Als mens hebben we de natuur vaak en lang naar onze hand gezet. We hebben ermee geknoeid en natuuronwaardige zaken met haar uitgehaald. Zo erg zelfs dat we onderhand moreel verplicht zijn de natuur rechten toe te kennen, om het hoogste niveau van milieubescherming te waarborgen. Want ecosystemen krijgen nu geen eerlijke kans.
In 1968 werd door Europese wetenschappers en ondernemers de particuliere stichting de Club van Rome opgericht, om hun bezorgdheid over de toekomst van de wereld voor het voetlicht te brengen.
De leden kwamen in 1968 voor het eerst bij elkaar in Rome, vandaar de naam. De stichting heeft geen politieke of economische macht. Haar doelstellingen zijn het onderzoeken van de ‘kwantitatieve en kwalitatieve samenhang van de wereldproblemen’ (bevolkingsgroei, voedselproductie, industrialisatie, uitputting natuurlijke hulpbronnen, vervuiling), uitgewerkt in een zogenaamd wereldmodel. Vervolgens moet men de wereld wijzen op de ernst van de problemen en regeringen en politici stimuleren tot gecoördineerde maatregelen ter verbetering van de situatie.
Grenzen aan de groei
De Club van Rome heeft diverse rapporten uitgebracht over het milieu, waarvan het vijftig jaar oude De grenzen aan de groei het bekendst is. De boodschap van dat rapport was dat we grenzen moeten stellen aan ons voortdurend groeiend gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de vervuiling omdat we anders de grenzen van wat de aarde aankan overschrijden. Sinds het verschijnen van dit rapport is er een enorm complex van verdragen, EU-richtlijnen en nationale wetten ontwikkeld om de natuur te beschermen, maar vrijwel geen van alle doelstellingen van dit recht zijn gehaald. Hoogleraar Natuurbeschermings- en waterrecht Kees Bastmeijer van de Universiteit van Tilburg:
“Er moet een einde komen aan de praktijk van overheden en bedrijven om het natuurbeschermingsrecht creatief uit te leggen en toe te passen voor sociaaleconomische belangen, waardoor natuurdoelen niet gehaald worden.”
.
“Rechtsstelsels over de hele wereld hebben al millennia lang land en natuur als ‘eigendom’ behandeld. Wetten en contracten zijn geschreven om de eigendomsrechten van individuen, bedrijven en andere rechtspersonen te beschermen. Onder een dergelijke wet hebben de natuur en al haar niet-menselijke elementen geen status, geen kans.”
Het is niet zo gek dat we de natuurdoelstellingen niet halen. Bastmeijer spreekt van ‘Grenzen aan geknoei’:
“We hebben te maken met een praktijk van overheden en bedrijven (en voor hen werkende juristen), gericht op het creatief uitleggen en toepassen van het natuurbeschermingsrecht, die gunstig uitpakt voor sociaaleconomische belangen, maar die de realisatie van de natuurdoelen uitstellen of onmogelijk maken. De term ‘geknoei’ verwijst daarbij niet naar onwetendheid of geklungel, maar naar zeer geavanceerde, slimme en goed onderbouwde juridische benaderingen, die expliciet bedoeld zijn om de scherpe randjes van het natuurbeschermingsrecht te vijlen. Er is sprake van grootschalig en systematisch geknoei door meerdere overheidsniveaus op vele milieudossiers.”
.
Enkele voorbeelden die Bastmeijer geeft:
- Jacht mogelijk maken op bedreigde (rode lijst) soorten;
- Niet naleven van verplichtingen inzake actief natuurherstel (bijv. door herintroductie);
- Het decennialang onvoldoende beschermen van nesten en gebieden van weidevogels;
- Het voor bezorgde burgers onmogelijk maken om bij de rechter op te komen van bedreigde natuur wanneer die natuur niet heel dicht bij hun woonhuis is gelegen;
- Soorten die in het verleden in Nederland zijn uitgestorven maar weer in onze natuur voorkomen lange tijd (soms meer dan 15 jaar) geen gebiedenbescherming bieden (bijv. de otter);
- Inperking van de vergunningplicht zodat via ‘intern saldering’ bedrijfsuitbreidingen zonder vergunning kunnen plaatsvinden;
- Vrijstellingen voor stikstof uitstotende activiteiten in de wet opnemen terwijl vooraf helder is dat dit strijdig is met het EU-recht;
- Maatregelen om stikstofuitstoot te verminderen niet ten goede laten komen van de natuur maar vooral gebruiken voor het mogelijk maken van nieuwe stikstof uitstotende activiteiten (bijv. extern salderen: opkoop van vergunningen ten behoeve van nieuwe activiteiten);
- Bij ingrepen in de natuur wettelijk vereiste compensatie beloven maar die nooit uitvoeren;
- Het niet waarborgen van onafhankelijkheid van beoordelingen van de mogelijke ecologische effecten van nieuwe menselijke activiteiten;
- Het onvoldoende beoordelen van cumulatieve effecten bij de beoordeling van Natura 2000-vergunningen;
- Het niet willen ingrijpen in bestaande schadelijke landbouw- en visserijpraktijken;
- Het expliciet toestaan van het in het milieu brengen van persistente (niet afbreekbare) chemische stoffen (PFAS, bestrijdingsmiddelen, e.d.);
- Het zonder grondig onderzoek direct afwijzen van een Rights of Natura-benadering, zoals deze in veel andere landen inmiddels is ontwikkeld.
