Er wordt wel eens gezegd dat baasjes erg op hun honden lijken, en vaak zijn er ook opmerkelijke overeenkomsten te zien. Maar andersom lijken honden veel minder op mensen dan we soms denken of zouden willen. Ons gedrag kan de trouwe viervoeters flink in verwarring brengen.

mensendingen
© Tim Dawson via Wikimedia Commons

(Lichaams)taal

Afstammend van de wolf is de hond van nature gericht op de lichaamstaal van soortgenoten, maar ook op die van de mens. Misschien dat ze door conditionering wel de betekenis van een aantal woorden kennen, zoals ‘uit’, of ‘eten’, of zelfs een paar honderd woorden zoals bij sommige bordercollies, maar het heeft geen enkele zin om ze ter verantwoording te roepen als ze eens een keer ondeugend zijn, want mensentaal begrijpen ze niet.

Helemaal verward raken ze wanneer we met ons lichaam iets anders uitdrukken dan we met woorden willen bereiken. Een veelgemaakte fout tijdens de opvoeding van honden is bijvoorbeeld het commando ‘blijf’, terwijl we tegelijk voorovergebogen met onze opgestoken hand een stopsignaal geven. De hond interpreteert die lichaamshouding juist met een uitnodiging om te komen, en wanneer het baasje vervolgens afwijzend reageert is dat voor een hond niet te begrijpen.

Een goede oefening voor mensen is om een dag zo weinig mogelijk te praten tegen de hond en te proberen alles met het lichaam te ‘zeggen’. Het zal je verbazen hoeveel invloed ons lichaam heeft op de communicatie met honden.

Knuffelen

Als mensen zijn we geneigd een arm om iemands schouder te slaan, te zoenen en te knuffelen. Het is daarom niet zo gek dat we hetzelfde doen bij onze honden. Maar de meesten hebben helemaal niets met knuffelen. Honden drukken genegenheid niet uit door elkaar te ‘ompoten’, want zo zijn ze nou eenmaal niet geëvolueerd. Wanneer we onze arm on de schouder van de hond slaan zal hij dat ervaren als het opdringen van je dominantie. De meeste honden zijn zo lief dat ze het morrend toelaten, maar het is niet voor niets dat de meeste bijtincidenten bij kinderen voorkomen omdat ze de hond liefkozend om de nek hangen. Ook is het mogelijk dat de hond knuffels van het ene gezinslid wel toestaat, terwijl het bij de ander tot grommen leidt.

Wanneer je het knuffelen toch niet kunt laten, let dan vooral op de reactie van je hond. Zie je een terugtrekkende beweging, een gesloten mond of likt hij zijn lippen, heeft hij de oren naar achteren en vermijdt hij oogcontact? Allemaal tekenen dat de knuffel niet wordt gewaardeerd.

Schouder- of hoofdklopjes

Zeg nou zelf, als iemand plotseling zijn of haar hand uitsteekt en je opeens bemoedigende klapjes op je hoofd geeft, dan voelt dat niet als iets aangenaams. Waarschijnlijk heb je meteen de neiging om je hoofd weg te trekken. Bij honden werkt het precies zo. Veel mensen denken dat honden een hoofdklopje zien als een beloning, maar ze ervaren het als een onaangename indringing van hun persoonlijke ruimte. Wellicht laten ze het uit beleefdheid toe omdat je nu eenmaal de baas bent, maar wanneer ze hun hoofd wegtrekken is dat duidelijk een teken dat ze het niet waarderen. Wil je een hond echt laten weten dat je ze met een klopje beloont, doe dat dan zacht op hun onderrug, vlakbij de staartinplant. Je zult meteen merken hoe fijn ze dat vinden!

Oogcontact

Misschien wel de meest indringende vorm van non-verbaal contact is elkaar recht in de ogen kijken. Bij geliefden misschien een heerlijk gevoel, maar wanneer een vreemde je op straat recht aankijkend tegemoet komt voelen we ons meteen bedreigd. Gelukkig kunnen mensen de rest van het gezicht beoordelen, bijvoorbeeld de stand van de mond, want als die lacht is de situatie meteen heel anders. Maar honden herkennen die menselijke gelaatstrekken niet. Een hond, en zeker een vreemde hond, ervaart het als onaangenaam wanneer we op hem afkomen en zonder te knipperen recht in de ogen kijken. Dit komt over als dominant gedrag en aan hun reactie is dat meteen te zien. Sommigen zullen je blik ontwijken, even kwispelen in de hoop op een vriendelijke tegenreactie, of zelfs onderdanig op de rug gaan liggen. Andere honden kunnen juist gaan blaffen, om aan te geven dat zij de baas zijn.

