Ik schrijf dit bericht vanuit het hart van de Amazone in de onwetendheid of de mediawereld in Nederland hier al aandacht aan besteed heeft. Ik neem aan van wel, gezien het collectieve trauma waaraan mijn generatie lijdt als het een watersnood betreft. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat ik – zes jaar oud – op de vooravond van de watersnood die heel Zeeland onder water zou zetten mijn ouders de oren van hun kop zeurde. Om terstond ons Opelmobiel in te laden en de volgende morgen naar Zoutelande te tijgen, waar ons gezin elk jaar de hele maand augustus in de duinen en op het strand pleegde door te brengen.
De zwart-wit beelden van dat troosteloze onafzienbare landschap van tot het dak ondergelopen boerderijen staat me levendig voor ogen als ik nu naar het plaatselijke en landelijke journaal kijk. Al weken is daarop te zien hoe witwaterrivieren zoals de Madeira, Purús en Juruá, die de oostflank van de Andes ontwateren, een recordhoogte aller mensentijden bereikt hebben. Daarbij zien honderdduizenden mensen die langs de oevers en op de uiterwaarden duurzame landbouw bedrijven en hun dagelijkse kost van vis moeten hebben, of die wonen in de laagst gelegen, voor paupers gereserveerde sloppenwijken van menig dorp en stadje in het Amazonebekken, hun op palen gebouwde houten huizen met huisraad, huisdieren en al onder water verdwijnen of wegdrijven op de boeggolven van langsvarende turbine aangedreven boten en schepen. Het is net of je naar een eindeloos vertraagd opgenomen ‘tsunami ‘, zoals die vorig jaar in Japan, aan het kijken bent. Maar toch kan je je niet onttrekken aan de indruk dat het voor de gemiddelde Braziliaan in miljoenensteden als São Paulo, Brasilia, Rio de Janeiro en zelfs Manaus toch net zo’n ‘ver-van-zijn-bed-show’ calamiteit is als de zich simultaan afspelende recorddroogte in de in het noordoosten van Brazilië gelegen deelstaten Bahia, Sergipe en Pernambuco, waar het al twee jaar geen druppel geregend heeft, alle drinkwaterbronnen zijn opgedroogd en het vee massaal aan het sterven is. Beelden die eenieder alleen kent van de Afrikaanse Sahel.
De stad Manaus is gelegen op de noordoever van de Rio Negro, iets bovenstrooms van waar deze qua totale watervolume tweede grootste rivier van de wereld samenvloeit met de grootste en langste rivier ter wereld, de Amazone. Een week geleden heeft ook de Rio Negro het record aller mensentijden gebroken en een dezer dagen zal een waterstand van 30 meter bereikt worden – daarmee de tot nu toe hoogst gemeten waterstand van het jaar 2009 met 30 cm overtreffend. De dagelijks op tv getoonde beelden van Manaus met zijn oude binnenstad van kerken, pakhuizen, warenhuizen en markten die in koloniale tijden is aangebouwd tegen de haven, dokken, scheepswerven en aanlegsteigers, zijn extra bizar vanwege de huizenhoge bergen troep – niet van door een ‘tsunami ‘ uitgespoelde huisraad, maar van plastic en ander niet-afbreekbaar afval dat jarenlang door bewoners gedumpt is en nu aangevoerd wordt door de ook buiten hun oevers getreden kreken (die weliswaar onherkenbaar maar toch kreek zijnde gewoon doorgaan het heuvelland waarop de stad gebouwd is te ontwateren). Langs die kreken hebben zich de afgelopen honderd jaar de outcasts onder de stadsbewoners gevestigd in een soort van afvalhout en zink gebouwde paalwoningen. Er is in deze langgerekte sloppenwijk op palen geen riolering noch afvalophaaldienst, alles inclusief afgedankt meubilair gaat daar zo de kreek in – hetzij door het raam, de voordeur of de gaten in de vloer. De alom heersende filosofie is dat ‘s mensens leefomgeving slechts tijdens de droge tijd vervuilt en in de regentijd vervolgens weer lekker schoon gespoeld wordt, de Amazone en wat later de zee in. Die vlieger gaat alleen niet op als de Rio Negro zoals bij de extreem hoge waterstanden van 2009 en 2012 haar zwarte water de kreken in stuwt en al het over de jaren op de oevers opgehoopte vuil nu tussen de overstroomde huizen blijft drijven en overal de toegang verspert. Het zo stagnerende water is nu zo vervuild en bacterieel besmet dat allerlei huid- en ingewandsziekten, leptospirose, geelzucht, hepatitis A en ook dengue (knokkelkoorts) uitbreken en dreigen epidemische vormen aan te nemen.
