De sterke concentratie van megaboerderijen in bepaalde delen van Europa met miljoenen varkens, runderen en kippen, heeft volgens een nieuw onderzoek van The Guardian gezorgd voor een vervuilingsnachtmerrie. Megastallen schieten als paddenstoelen uit de grond, met de bijbehorende ellende voor mens, dier en milieu.
Herefordshire, het ‘Gelderland van het Verenigd Koninkrijk’, is een hotspot van kippenhouderijen, waarbij een groot contract om kip te leveren aan supermarktketen Tesco nu wordt gekoppeld aan de vervuiling van de Engelse rivier de Wye. In Groot-Brittannië zijn staan 800 megastallen, waarvan de meeste pluimvee huisvesten. In de grootste leven maar liefst 1,7 miljoen kippen.
115 miljoen koeien, varkens en kippen versus 17 miljoen mensen
In Nederland ging het aantal megastallen in vier jaar tijd van 801 in 2017 naar 999 in 2021. Inmiddels leeft in Nederland één op de vijf dieren in een megastal. In meer dan de helft van alle megastallen leven melkkoeien (514 stallen). De grootste groei zat de afgelopen vier jaar bij de megastallen met moedervarkens (zeugen), die toenamen met 61 procent. Nu leeft 47 procent van alle zeugen in een megastal. Megastallen zijn in alle provincies te vinden, maar Noord-Brabant telt er veruit de meeste. In 2021 waren dat er 282.
.
.
Vergeet de geiten (en hun mest) niet
Het aantal melkgeiten in Nederland blijft toenemen; veel veehouders zijn door fosfaatregels geiten gaan melken in plaats van koeien. De geitenhouderij kent aanzienlijk minder restricties. In totaal waren er in 2020 569 bedrijven met melkgeiten. Op de gespecialiseerde geitenbedrijven ligt het gemiddeld aantal dieren per bedrijf zelfs hoger. In 2000 had een gespecialiseerd geitenbedrijf gemiddeld 313 melkgeiten, in 2020 waren dat er 1 177. In de laatste twee decennia is het aantal melkgeiten bijna vervijfvoudigd. De meeste melkgeiten worden gehouden in Noord-Brabant en Gelderland. Geiten lijden net zo’n leven als varkens en kalveren in de intensieve veehouderij.
.
.
Veel geitenbedrijven hebben weinig eigen grond en moeten derhalve mest afvoeren (en voer aankopen). De 600.000 geiten die jaarlijks in Nederland worden vetgemest en geslacht, dragen zodoende behoorlijk bij aan het mestoverschot. De ongecontroleerde toename van het aantal geitenhouderijen vormt dan ook een grote belasting op het milieu.
In de omgeving van geitenboerderijen maken veel mensen zich zorgen over gezondheidsrisico’s. Tussen 2007 en 2011 was er immers een Q-koortsepidemie in Nederland, waardoor duizenden mensen ziek werden en 74 mensen overleden.
.
.
Q-koorts is niet de enige bedreiging. Uit onderzoek van het RIVM uit 2017 blijkt dat bewoners in de buurt van geitenhouderijen meer kans hebben op longontstekingen en luchtwegklachten. Een aantal provincies zijn naar aanleiding van het RIVM-onderzoek overgegaan tot een uitbreidingsstop. Of de verboden werken, valt te betwijfelen. Tijdens een controle op een boerenbedrijf in Waalre (Noord-Brabant) werd een illegale geitenhouderij ontdekt met 1.700 geiten. Volgens de burgemeester blijkt er bij de registratie van de geiten geen enkele controle te zijn.
.
Q-koorts: Geiten- en schapenhouderij blijven gevaar voor volksgezondheid
.
Megaboerderijen in omringende landen
In België kent men de term ‘megastallen’ niet, maar vee wordt er wel degelijk gehouden. Het Vlaamse Gewest telde in 2020 1,27 miljoen runderen, 5,8 miljoen varkens en 45,6 miljoen stuks pluimvee.