Wil je een vreemde hond aanhalen, doe dat dan met je lichaam onder een schuine hoek, een iets afwijkende blik en vriendelijke woorden. Geef een hond ook even de kans om aan je te snuffelen. De kans bestaat dat hij daarna nog steeds niets met je te maken wil hebben, maar je hebt hem in ieder geval niet op een beangstigende manier benaderd.

Onduidelijke regels

Honden floreren wanneer ze binnen de ‘gezinsroedel’ onderhevig zijn aan strikte regels. Wat dat betreft zijn het net kinderen. Vaak zijn het de schreeuwende kinderen met driftbuien die thuis niet aan banden worden gelegd, alles mogen en geen verboden kennen. Duidelijke grenzen stellen zorgt voor uitgebalanceerd gedrag en daarmee voor gelukkige kinderen, net zoals bij honden. Zij zijn namelijk ingesteld op de leider, en wanneer die duidelijk aangeeft wat wel en niet mag zal de hond je daarom juist meer respecteren.

Het is echter belangrijk om geen uitzonderingen te maken. Regels zijn regels, en daarvan afwijken wordt niet begrepen. Zo snappen honden niet dat je het wel toestaat als ze tegen je opspringen wanneer je vrijetijdskleding draagt, maar niet als je strak in het pak naar een vergadering moet. Of dat het wel is toegestaan om op de bank te liggen na een bad, maar niet als ze bemodderd thuiskomen na een boswandeling. Beloon goed gedrag en keur afwijkingen daarvan standvastig af, en je hond zal je respecteren en gelukkig zijn.

Opgedrongen sociale contacten

Vrienden en vijanden. Honden hebben ze, net zoals mensen, en wie wil er nu graag in dezelfde ruimte verkeren als iemand aan wie je een hartgrondige hekel hebt? Toch komt het maar al te vaak voor dat baasjes hun honden dwingen om met ongeacht welke soortgenoot opgescheept te zitten. Dat kan zijn bij familie of vrienden, of bijvoorbeeld bij een uitlaatplek. Enthousiast wordt het dier overgeleverd aan de wens van de baas om zijn maatje te laten spelen, terwijl de hond eigenlijk liever terug naar huis wil. Of vreemden mogen de hond aanhalen terwijl die er eigenlijk niet van gediend is.

Toch is het wel zaak dat honden sociaal gedrag aanleren. Het is daarbij goed om verlegen of ietwat teruggetrokken honden te belonen wanneer zij zich positief gedragen in situaties met onbekende honden of personen. Dwing ze het contact niet op, maar laat ze rustig wennen. Moedig ze aan en let doorlopend op hun lichaamstaal. Wil je te snel resultaat bereiken dan kan de hond een permanente negatieve associatie krijgen met de plek of bij de persoon, en het brokkelt je positie als leider af.

Te korte wandelingen

We leven in een gehaaste wereld waarin alles snel moet gebeuren. Even een blokje om zodat de hond zijn behoefte kan doen en dan snel weer achter de computer. Daarbij willen we ook nog dat het dier zich weet te gedragen wanneer het is aangelijnd, en dat is natuurlijk ook erg belangrijk. Maar even noodzakelijk is het om de hond de tijd te geven om aan struikjes en afzetpaaltjes te snuffelen. Honden ‘kijken’ met hun neus, en zo weten ze precies dat de bouvier van de hoek net is langsgekomen, of de teckel van de buurvrouw. Dit gedrag zit in hun genen en we moeten ze de ruimte geven om daaraan toe te geven.

