Het aantal vleermuizen in Nederland neemt gestaag toe. Ondanks hun verborgen leefwijze lijkt het aantal dieren sinds 1986 te zijn toegenomen, aldus het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), een netwerk die de tellingen verricht.
Volgens de tellers zijn de acht veel voorkomende soorten in Nederland zelfs met 500% toegenomen, in dertig jaar tijd. Vooral het aantal ingekorven vleermuizen en franjestaarten is sterk toegenomen. De watervleermuis blijft helaas iets achter. Na de jaren ’50 en ’60, toen het dieptepunt werd bereikt voor de diverse vleermuissoorten, laten de vleermuizen een herstel zien.
Helaas is het nog niet zo dat de dieren overal in Nederland in grote aantallen te zien zijn. Het aantal ingekorven vleermuizen ligt in de zomer op zo’n 1.500 dieren. De soort blijft dus tamelijk zeldzaam. Naast de acht getelde soorten, komen ook nog tien variaties vleermuizen voor in Nederland. Hoe het met deze soorten gaat, is bij lange na niet te zeggen. Zelfs van de dwergvleermuis, die overal in stad en dorp voorkomt is niet te zeggen om hoeveel exemplaren het gaat.
Volgens de tellers van NEM eten vleermuizen heel veel insecten en kunnen zij tot wel twintig jaar oud worden.
In deze periode (van half oktober tot begin november zijn ze het meest fanatiek) kun je op zoek naar baltsende tweekleurige vleermuizen. Het geluid van deze diertjes is op wel 200 meter te horen, meestal 1 à 1,5 uur na zonsondergang. De zoekcondities zijn het beste in de buurt van hoge gebouwen en bij temperaturen onder de 9 graden, maar net boven het vriespunt.
Bron: Trouw ©PiepVandaag.nl Walter Eijndhoven