Veel Brabantse boeren hebben de afgelopen jaren de overstap naar België gewaagd en startten daar een nieuw bedrijf. Aanleiding: de soepelere stikstofregels in België. Het merendeel runt (mega)stallen met duizenden dieren.
Duitsland telde in mei 2022 22,3 miljoen varkens in megastallen. Het gemiddeld aantal dieren per bedrijf steeg van 459 naar 826. Van de 262.800 veebedrijven in 2020 heeft 64 procent rundvee (inclusief melkvee). Het aantal bedrijven met meer dan 3.000 legkippen in Duitsland is vorig jaar met 51 toegenomen tot 1.951. In Duitsland wordt de ‘varkensgordel’, een hotspot van vleesproductie in de noordwestelijke deelstaat Nedersaksen, verantwoordelijk gehouden voor overmatige ammoniakemissies en nitraten in het grondwater.
.
Kippenboerderijen VK: onrendabele kuikens ondergaan gruwelpraktijken
.
Mengvoer heeft de wereld veranderd
En al die dieren eten veel, heel veel voer. Mengvoer – een industriële mix van granen, oliezaden, dierlijke eiwitten en additieven – is cruciaal geweest voor het ontstaan van de intensieve veehouderij. En daarmee is het een belangrijke bron van allerlei grote mondiale en nationale problemen – van de stikstofcrisis en ontbossing tot zoönosen.
Aan het begin van de twintigste eeuw had een boer relatief weinig dieren, maar hield wel verschillende soorten en verbouwde ook diverse gewassen. Boeren voerden hun dieren voor een groot deel met wat de eigen boerderij opbracht. De mest van die dieren voedde vervolgens de bodem. Koeien graasden ’s zomers in weilanden. Kippen en varkens scharrelden hun eigen kostje bij elkaar op het erf, aangevuld met gewassen en afval van de boerderij en aangekocht graan.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het mengvoer geïntroduceerd. Wetenschappers ontdekten dat dieren sneller en goedkoper konden groeien door een dieet met chemische toevoegingen. De pluimveehouderij veranderde als eerste door dit mengvoer. Scharrelen was niet meer nodig en de kippen werden massaal naar dichte stallen verplaatst.
De productie van mengvoer steeg snel, omdat boeren er ook de economische voordelen van inzagen: door het goedkope mengvoer konden ze meer kippen, varkens en koeien houden dan ooit. En omdat ze dit voer kochten van fabrieken, hadden ze voor het eerst geen eigen landbouwgrond nodig om hun dieren te voeren.
Deze nieuwe boerderijen hadden veel weg van fabrieken. De dieren huisden in kleine hokken, kregen automatisch te eten uit de voersilo en werden uiteindelijk vervoerd naar het slachthuis. Door deze intensivering konden consumenten voor weinig geld vlees, melk en eieren kopen. Zo paste mengvoer perfect bij het ideaal om de landbouw te ‘moderniseren’; de bio-industrie was een feit. Met als gevolg: een ongekende stijging van het aantal landbouwdieren in Nederland. In 1996 bereikte het aantal varkens een hoogtepunt: 14,5 miljoen, met Noord-Brabant als koploper: de stallen herbergen nu ruim twee keer zo veel varkens als mensen.
.
.
Soja
Soja, een bekend ingrediënt van mengvoer, komt vooral uit Brazilië. Meer dan driekwart van alle sojateelt is bestemd voor veevoer. Nederland is de grootste importeur van soja in de Europese Unie. Maar soja is niet het enige dat varkens, kippen en koeien te eten krijgen; Nederland is ook steeds meer mais, cassave, vermalen ansjovis en tal van andere mengvoeringrediënten gaan importeren. Mengvoer is dan ook innig verweven met grote Nederlandse handelsbelangen. De Rotterdamse haven verdient veel aan de import van die massa’s ingrediënten, en de voedingsindustrie kan allerlei reststromen kwijt in het voer. Kom je dus aan het veevoer, dan kom je niet alleen aan de landbouw, maar ook aan het hart van de Nederlandse handelseconomie. In Nederland wordt zo’n 25 miljoen ton diervoer geproduceerd (ruwvoer zoals gras en snijmais buiten beschouwing gelaten), waarvan ruim de helft aan mengvoeders.