Een goede manier daarvoor zijn ‘geurwandelingen’. Wijk af van de normale uitlaatroute en geef ze de kans om alle geuren in zich op te nemen. Het kan daarbij goed werken om verschillende routines te hebben voor het blokje om en een langere wandeling voor de neus, bijvoorbeeld door in het laatste geval een rugzakje mee te nemen, zodat de hond meteen weet dat het tijd is om op ontdekking uit te gaan. Geurwandelingen zijn belangrijk en houden het leven van je hond afwisselend en interessant.

hond
@ epSos via Flickr

Te strak aangelijnd

Via de lijn voelt een hond of we gespannen zijn of juist niet. En het gedrag van een aangelijnde hond kan mensen juist weer iets zeggen over zijn gemoedstoestand. Veel baasjes hebben de neiging om de hond dicht bij zich te houden, om te voorkomen dat ze plotseling tegen iemand opspringen of te dicht bij andere honden komen. Maar een hond ervaart een strakke lijn letterlijk als spanning. Dit uit zich weer in sneller blaffen en trekken, soms amechtig hijgend omdat de halsband strak om hun keel wordt getrokken.

Een hond aanleren om met een slappe lijn uitgelaten te worden is niet altijd even eenvoudig. Soms zullen mensen te maken hebben met een hond die ze half over straat trekt. Daartegen bestaan verschillende gedragscorrecties, waarover de meningen echter uiteen lopen. Feit blijft dat, eenmaal aangeleerd, een hond aan een slappe lijn meer ontspannen is en zich prettiger voelt tijdens een wandeling.

Psychische spanning

Stress heeft een enorme uitwerking op ons handelen. We worden kortaf, zijn gespannen, en dat vertaalt zich weer in onze lichaamstaal. Honden pikken dat direct op en zullen die spanning ook gaan vertonen in hun gedrag. Eigenlijk kun je zeggen dat ze de perfecte spiegel zijn van de gemoedstoestand van de baas.

Veel mensen zien die link niet en verbazen zich erover wanneer hun hond plotseling zelf gespannen is, nerveus overkomt of zomaar gaat blaffen terwijl hij dat normaal nooit doet. In die situaties is het goed om bij onszelf te rade te gaan. Heb je de afgelopen tijd vergelijkbaar gedrag vertoond of spanning gevoeld? Is je hond al een tijdje van slag en gaat dat gelijk op met je eigen negatieve gevoelens? Een goede manier om jezelf te helpen is om je hond te kalmeren. Want dat lukt alleen als je zelf de innerlijke rust terugvindt en in balans bent.

Verveling

Niets is zo saai om in de buurt te zijn van mensen die voor jou oninteressante dingen doen. Niet voor niets is ‘ik verveel me’ een uiting van kinderen die vaak voorkomt wanneer de ouders een volwassen gesprek voeren waaraan het kind niet kan deelnemen. Ze willen actie, er moet iets gebeuren en hebben het gevoel uit hun vel te knappen van het nietsdoen.

Vergelijkbaar hiermee is het gevoel van een hond wanneer het baasje na een lange dag werken thuiskomt. Er moet gekookt worden, daarna uitbuiken op de bank en televisie kijken. Terwijl de hond juist energie heeft opgespaard en zin heeft om te spelen en te ravotten. Die verveling zal hij uiten, bijvoorbeeld door op schoenen te gaan kauwen of zijn tanden in de tafelpoten te zetten. Hoe moe we ook zijn, onze hond verdient het om zich niet te vervelen. Neem dus de tijd om met ze te spelen, verstop hun speeltje en laat ze ernaar zoeken of ga toch maar even lekker met ze wandelen. Dit is tenslotte gezond voor de hond, en even goed voor de baas.

Plagen

Het spreekt bijna voor zich, dus het laatste ‘mensending’ waar honden een hekel aan hebben behoeft weinig aandacht. Niemand, van groot tot klein, van hond tot konijn, houdt van plagerijen. Toch zijn er mensen die denken dat het leuk is om te doen. Zoals ‘terugblaffen’ naar een aangeslagen hond, zwaaien naar blaffende honden achter een raam of deur, of zelfs aan hun staart trekken. Zo kunnen we nog wel even doorgaan, maar het komt uiteindelijk op een ding neer: plaag honden en andere dieren nooit. Het kan ze frustreren en gedragsproblemen opleveren. En het zou ertoe kunnen leiden dat je plotseling de bezitter bent van een set gezonde tandafdrukken in je been.

Bron ©PiepVandaag.nl Bart van Riel