In Central Tuli Block, een strook land in het oosten van Botswana op de grens met Zuid-Afrika, zet Stichting Timbo Afrika zich in voor regionale ontwikkeling met oog voor natuurbehoud, wildlife én betaald werk voor de lokale bevolking. In nagedachtenis aan zijn neef Tim begon Albert Hartog ruim 10 jaar geleden met de stichting, geholpen door een passie voor wildlife, een doortastend karakter en een zak met geld. De doelen die hij zich toen stelde zijn nog onverkort van kracht, en met succes. Onze redacteur Laura Lancée sprak erover met Jurgen Elbertse, als bestuurslid Botswana verantwoordelijk voor de voortgang van projecten in de regio Botswana-Mozambique, die hij gedeeltelijk bestiert vanuit zijn woonplaats in Zuid-Afrika.

Natuurbeheer
Natuurbeheer in Botswana: het kan! | Foto: Pixabay

Hoe is de stichting ontstaan?

Het idee voor de stichting en het eerste project ontstonden in Kwazulu Natal, waar Albert Hartog – vermogend Nederlander met een hart voor wildlife – constateerde dat veel luipaarden werden doodgeschoten voor de kleding van stamhoofden en rituele leiders. Hij besloot daar iets aan te doen en ontwikkelde een ‘fake fur’ alternatief materiaal. Door de goede kwaliteit van het materiaal én door veel praten en onderhandelen, werd het een groot succes. Zie hierover de korte film Furs for Life:

De actie heeft mogelijk duizenden luipaarden het leven gered. Dat smaakte naar meer en de oprichting van de stichting werd een feit, vanaf de oevers van de Limpopo rivier wordt sindsdien gewerkt aan de realisatie van drie hoofddoelen:

  1. Het creëren van wildlife corridors (migratiewegen) zodat wilde dieren vrij en veilig kunnen migreren;
  2. Het betrekken van de gemeenschap om zo goed mogelijk het human vs. wildlife conflict op te lossen, waar mogelijk in combinatie met het stimuleren en ondersteunen van jongeren bij het opbouwen van hun carrière in natuurparken in Afrika; en
  3. Bescherming, research en de herplaatsing van bedreigde diersoorten in Afrika, zoals de neushoorn.

Een geïntegreerde benadering van een complex probleem. Veel mensen zouden zich afvragen waar ze moesten beginnen. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

De stichting is vanaf het begin gericht geweest op het bereiken van meerwaarde voor natuur, dieren én mensen, zonder afhankelijk te worden van donaties. Daarom zijn we begonnen met de inrichting van twee luxe safarikampen, uiteraard duurzaam gebouwd en gerund, voor toeristen. De inkomsten komen geheel ten goede aan het werk van de stichting, en bieden continuïteit en onafhankelijkheid. Voor de lokale bevolking betekenen de kampen werk en inkomen, soms een opleiding, en in ieder geval een reden om de natuur en de dieren te willen beschermen. De twee kampen, Koro River Camp en Koro Island Camp, zijn een bezoekje meer dan waard. De rangers vertellen veel, er zijn fantastische safari trips en er zijn allerlei mogelijkheden om aan natuurbehoud en -bescherming bij te dragen.

Grappig dat deze aanpak zich dus eerst richt op inkomsten en mensen, en pas dan op natuur en dier.

Natuurbeheer heeft gewoon geen enkele zin als dat niet gepaard gaat met oog voor de mensen eromheen. Ze leven nu eenmaal samen en dat kan goed uitpakken of minder goed, denk aan olifanten die de oogst ruïneren, terwijl de lokale fruitteler zijn producten verkoopt aan toeristen die de olifanten komen spotten. Maar ze zitten in hetzelfde schuitje en zijn van elkaar afhankelijk. Als je een gebied wil ontwikkelen hangt alles met elkaar samen, en dan is het belangrijk om slimme oplossingen te bedenken. Een voorbeeld: als we onderzoekers ontvangen uit Nederland of elders vandaan, dan vragen we hen een fee te betalen, waarmee we een Botswaanse student of onderzoeker in de gelegenheid kunnen stellen ook onderzoek te doen. Nog een voorbeeld: gasten kunnen uit onze eigen kwekerij bomen kopen en planten om CO2-uitstoot van hun vliegreis naar Afrika te compenseren. Sowieso kunnen gasten bijdragen aan concrete dingen, als het ophangen van een wildcamera of de bouw van een hek.

Jurgen Elbertse | Screenshot video Youtube

Waar staat de stichting nu na vijftien jaar?

We beschermen een areaal van 70.000 hectare, een terrein ter grootte van drie keer Amsterdam. In dit gebied werken we aan de realisatie van wild corridors, die wilde dieren als olifanten en luipaarden in de gelegenheid stellen om zich vrij te bewegen en te migreren over grote afstanden. Er leven hier veel diersoorten, van de kleine olifantspitsmuis tot de echte grote olifant, en alles ertussenin. Daar zitten ook bijzondere soorten tussen zoals de aardwolf, de pels visuil en papegaaien, en de dichtste populatie bruine hyena’s in Afrika. Diersoorten die hier thuis horen maar al lang verdwenen waren, denk aan de neushoorn of de sabelantilope, brengen we terug. Het gebied wordt samen met Smart Parks gemonitord en beveiligd met behulp van sensoren, elektrische hekken en andere technologie waarmee dieren, voertuigen, apparatuur en rangers worden gevolgd en beschermd.

https://twitter.com/Laurens_deGroot/status/1407239365013671937

Op dit moment kijken we met andere partijen, waaronder Peace Parks Foundation hoe we een 2.500 kilometer lange route open kunnen maken van zuidelijk Mozambique, via Botswana naar Zambia. Hiervoor lopen gesprekken met overheden en bevolking. En we werken samen met het Botswana Departement voor Nationale Parken en Wildlife aan een nieuwe, 30 kilometer langere diervriendelijke omheining van ons Central Tuli Block reservaat. Dit is echt state-of-the-art, met de nieuwste technische snufjes voor beveiliging en monitoring. Echt een mooi voorbeeld van publiek-private samenwerking waar toerisme, landbouw en natuurbeheer van profiteren.

Wat zou je willen zeggen tegen mensen in Nederland, die iets willen betekenen voor natuurbehoud en de bescherming van dieren?

Het is belangrijk dat je eerlijk en betrouwbaar bent in wat je doet, en dat je vasthoudt aan je doelstellingen. We hebben ontelbare keren gehoord dat het ons niet zou lukken, en toch zijn we doorgegaan. In het afgelopen coronajaar bleek weer hoe belangrijk het is om het samen te doen met de mensen eromheen. Ondanks het gebrek aan toeristen zijn onze parken open gebleven, hebben we lokale gasten ontvangen, er is niemand ontslagen en iedereen is doorbetaald. Dat heeft de verbinding met de omgeving versterkt, en we krijgen nu meer verzoeken om samen te werken dan daarvoor. Vergeet nooit dat mensen liever werken dan liefdadigheid ontvangen, dus zet je wat op, zorg dan voor een solide basis met een continu verdienmodel. Dat brengt je een eind op weg.

En nee, het werk hier is nooit klaar, er is altijd nog genoeg te doen!

Bron:

©AnimalsToday.nl Laura lancée