Mengvoer is een lastig te controleren bron van ziekteverwekkers gebleken. Het bekendste voorbeeld is de ziekte BSE, in de volksmond: de ‘gekkekoeienziekte’, die in de jaren tachtig voor het eerst opdook in Groot-Brittannië. BSE leidde in dit land tot een ramp voor rundveehouders, omdat meer dan 180.000 besmette runderen moesten worden afgevoerd. Oorzaak: hergebruik van dierlijke eiwitten in diervoer.
Een sleutelrol in de stikstofcrisis
Ook dichter bij huis veroorzaakt mengvoer grote problemen: de Nederlandse stikstofcrisis is er grotendeels het gevolg van. Mengvoer heeft er immers voor gezorgd dat boeren veel meer dieren konden houden, wat vervolgens leidde tot een enorm overschot aan mest. Ingrediënten het land in, vlees het land uit, en de mest blijft achter. Mengvoer is mede debet aan biodiversiteitsverlies, zoönosen en klimaatverandering.
Veevoerproducent ForFarmers, marktleider in Europa, heeft er alle belang bij dat zijn afzet in Nederland zo groot mogelijk blijft. Eerder liet ForFarmers aan de NOS weten het boerenprotest in Stroe in juni dit jaar financieel te hebben gesteund. Omdat de veevoerindustrie volledig is verstrengeld met de Nederlandse internationale handelseconomie, wordt het niet makkelijk om daar verandering in te brengen. En toch: als de politiek deze problemen echt wil oplossen, dan kan ze niet om mengvoer heen.
Bronnen:
- De Correspondent
- The Guardian
- Wakker Dier
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
9 Comments
Comments are closed.
Sojabonen bestaan voor 20% uit Soja-olie dat weer wordt bijgemengd als biofuel. De sojaschroot is dus een bijproduct dat voor een groot gedeelte wordt veredeld tot vlees. U wilt graag leven in grote welvaart. Liefst meerdere keren per jaar een vliegvakantie, auto rijden en de nieuwste IPhone. Daarvoor is brandstof nodig. De agrarische sector ruimt uw rommel op. Zorgt voor de productie van gezond voedsel zodat u uw tijd aan leukere dingen kunt besteden. Hou dus op met bashen van deze sector!
Feiten op een rij
We hebben er een rommelpot van gemaakt
Alles was gericht op geld,winst
realistiche weergaven van de feiten
https://www.animalstoday.nl/megaboerderijen-vervuilingsnachtmerrie/
Uitstekende weergave
Zolang hier een wolf loopt geen donatie, hij verricht veel dieren leed en onder de veehouders
Er zijn in de wereld ik weet niet hoeveel auto’s er bij gekomen zijn en het vliegverkeer vroeger ging alles lopens dat is de grootste oorzaak van het milieu probleem en daar kun je niet van eten wel van de produkten van de boeren
Mega stallen zijn er in Nederland maar heel weinig en het verhaal dat er niet voor de dieren gezorgd wordt is totale onzin want kost te veel geld dus de verzorging is optimaal. Ik zit zelf in de kippen die gaan volgend jaar allemaal om naar beter leven dus dan kunnen die allemaal naar buiten geef de boeren de tijd en blijf vooral vlees eten dan komt het goed ook de stikstof
Uw informatie over Soja klopt niet.
Soja voor Nederlands vee komt voor 95% uit de VS.
Soja uit Brazilië gaat voor 80% naar China.
Weest u aub correct met uw gegevens voor uw geloofwaardigheid.
Een klein deel van resterende 19% van Braziliaanse soja gaat in vegetarische producten, het schroot daarvan gaat wel in veevoer
Daar zijn we het niet met u eens. Er zijn meerdere bronnen van betrouwbare en onafhankelijke instanties en organisaties die berekend hebben waar soja voor veevoer vandaan komt en dat is grotendeels uit Brazilië. Check eens het CBS, maar er zijn veel andere bronnen die dit staven.