alle andere grotten. Dat betekent dat het voor de langzame schildpadden, een kwetsbare diersoort volgens de International Union for Conservation of Nature (IUCN), gevaarlijk is om te rekenen op beschutting in de kleine holte. En inderdaad, er is bewijs van het lot dat de laatkomers staat te wachten: de ingangen zijn bezaaid met schildpadbotten.
Niet te snel
De door National Geographic gesteunde Stephen Blake, die de galapagosschildpadden aan de andere kant van de wereld bestudeert, vermoedt dat er allerlei interessante sociale fenomenen meespelen.
“Het zou geen verrassing als er hiërarchieën zijn waarbij de dominante dieren de beste plekken krijgen”, zegt Blake.
Als het gaat om koel blijven is het handig om als eerste de grot te betreden, maar dat kan wel betekenen dat je de laatste bent die de grot uitkomt, waardoor er minder tijd is om te eten van de dichtbijgelegen vegetatie. Stel je voor: je hebt honger, maar je moet wachten op tientallen schildpadden die hun weg uit de grotten omhoog kruipen.
Ecosysteem-ingenieurs
De dagelijkse aanwezigheid van de schildpadden in de grotten kan ook voor een uniek soort ecosysteem zorgen volgens Hansen en Baxter.
De dieren hebben een enorme impact op de wereld rondom hen door het korthouden van de vegetatie met hun bek tot wat ‘schildpaddenturf’ wordt genoemd, het verslijten van de rotsen met hun schilden en het verspreiden van zaden via hun uitwerpselen. Ook lijkt de enorme hoeveelheid uitwerpselen in de grot andere Aldabra-bewoners te voeden, zoals krabben en insecten.
“Net zoals olifanten in Afrika zijn schildpadden ook ecosysteem-ingenieurs”, zegt Hansen.
Bron: NationalGeographic.com ©PiepVandaag.nl Esther van der Spek
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Zwanen. Het verbaasde me dat, terwijl zwanen beschermde dieren zijn, plaatselijke en/of regionale overheden kennelijk nogal gemakkelijk zijn met het afgeven van ontheffingen voor deze als beschermd geoormerkte diersoort.
Het ‘probleem’ zou liggen in het gevaar dat zwanen in het Groene Hart de weiden zouden kaalvreten. Volgens mij is dat een fabel.
Ook ik woon in een ‘groen’ gebied, en ja: er zijn zwanen, maar een door zwanen kaalgevreten weide heb ik echt nog nooit gezien. Wel gras genoeg voor paarden en koeien!
Sterker nog: vogelmest, voor zover ik weet, is een van de vruchtbaarste soorten mest. Bovendien wordt er in ‘drassige’ perioden meer schade aangericht aan de weiden door koeien- en paardenhoeven dan door zwanen.
Ik ben totaal geshockeerd door het ongehoorde sadisme waarmee deze ‘jagers’ zwanen te lijf gaan, getuige de reportage van ‘Eén Vandaag’, 25 februari j.l.
Hoe kan het dat voor een landelijk beschermde diersoort door lagere overheden ontheffingen worden afgegeven als pepermuntjes? Is dit niet terug te draaien, ofwel: zijn de gemeentelijke of regionale overheden niet strafbaar als zij tegen landelijke regels ingaan? Deze lagere overheden zouden in staat gesteld moeten worden om met onmiddellijke ingang de door hen verleende ontheffingen te moeten intrekken.
Het sadisme dat de ‘jagers’ m.i. lieten zien, door
a: de dieren bewust en met kennelijk genoegen te laten creperen,
b: en de aangeschoten dieren onnodig verder te beschadigen,
waarbij zij ten onrechte een nogal trotse en triomfantelijke houding aannamen.
Het bewust en opzettelijk dieren schaden dan wel verwaarlozen is een delict, en dus strafbaar in ons land.
Een zinnige regelgeving over het afschieten van zwanen die landelijk de status van beschermde diersoort zouden ‘genieten’, terwijl er door zwanen zelden dusdanige schade wordt aangericht dat deze rampzalig zou zijn.
Ik doe een beroep op Minister Schulz van Haegen-Maas Geesteranus, en op Staatssecretaris Dijksma om deze door lagere overheden verleende ontheffingen zo spoedig mogelijk in te trekken.
Intussen zijn de zwanen ‘het haasje’ – hoe lang nog?