Onze ‘familie’ bestaat behalve mijn man en mij uit veel dieren in en om het huis. We beginnen met Tammo (een vriendelijke gecastreerde stier van bijna 1000 kilo) en Rooske, een hele lieve koe; dat zijn onze twee Groninger blaarkoppen. Dan hebben we nog vijf schapen; allemaal gered van de dood.
Verder scharrelen rond ons huis zeven volwassen Groninger meeuwen (twee hanen en vijf kippen), maar ook vier halfwas kuikens, dertien kuikens die al wat staartveren beginnen te krijgen, twaalf kuikens, nog zonder staartjes maar met beginnende veertjes en sinds vandaag een kippenmoeder met net uitkomende eitjes. Het is altijd weer een verrassing waar ze zitten te broeden. En tenslotte: we hebben ook nog zeven katten en een golden retriever, Sylke. Die wonen allemaal bij ons in huis. De katten zijn stuk voor stuk dikke vriendjes met Sylke en beschikken bovendien over een heel grote buitenren rondom het huis, waar wij ook in kunnen zitten. Zo kunnen ze lekker buiten zijn, maar blijven ze af van onze kuikentjes en de andere vogels.
De morgen begint al heel vroeg met een moeder kip en haar dertien kuikens die veel spektakel maken: ze willen uit hun nachthok om de tuin in te gaan. Daarom in nachtkleding naar buiten, hokje open en met koude voeten weer in bed. Moe kip gaat met haar kuikens aan de wandel; een tante kip past mee op.
Ik probeer nog even wat te slapen, maar dat lukt niet lang: Hafez, onze zwerfkat uit Iran, slaat met zijn pootje op mijn mond en Pietepiet, een kat van Ameland, krabt op mijn hoofd met zijn nagels uit. Hij probeert het dekbed weg te trekken. Spikey, een zwerfkat uit Spijkenisse, snort keihard in mijn oor. Dus er is maar één oplossing: opstaan. De dieren hebben mij met z’n allen helemaal onder controle…
Ondertussen begint Tammo, die mij al gehoord heeft, in de stal heel hard te loeien. Onze dorpsgenoten horen hem wel een kilometer ver: hij wil vooral aandacht. De koeien wonen in een dubbele garage, die nu is omgebouwd tot stal. Ze kunnen kiezen: binnen blijven of buiten grazen in het land. Vooral binnen klinkt hun loeien indrukwekkend. De hanen die samen met de kippen overnachten op de balken in de garage zijn er niks bij; alleen beginnen die veel vroeger met kraaien…
In huis is er voor de zeven katten een standaard eetvolgorde: eerst in de keuken zeven bakjes klaarmaken met lekker visvoer, dan ronddelen. Ze eten allemaal op een andere plek. Anna en Pietepiet op de grond (die kunnen vanwege hun leeftijd en omvang niet meer ergens op springen). Hafez eet op het aanrecht. Laleh (ook uit Iran) eet op de keukentafel; Soltan krijgt zijn ontbijt in een stoel en Koolooche (ook uit Iran, heeft maar drie poten en geen staart) eet op zijn vaste plekje in een kast. Spikey heeft geen vaste plek; die ziet wel waar een bakje voor hem wordt neergezet.
Dan rekt onze golden retriever Sylke zich uit, gaapt en staat op. Ze lag op ons bed en hoort precies wanneer de katten hun eten hebben gekregen en het haar beurt is; dan komt ze er aan. Maar zodra ze haar eigen etensbak leeg heeft, probeert ze ook snel nog wat van de poezen te pikken.
Buiten roept Tammo steeds harder en de schapen gaan nu ook mee doen. Daarom ga ik bijna rennend naar buiten; Sylke gaat enthousiast mee. Jumper, één van de schapen, probeert binnen in het achterhuis mee te eten van het kuikenvoer. De deur van ons achterhuis moet open blijven, want de boerenzwaluwen hebben ook bij ons in huis om onderdak gevraagd en een nest gebouwd. De verblijven van de koeien en schapen zijn al bijna volgebouwd met zwaluwnesten.
Ook het voeren van de dieren buiten gaat volgens een vast patroon. De twee koeien krijgen ieder een bak pulp en wat biks; dan een veekoek en een ruif vol hooi. Als ze zin hebben gaan ze na het ontbijt weer de wei in. De schapen Jumper, Gepke, Lola, Lotje en Yara krijgen een soort muesli in hun voerbak en verder hooi. Dan moeten de waterbakken gevuld worden. De kippen krijgen hun strooivoer overal in de tuin; dat is ook direct voer voor de tientallen mussen, vinken, lijsters, koolmezen enz.
We hebben nu dus drie generaties kuikens: bijna volwassen, halfwas en nog heel klein. De kleine kuikentjes krijgen speciaal opfokvoer. Het is geweldig om te zien hoe iedere moederkip haar eigen kindjes beschermt en alles leert. Ook ontroerend om te zien hoe een halfwas kip nog steeds bij zijn moeder wil slapen die ondertussen al weer een stel eieren heeft uitgebroed en nu alweer nieuwe kuikens heeft.
