Onderzoekers van de Universiteit van Exeter en Canterbury Christchurch tonen in een onlangs gepubliceerde studie aan dat mensen primitiever en meer op dieren lijken dan we tot nu toe dachten.
De nieuwe studie toont aan dat mensen (ondanks de beoordelingsmogelijkheid van gevaar) een gezamenlijke primitieve reactie delen met andere dieren als het gaat om angst en vrezen. Het onderzoek laat zien dat onze primitieve reacties in tegenspraak zijn met onze rationele en bewuste beoordelingen van gevaar. Dit impliceert dat ons onderbewustzijn een grotere impact heeft op onze reacties ten aanzien van risico’s. Deze bevindingen hebben gevolgen voor de manier waarop momenteel angststoornissen zoals fobieën worden behandeld.
Voor hun onderzoek rekruteerde de wetenschappers vrijwilligers die vervolgens voor een beeldscherm moesten plaatsnemen waar dan af en toe een foto van een gekleurde vorm op verscheen. De helft van de tijd ging de verschijning van de foto gepaard met een lichte elektrische schok. De andere helft van de tijd verscheen wel de foto maar kregen de proefpersonen geen elektrische schok.
Tijdens het proces werd hen gevraagd, terwijl hun huidgeleiding werd gemeten, om te beoordelen of ze wel of niet verwachtten een elektrische schok te krijgen bij het zien van een foto. Deze huidgeleidingstechniek meet de variatie in de elektrische activiteit van de zweetklieren in de huid en geeft een indicatie van de staat van opwinding in het sympathische zenuwstelsel. Met andere woorden, men kan op deze manier de emotionele staat van een persoon lezen.
Na een reeks proeven die schokken impliceren, zouden de deelnemers eerder voorspellen dat zij geen schok zouden ontvangen wanneer het beeld achteraf werd getoond.
Het bijkomende resultaat was dat zij over het algemeen voorzagen een schok te krijgen als zij dit voor het laatste paar foto’s niet hadden gehad.
Dit fenomeen van het “verwachten” van goed geluk na een serie van pech (het ontvangen van schokken) en vice versa, staat bekend onder het fenomeen “gambler’s fallacy” (vrij vertaald: de schijn van het gokken). Echter openbaarden de tests van het huidgeleidingsvermogen een tegenovergestelde patroon.
Een serie van elektrische schokken in combinatie met het laten zien van foto’s, suggereerden in de fysieke reacties dat de proefpersonen meer verwachtten een nieuwe elektrische schok te ontvangen wanneer in zo’n geval een volgende foto werd getoond. Daarentegen werd minder gedacht een elektrische schok te ontvangen indien er een serie van no-shock had plaatsgevonden tijdens het tonen van een foto.
Het patroon van de reacties van de proefpersonen is verenigbaar met het primitieve ‘associatief leren’, een welbekend fenomeen bij dieren, dat te maken heeft met het leren van associaties tussen gedrag en bepaalde prikkels in de omgeving. Het wordt ook wel aangeduid als stimulus-respons leren of conditionering. Veel aangeleerde vormen van affectief gedrag en daarbij optredende emoties (bijvoorbeeld: vrees, agressie of een prettig gevoel) zijn gebaseerd op deze elementaire vorm van leren. Eerder werd aangenomen, in plaats van associatief leren waarmee verwachtingen worden geproduceerd, dat in deze gevallen mensen op een andere manier dan dieren zouden reageren, simpelweg omdat mensen beschikken over de capaciteit van een bewust beoordelings- en redeneringsvermogen.
De bevindingen stellen voor dat, ondanks onze verfijnde geestelijke mogelijkheden, onze reacties in feite door primitieve processen worden bepaald wanneer wij in gevaar worden gedreven.
De hoofd auteur, Professor Ian McLaren van de Universiteit van Exeter, zei: “Dit onderzoek toont duidelijk aan dat, in deze omstandigheden, onze reactie op een vrees-veroorzakende stimulus, afhangt van een primitieve reactie die door associatief leren wordt veroorzaakt”.
Dit is wat dat wij gemeen hebben met andere dieren en kan, nu wij weten dat er associatieve processen worden betrokken bij onze reacties op vrees-veroorzakende stimuli, belangrijke- en praktische consequenties hebben op de wijze waarop wij momenteel angststoornissen zoals fobieën behandelen.
Het volledige onderzoek is gepubliceerd in The Journal of Experimental Psychology: Animal Behaviour Processes.