Na ruim twee decennia is de mopsvleermuis terug in Nederland en Vlaanderen. In het grensgebied bij het Zeeuwse Clinge blijken kraamkolonies te leven in het bos. De vliegende zoogdieren heroveren hiermee een plaatsje op de Nederlandse soortenlijst.
In 1993 werd de laatste mopsvleermuis, ook wel dwarsoorvleermuis genoemd, waargenomen nabij Sluis in Zeeuws-Vlaanderen. Van de vleermuizen is bekend dat ze overwinterden in een oude ruïne. Toen de ruïne gesloopt werd, verdwenen ook deze nachtdieren. In 2014 werd de soort uitgestorven verklaard in Vlaanderen. Meer dan 20 mopsvleermuisloze jaren gingen voorbij.
Toevallig ontdekt
Op een toevallige geluidsopname in Waasland (Oost-Vlaanderen) werd in augustus 2014 ontdekt dat er mopsvleermuizen aanwezig waren. Dit terwijl de soort uitgestorven zou zijn. Natuurvereniging vzw Durme en de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt besloten samen een soortbeschermingsproject op te zetten en in 2015 en 2016 bleken kraamkolonies te verblijven in maar liefst vier gebieden in het Waasland. Mogelijk waren de vleermuizen al langer aanwezig, maar nog niet eerder ontdekt. Een van de kolonies werd aangetroffen in het Wullebos bij Moerbeke en Stekene, in het grensgebied, en het Stropersbos.
Onderzoek
Vleermuisexperts hoopten ook in Nederland op terugkeer van deze bijzondere vleermuis en zowaar werd op 1 mei met zekerheid vastgesteld dat er mopsvleermuizen in Nederland leven, in de bossen van Clinge en St-Jansteen. Mogelijk zijn de vleermuizen er al langer, dit zal blijken uit opnames uit 2015 en 2016 van vleermuisdetectors die nog geanalyseerd zullen worden. Nu bekend is dat er mopsvleermuizen leven, zal gericht onderzoek worden gedaan. Zo wil men bijvoorbeeld uitzoeken of de soort überhaupt verdwenen is geweest, of er kraamgroepen leven of er juist alleen foeragerende dieren zijn. Ook is het interessant om uit te zoeken of de vleermuizen in meer grensgebieden voorkomen, in Noord-Brabant en Limburg.
Stompe snuit
De mopsvleermuis (Barbastella barbastellus) is een middelgrote vleermuis met een korte stompe snuit en naar voren gerichte neusopeningen, een klein mondje en kleine tanden. Hij heeft brede oren, van 12 tot 18 millimeter lengte. Mopsvleermuizen wegen 6-14 gram en hebben een spanwijdte van 260-290 mm. Ze eten vooral nachtvlinders, maar ook muggen en vliegen.
Doordat stichting Het Zeeuwse-Landschap bij het beheer van de Clingse bossen rekening houdt met biodiversiteit, is dit gebied aantrekkelijk voor onder meer mopsvleermuizen. Zo laat men dood staand hout staan, tenzij dit gevaarlijke situaties oplevert. De vleermuizen leven graag op dit soort plekken. De IUCN-status van de mopsvleermuis is ‘gevoelig’.
Bron: De Zoogdiervereniging ©AnimalsToday.nl Angelique Lagarde