Wie deze dagen een gezonde merel ziet mag zich gelukkig prijzen, want het usutu-virus grijpt hard om zich heen. Dit dodelijke merelvirus heeft al veel slachtoffers gemaakt en het einde van de epidemie lijkt nog niet in zicht.
In 2016 kwamen er in ons land al meldingen van dode merels en uit onderzoek door het Dutch Wildlife Health Centre is gebleken dat veel van de vogels bezweken waren door het usutu-virus. Dit virus wordt overgebracht door muggen en heeft zijn oorsprong in Afrika. Het heeft zich de afgelopen jaren gestaag vanuit het zuiden van Europa naar het noorden verplaatst. In 2012 gingen in Duitsland naar schatting zo’n 300.000 merels dood door de ziekte.
Tegen het virus is niets te beginnen, behalve dat mensen ervoor kunnen zorgen dat er nergens stilstaand water is, waardoor muggen geen kans krijgen om eitjes te leggen. Naast merels zijn ook uilen gevoelig voor het usutu-virus. Mensen worden zelden besmet met het virus; tot nu toe zijn vijf gevallen bekend, waarbij het ging om mensen met een verzwakt immuunsysteem.
Lijn
De ziekte heeft nog niet overal in Nederland massaal grip gekregen op de merels. Op dit moment ligt er een lijn over het land van het zuidwesten naar het noordoosten. Onder die lijn zijn tot nu toe de meeste slachtoffers gevallen, daarboven valt het tot nog mee. Mogelijk dat de lage temperaturen en het regenachtige weer van de laatste tijd ervoor zorgen dat muggen zich minder voortplanten waardoor de ziekte zich niet zo snel naar het noorden verplaatst.
Tuinvogeltelling
Het is moeilijk in te schatten hoeveel slachtoffers er te verwachten zijn in Nederland. Omdat veel tuinvogels in deze periode in de rui zijn houden ze zich schuil, en ook zieke vogels kruipen weg op een veilig plekje. Pas komende winter, in het weekend van 27 en 28 januari, zal bij de landelijke tuinvogeltelling blijken hoe hard het merelvirus heeft toegeslagen onder de merelpopulatie. Gelukkig kunnen merels tegen een stootje en komen ze veelvuldig voor in Nederland, waardoor de populatie zich wel weer kan herstellen. Maar het is volgens het Dutch Wildlife Health Centre nu al duidelijk dat het usutu-virus veel slachtoffers gaat maken.
Om de merels een handje te helpen wordt geadviseerd ze ook in deze periode bij te voeren. Dat kan onder meer met rozijnen, want daar zijn ze dol op.
Melden
Een zieke merel is eenvoudig te herkennen. Het dier is makkelijk te benaderen, is vaak vermagerd en zwak, kan moeilijk vliegen, heeft doorgaans evenwichtsstoringen en het verenpak ziet er slordig uit. Meestal vinden ze na een paar dagen de dood. Wie een ‘verse’ dode merel vindt kan dat melden via een speciaal formulier van het Dutch Wildlife Health Centre. Alleen wanneer de vogel net dood is kan er onderzocht worden of het usutu-virus de veroorzaker was.
Bronnen: Leidsch Dagblad, Vogelbescherming ©AnimalsToday.nl Bart van Riel