.
Het is crisis in de natuur
Dr. C.F. van Beusekom van de stichting NatuurAlert Nederland:
“Toen de natuurbeschermingstaak van de overheid in 1982 werd ondergebracht bij het ministerie van Landbouw en Visserij – nu Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit – betekende dat het begin van het einde van het onafhankelijke natuurbeheer. Natuurbeheer werd namelijk ondergeschikt gemaakt aan de belangen van de landbouw.
Hoe kwalijk deze ontwikkeling was, bleek in 2010 toen staatssecretaris Bleker van Landbouw een radicalere breuk veroorzaakte met de wijze waarop de natuurbescherming sinds 1905 was georganiseerd. Zonder dat zelfs maar een debat in de Tweede Kamer plaatsvond, werd afstand genomen van het basisprincipe dat inhield dat aangekochte natuurgebieden waren veiliggesteld van economische activiteiten. Staatsbosbeheer, de grootste bosbeheerder van het land, kreeg toen opdracht om zijn natuurterreinen economisch te gaan exploiteren. Dat betekende dat het groene erfgoed door de rijksoverheid zonder meer werd opgeofferd.
De controle van de natuurbeheerders werd verder overgelaten aan de zogenoemde Bosgroepen, samenwerkingsverbanden van terreinbeheerders. Daarmee ontstond dus zelfcontrole, met als gevolg een ontspoord ondernemerschap, waarbij de natuur het onderspit delft. Natuurbescherming raakt in Nederland steeds verder achterop, zeker in vergelijking tot de landen om ons heen. De conclusie is daarom dat er in Nederland geen instantie meer is die exclusief en consequent opkomt voor de belangen van de natuur.
Er worden meer bomen gekapt dan er worden aangeplant, de biodiversiteit gaat sterk achteruit en de schaarse natuur wordt teruggedrongen door toenemende verstedelijking, uitbreiding en intensivering van het wegennet, de landbouw en overmatige recreatiedruk.”
Grenzen aan geknoei
We lopen volgens Bastmeijer tegen grenzen aan, waaronder grenzen in het beschikbaar houden van belangrijke ecosysteemdiensten en grenzen aan onze sociaaleconomische ambities: we halen veel natuurdoelen niet waardoor het recht blijft knellen. Door natuurverslechtering moet zelfs ingegrepen gaan worden in bestaande vergunningen. Het stikstofdossier laat dit zien, maar ook bij andere dossiers (andere bronnen van natuuraantasting, grondwater, oppervlaktewater) gaan we tegen grenzen aanlopen. Bastmeijer:
“Het voortdurend trucjes verzinnen moet stoppen. Om de decennialange veroorzaking van natuurschade recht te trekken zou de Nederlandse overheid ook het voorstel van de Europese Commissie voor een natuurherstelverordening moeten omarmen. Zo worden de verplichte natuurdoelen eerder gehaald en lopen we minder snel tegen juridische procedures en grenzen aan.”
.
Net als de mens hebben onze ecosystemen het recht om te kunnen voortbestaan. De natuur heeft in al haar levensvormen het recht om haar vitale cycli te bestaan, voort te zetten, te behouden en te regenereren. ‘Rechten van de natuur’ gaat over het afwegen van wat goed is voor de mens en wat goed is voor andere soorten, wat goed is voor de planeet als leefwereld, in plaats van de natuur te behandelen als eigendom.
De natuur rechten toekennen is al begonnen
Ecuador was het eerste land ter wereld dat wettelijke rechten toekende aan de natuur. In de grondwet van het land worden de rechten erkend van ‘Pachamama’ – Moeder Aarde – om ‘haar cycli, structuur, functies en evolutionaire processen te behouden en te genereren’. Daarna volgden Bolivia, India, Nieuw-Zeeland en Panama. Voor inheemse culturen over de hele wereld is het erkennen van natuurrechten in overeenstemming met hun tradities om in harmonie met de natuur te leven. Al het leven, inclusief het menselijk leven, is nauw met elkaar verbonden. Beslissingen en waarden zijn gebaseerd op wat goed is voor het geheel.
Natuur rechten toekennen, bijvoorbeeld door erkenning als rechtspersoon, is een begin van nieuwe harmonie en zou in Nederland, heel Europa en overal daarbuiten omarmd moeten worden.
Bronnen (alfabetisch):
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?