Vanmorgen grote paniek: een buizerd zit bovenop een kippenren waar moe kip met haar kleintjes nog in het nachthok zit; hij probeert (gelukkig tevergeefs) een van de kuikens te vangen en de moederkip maakt heel veel spektakel. Gelukkig hebben we overal struiken, waar de andere moederkippen en hun al wat grotere kuikens zich kunnen verstoppen.
Dan moet ik de wildview camera’s terughalen uit de bosjes rond ons huis. Iedere ochtend is dat weer spannend: wat zal er op staan? We hebben een paar plekken waar we wat voer neerleggen voor onze nachtelijke bezoekers. We krijgen prachtige videobeelden van egeltjes, steenmarters, veel katten uit de buurt en zelfs ook zo nu en dan een vos. Alles komt mee eten en trekt zich niks aan van andere dieren. Ook muisjes doen mee. Het egelvoer is favoriet.
Nu moet ik alleen nog wat slingers voer ophangen voor de vogels rondom ons huis; iedere dag trekt er een bont gezelschap voorbij: een specht, roodborstjes, lijsters, winterkoninkjes, groenlingen, vinkjes, allerlei soorten meesjes, een gekraagde roodstaart en veel, heel veel musjes.
Dan is Sylke, onze hond, aan de beurt. Ze heeft de hele tijd flink meegeholpen met het voeren van alle dieren, heeft zich overal mee bemoeid, maar moet nu eerst haar ochtendwandeling maken. Onderweg is ze voortdurend op zoek naar egeltjes. Met haar neus is ook na elf jaar niks mis, dus ze vindt er vaak eentje, die zich natuurlijk meteen oprolt. Daar gaat ze dan braaf naast liggen wachten tot ik kom kijken.
Als we weer thuiskomen, zitten de katten al weer te wachten: ze hebben zin in wat lekkers. Het is een zegen voor de dieren dat ik niet tegen dichte deuren kan. Dus staan alle deuren altijd open en kunnen alle dieren overal in huis komen. ‘s Nachts kleppert het kattenluikje in de slaapkamer (de toegang naar onze overdekte tuin, de kattenren) dan ook heel vaak. We hadden een “geruisloos” kattenluik gekocht, maar de ontwerpers hebben kennelijk geen rekening gehouden met zeven katten die er ieder minstens twintig keer per dag doorheen gaan, heen en terug. Alleen de eerste week was het luikje stil; nu kleppert het luidruchtig bij iedere passage. En voor de katten is niks leuker dan een soortgenoot te plagen door het luikje tegen te houden; dan wordt er van twee kanten tegenaan geslagen…
Als we tegen de avond nog even buiten zitten, trekken de groepjes kuikens onder leiding van hun moeder langs, op weg naar hun nachthok. Dan is het zaak ervoor te zorgen dat de juiste familie in het juiste hok terecht komt. Dat is een kwestie van dirigeren en sturen, met gespreide armen en wapperende handen, maar heel, heel voorzichtig, anders raakt zo’n hele groep in paniek en vliegt alle kanten op. Als ook het laatste kuikentje piepend en wel zijn plek heeft gevonden, sluit ik met een zucht van opluchting de hokken af voor de nacht: zo zijn ze weer even veilig voor buizerds, steenmarters en andere gevaren.
En dan heb ik het nog niet gehad over kattenbakken schoonmaken, stro strooien in de stal, buitenplaats aanvegen, hooi en stro ophalen enzovoort. Gelukkig zijn we met z’n tweeën. En als we net even onderuitgezakt naar het journaal willen kijken, begint Tammo te loeien. Hij en Rooske zijn weer terug van een dagje grazen in de wei en verwachten nog wat lekkers voor de avond. Intussen zijn de volwassen en bijna volwassen kippen al op de hanenbalken gaan zitten; ook die gaan veilig de nacht in. Nog even een rondje met Sylke, en dan gaan we maar vroeg slapen.
Want morgenochtend begint het met de kippen, en dan gaat Tammo weer loeien…
Lenie ’t Hart, oprichter zeehondencrèche Pieterburen en het Lenie ’t Hart Zeehondenfonds
@Animals Today
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Klinkt bekend. Ik woon in de stad en moet ’s morgens vroeg eerst de mussen een volle feeder geven, dan de mezen (het seizoen begint nu voor de mezen), direct daarna de halftamme-halflamme kauw. Vervolgens via de straat naar het binnenterrein naar de vier katten die al klaar zitten.
’s Avonds de heel riedel nog een keer en, mocht ik overdag thuis zijn, elke twee uur de kauw die om eten ekt. Leuk en gezellig, maar wel vermoeiend en ook bij ziekte en heel slecht weer gaat alles door.