Men vreesde dat de zeldzame reuzenschildpad, met het heengaan van de geliefde Lonesome George, het laatst bekende exemplaar van deze soort, nu uitgestorven is. Maar er gloort hoop aan de horizon.
Een nieuwe studie van onderzoekers van de Universiteit van Yale onthult dat DNA van de voorouders van George verder leeft, en dat er in een afgelegen gebied van Ecuador’s Galapagos Eilanden nog een aantal soortgenoten in leven is.
Het is niet de eerste keer dat de schildpadsoort Chelonoidis abingdoni uit het graf lijkt te herrijzen. De grote reptielen werden in 1906 voor het laatst gezien en als uitgestorven beschouwd, totdat in 1972 op Pinta Eiland Lonesome George, die toen een jaar of zestig was, werd ontdekt. De populatie was door kolonisten, die de schildpadden bejaagden voor voedsel, en die geiten en varkens meenamen die de leefomgeving van de schildpadden en het grootste deel van de vegetatie op het eiland vernietigden, uitgeroeid.
Nu hebben de onderzoekers op Volcano Wolf, een stuk land op de noordpunt van Isabela, een ander eiland van de Galapagos groep, met behulp van DNA-onderzoek binnen een populatie van 1667 schildpadden, 17 weliswaar bastaard-afstammelingen (drie mannetjes, negen vrouwtjes en vijf jongen van onder de twintig jaar oud) van Chelonoidis abingdoni geïdentificeerd. De aanwezigheid van jongen suggereert echter dat er op het eiland misschien ook nog zuivere soorten bestaan. Omdat schildpadden zo oud kunnen worden, en omdat in het DNA van een paar van de bastaarden hoge niveaus van de voorouders aanwezig was, zou het zelfs mogelijk zijn dat van sommige van de oudere exemplaren de ouders nog in leven zijn.
Hoe kwamen de familieleden van Lonesome George op zo’n 50 km afstand van Pinta Eiland terecht?
De onderzoekers denken dat de schildpadden niet door oceaanstromingen zijn meegevoerd, maar dat ze daar gewoon door mensen heen zijn gebracht: bemanningen van negentiende-eeuwse walvisvaarders en piratenschepen die toegankelijke eilanden zoals Pinta afstroopten voor olie en vlees, hebben levende schildpadden aan boord meegenomen. Schildpadden kunnen het, vanwege hun uiterst trage stofwisseling, tot wel een jaar zonder voedsel of water uithouden, waardoor ze op lange zeereizen uiterst nuttig zijn als bron van vers vlees (dierenleed is dus niet alleen van deze moderne tijd). Maar tijdens gewapende conflicten op zee werden de reuzenschildpadden om gewicht te besparen (ze wegen tussen de 90 en 270 kilogram vaak overboord gesmeten. Dat zou meteen verklaren waarom één van de Isabela-schildpadden ook DNA bevat van Chelonoidis elephantopus, die op zijn oorspronkelijke eiland, Floreana, uitgestorven is.
De reuzenschilpad is voor het ecosysteem van de Galapagos Eilanden essentieel, zeggen de onderzoekers. Ze verplaatsen bodem en zaden; bovendien dragen hun eetgewoonten bij aan het in stand houden van het evenwicht tussen bosvegetatie en cactussen. Nu is er een kans voor de onderzoekers om Chelonoidis abingdoni en Chelonoidis elephantopus alsnog te redden.
Met behulp van een toelage van het Committee for Research and Exploration van de National Geographic Society, die ook de huidige studie medefinancierde, willen de onderzoekers teruggaan naar het ruige land van Volcano Wolf om bastaardschildpadden, en, als die gevonden kunnen worden, zuivere exemplaren, te vangen teneinde een broedprogramma van de schildpadden in gevangenschap te starten.
Als alles goed gaat worden Chelonoidis abingdoni en Chelonoidis elephantopus in de toekomst losgelaten in hun oorspronkelijke ruige woongebieden op de Galapagos Eilanden.
Het woord “uitgestorven” betekent dat er geen weg meer terug is, maar nieuwe technologie biedt nu de hoop dat dit toch niet zo onomkeerbaar zou kunnen zijn als het lijkt.
Bron ©PiepVandaag.nl Jeanco Lapierre Armande