Alle hoop is nu gericht op de gouverneur (Omar Assiz) die – naar ik hier durf te voorspellen – binnenkort een dringende oproep zal doen om humanitaire hulp uit het buitenland te krijgen, precies zoals gebeurde tijdens de record droogte van het jaar 2005. Toen wist gouverneur Braga internationale hulptroepen aan te trekken en humanitaire noodfondsen aan te boren om hele dorpen en stadjes in het binnenland van de deelstaat Amazonas te bevoorraden, nadat die van de buitenwereld waren afgesneden door drooggevallen waterwegen die dichtgeslibd waren met miljarden dode vissen en dolfijnen. Toen ging het Europa nog schijnbaar voor de wind en heeft de toenmalige milieuprijswinnende goeverneur Eduardo Braga (pas geleden nog door Dilma tot leider van de Tweede Kamer gepromoveerd) de Europese Unie een poot van zeggen en schrijven 280 miljoen euro weten uit te draaien – ten behoeve van het z.g. duurzame en milieuherstellende programma PROSAMIM – de grootschalige sanering van door de binnenstad van Manaus lopende kreken. Daarvoor zijn de laatste jaren wat stukken kreek gekanaliseerd, hier en daar wat paalwoningen omgetrokken en wat bewoners verhuisd naar in de haast opgeworpen, van bordkarton gebouwde eenkamerwoningen. Resultaat: die kreken zijn in open riolen getransformeerd, stinken nog erger dan voorheen, en slippen weer dicht met afval van hen die de aan hen toegewezen woningen met winst onderverhuurd of doorverkocht hebben en hun oude vertrouwde paalwoningen elders langs de kreken weer opgebouwd hebben. Bij de watersnood van nu blijkt dus dat het probleem verre van opgelost is, met het gevolg dat duizenden gezinnen hun hele hebben en houden aan de watersnood verliezen en enge ziekten oplopen, terwijl het leeuwendeel van het door de zich aan globale klimaatsverandering schuldig achtende bevolking van Europa opgebrachte bedrag aan humanitaire hulp in de al overvolle zakken van een kleine bovenlaag verdwenen is.
Terwijl ik al sinds jaren de globale klimaatverandering – zelfs hier in het hart van de Amazone – aan de lijve ondervind en in direct verband breng met het de afgelopen 25 jaar massaal kappen en afbranden van alle tropische regenwouden, zal men hier nooit de hand in eigen (Amazone) boezem steken – en al helemaal niet met de deze week door Presidente Dilma als ‘Medida Provisoria’ in werking gestelde, grotendeels gesanctioneerde, voor het wereldmilieu desastreuze Nieuwe Boswet (‘Código Florestal’), én de over twee weken in Rio de Janeiro plaatsvindende RIO+20 milieuconferentie (de eerste werd gehouden in 1992, ook in Rio). De media hier laten niet af de extreme droogten, watersnoden, landverschuivingen, tornado’s, cyclonen, aardschokken (vorige week voor het eerst in de historie gevoeld in Montes Claros, MG) en andere calamiteiten die het land de laatste twintig jaren teisteren als ordinaire natuurrampen af te schilderen, alsof ze alles te maken zouden hebben met golfstromen in de oceaan, El Niño of La Niña… Want stel je voor hoeveel REDD ‘smartengelden’ uit het fossiele brandstoffen verslindende hoog-geïndustrialiseerde westen de Braziliaanse overheid zou mislopen als waterdicht bewezen zou kunnen worden dat het verbranden en omzetten van het Amazonewoud door Brazilië de hoofdoorzaak is van de huidige globale klimaatsveranderingen en broeikaseffecten? En wat te denken van de miljarden aan schadeclaims die het door herhaalde watersnoden en extreme droogten geteisterde (meestal) arme deel van de bevolking bij de Braziliaanse Staat zou kunnen indienen? Net als voor de aanvang van de Milieuconferentie laatst in Stockholm, wat doe je dan als autoriteit? Je sleept wat oude milieubokken zoals ‘Hero for the Planet’ James Lovelock, patriarch van de opwarmingsthese van Moeder Aarde als omgeturnde ‘non-believers’ voor de camera en laat hen en plein public ‘bekennen’ dat ze het toch helemaal mis hadden, dat de wetenschap hun these weerlegd heeft, en dat al die klimaatsonzin louter berust op een door winstbejag ingegeven, door de milieuwereld in het leven geroepen “Grote Leugen”. ‘Believers’ versus ‘Non-Believers’. ‘Ambientalistas’ contra ‘Ruralistas’. “Het raam uit, de Amazone in met die nieuwe Boswet, Dilma!”
©PiepVandaag.nl Marc van Roosmalen, Primatoloog/tropisch bosecoloog in Brazilië
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
2 Comments
Comments are closed.
Beste Marc,
Het is lang, te lang geleden dat ik hier wat van je heb gelezen. Nog een week en dan vertrek ik na drie maanden weer uit Manaus en de Amazone. Ik zou graag zien dat ik hier wat regelmatiger wat van je zou kunnen lezen. Van de media in Nederland hoeven we het niet te hebben. Die zijn met betrekking tot de Amazone louter geïnteresseerd (als ze dat al zijn) in de sensatieverhalen van dikke duimschrijvers die nog geen krokodil van een kaaiman kunnen onderscheiden. Dus alsjeblieft.
Abraços,
Cornell Evers
Beste Marc van Roosmalen,
Als regelmatig bezoeker van Manaus en Amazonas kan ik je artikel alleen maar onderschrijven. Alles wat je hier zegt, klopt. Overigens zijn ook veel Manauaras het met je eens. Alleen wordt hun stem (bijna) niet gehoord. Niet in Manaus. Niet in Europa. En niet in Nederland. Het merendeel van de bevolking van Nederland wil hun stem ook helemaal niet horen. Mensen willen niet horen wat de onderzoeker Niro Higuchi van de INPA in Manaus heeft te melden, dat hun tuinbank van “gecertificeerd Amazonehout” misschien helemaal niet zo duurzaam is geproduceerd als door de houtindustrie wordt beweerd. En dat zij dus mede verantwoordelijk zijn voor de afbraak van dit voor de hele wereld belangrijke gebied.
Groeten van Cornell Evers
P.S. De stank van de kreken is inderdaad gebleven.