De kleine marterachtigen (zoals de wezel, hermelijn en bunzing) worden in Nederland steeds zeldzamer. Een goede leefomgeving voor deze dieren is van groot belang. Uit veldonderzoek door de Werkgroep Kleine Marterachtigen (WKM) in het Drielandenpark in Limburg blijkt dat dit gebied geschikt is voor kleine marters. Onder andere een wezel en hermelijn werden tijdens het onderzoek gevonden.
Het veldonderzoek is van 29 september tot 7 oktober 2012 op uitnodiging van ARK Natuurontwikkeling uitgevoerd. De terreinen die zijn onderzocht zijn Wolfhaag bij het Drielandenpunt en de Frankenhofmolen van het Limburgs Landschap. De Wolfhaag kenmerkt zich door ruig grasland met kleine beekjes, ruigtes, doornhagen en graften die begraasd worden door hooglanders. De Wolfhaag loopt over in het Vijlenerbos met, waar nog hazelmuizen leven. De Frankenhofmolen is een erf met een hoogstamboomgaard, bosbeek, doornhagen en vochtig ruig grasland.
Tien vrijwilligers werkten mee aan het onderzoek, door een honderdtal sporenbuizen en livetraps voor muizen uit te zetten, samen met twaalf lifetrap-vallen voor wezel en hermelijn. In de vallen werden camera’s geplaatst, waar de dieren werden opgenomen. In beide terreinen werd met sporenbuizen de aanwezigheid van wezels aangetoond. Verder werden er steenmarters, een bunzing, dassen, een eekhoorn en een vos opgenomen. Ook werden er veel muizen waargenomen: veel rosse woelmuizen en enkele gewone bosmuizen, grote bosmuizen, dwergmuizen, aardmuizen en een bosspitsmuis. Het aantal muizen dat in een gebied zit, geeft een beeld van de voedselbasis voor de kleine marters.
Hieronder beeldmateriaal van de verborgen camera’s
Op de laatste dag van het onderzoek werd nog een unieke waarneming gedaan: een hermelijn op het terrein van de boswachtershut van Staatsbosbeheer.
Bron: Natuurbericht ©PiepVandaag.nl