Waar mensen zijn, is lawaai. De bak herrie die wij met elkaar produceren, heeft invloed op onze leefomgeving. Vogels gaan er anders van zingen en zoveel menselijk rumoer maakt het voor sommige roofdieren moeilijker om te jagen. Nu blijkt dat het ook zijn uitwerking heeft op planten.
Een onderzoeksteam uit Amerika testte het effect van industrieel geraas op de dierenwereld. De wetenschappers concluderen dat deze herrie het gedrag verstoort van dieren die planten bestuiven en zaden verstrooien. Op termijn kan dit ons landschap drastisch veranderen. Met name langzaam groeiende bomen zullen op een andere manier worden verspreid over onze leefomgeving. Het onderzoek is gepubliceerd in the Royal Society Proceedings B.
Onder leiding van Clinton Francis, van the National Evolutionary Synthesis Center (NESCent), voerde het onderzoeksteam experimenten uit in de Rattlesnake Canyon Habitat Management Area (RCHMA) in New Mexico. In dit grote bosgebied konden de wetenschappers de effecten van lawaai bestuderen, zonder verstorende factoren als snelwegen en kunstlicht.
In het eerste experiment concentreerde het team zich op vogels. Vogels zijn bijzonder gevoelig voor geluidsvervuiling, omdat ze voornamelijk akoestisch communiceren. De onderzoekers plaatsten kunstbloemen, voorzien van buisjes met nectar, in stille en in rumoerige gebieden. Zo konden ze exact nagaan wat bezoekende kolibries consumeerden. Industriële herrie bleek de activiteit van de vogels wezenlijk te verhogen. Met name de zwartkin kolibrie bracht vijf keer zoveel bezoekjes aan rumoerige dan aan stille plaatsen. De zwartkin kolibrie kiest liever voor een lawaaierige omgeving, omdat vogelsoorten die op hun nestvogels jagen, zoals struikgaaien, deze plekken juist liever mijden.
Stille groei
Bij het tweede experiment, onderzocht het team het effect van lawaai op de pinon den, een boomsoort die veel voorkomt in de bosrijke omgeving van het onderzoek.
Het team strooide dennenappels onder 120 bomen, op rumoerige en op stille plaatsen. Ze gebruikte een bewegingsgevoelige camera om de dieren vast te leggen die de zaden meenamen. Gedurende drie dagen bezochten diverse dieren de plek om zaden te verzamelen, waaronder muizen, (grond)eekhoorns, vogels en konijnen. Vooral muizen gaven de voorkeur aan de lawaaierige omgeving, omdat struikgaaien hier juist liever niet komen.
Dit kan heel slecht nieuws betekenen voor de bomen. Een hoge muizenpopulatie in een rumoerig gebied kan betekenen dat in die omgeving minder zaden ontkiemen, omdat de zaden die worden gegeten door muizen de gang door de darm niet overleven. Daarentegen zullen in stille gebieden misschien meer bomen opkomen. Een struikgaai kan namelijk honderden, of zelfs duizenden, zaden in de aarde verstoppen om ze later in het jaar op te eten. Sommige van deze zaden zullen ontkiemen.
Een telling van het onderzoeksteam wees inderdaad uit dat het aantal dennenzaailingen in stille gebieden vier keer zo hoog is dan op rumoerige plaatsen. Omdat de pinon den zo langzaam groeit, had deze verschuiving nog jarenlang onontdekt kunnen blijven. Honderden diersoorten die afhankelijk zijn van een leefgebied met de pinon den, zullen hier last van ondervinden.
Geluidsvervuiling neemt nog steeds toe. Deze studie benadrukt het belang van onderzoek naar de ecologische consequenties van lawaai, naast andere door de mens veroorzaakte veranderingen in het milieu.
Bron ©PiepVandaag.nl Isabelle Oostendorp