‘De dode dieren afdeling’ zo noemt een goede bekende de vleesafdeling in de supermarkt. En hij heeft gelijk, want vlees is altijd afkomstig van dieren die niet meer in leven zijn. Althans: tot vorige week. Toen presenteerde de Nederlandse professor Mark Post in Londen namelijk de eerste hamburger van kweekvlees, die bestond uit weefsel dat in het laboratorium gekweekt was.
Duur?
Het lapje kostte maar liefst 600.000 euro en dat is veel geld voor een stukje vlees. Voor alle publiciteit die de hippe presentatie opleverde is het echter een schijntje. De wereldpers was present en alle belangrijke TV-journaals, websites en kranten in de wereld deden prominent verslag. Dat ging veel verder dan de proefdame die het burgertje niet echt lekker leek te vinden. Er was veel aandacht voor de inefficiëntie en de onhoudbaarheid van de intensieve veehouderij. En er ontstond een heftige discussie over de vraag of vlees eigenlijk wel nodig is. Alle alternatieven, van haute cuisine vleesvervangers tot 100% plantaardig eten passeerden de revue. Alleen al door al die aandacht en discussie is de kweekburger heeft de kweekburger zijn geld al terugverdiend!
Voor wie?
Maar dan nu over het product zelf. Het is bekend dat vlees niet echt nodig is voor een gezonde voeding. Vegetariërs zitten dan ook niet te wachten op het nieuwe product, dat hoe dan ook een dierlijke oorsprong heeft. Voor hen is het ook niet bedoeld, zoals Mark Post tijdens de presentatie zei:
“Vegetariërs moeten dat vooral blijven, zij maken een goede keuze”.
Ook veehouders zien, om voor de hand liggende redenen, niets in vlees dat uit een laboratorium komt en hun bedrijfstak overbodig dreigt te maken.
De klant bepaalt
Of kweekvlees uiteindelijk aan zal slaan, hangt dus vooral van de afnemers af: van de supermarkten en de vleesindustrie die het product moeten verwerken en op de markt brengen, en uiteindelijk van de vleesetende consument zelf. Die maakt zich vooral zorgen over de prijs, de smaak, de voedingswaarde en mogelijke gezondheidsrisico’s van het nieuwe vlees. Veel daarover is nog onduidelijk.
Dierenleed
Een ding staat echter vast: veel consumenten, ook vleeseters, zijn verontwaardigd over het dierenleed dat veroorzaakt wordt door de vee-industrie. Kweekvlees, waarvoor geen dier gedood hoeft te worden, heeft een groot potentieel daar een eind aan te maken. In een wereld waarin vlees de norm is en de consumptie ervan groeit, zou het al enorm veel verschil maken wanneer zelfs een klein percentage vlees uit de vee-industrie vervangen zou worden door kweekvlees.
Kans
Elk jaar vinden wereldwijd zo’n 50 miljard dieren hun eind in de vee-industrie, met haar kale hokken, krappe kooien en pijnlijke ingrepen. Om daar een eind aan te maken moeten we geen mogelijkheid onbenut laten. Kweekvlees verdient daarom een kans.
©PiepVandaag.nl Geert Laugs, directeur CIWF Nederland
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Helemaal eens met Geert Laugs. Geen mogelijkheid onbenut maken laten om dierenleed tegen te gaan.
Het gros van de mensen eet worst, hamburgers, gehakt. Die mensen gaan niet over op het vegetarisme. Ik hoor heel wat voorbij komen aan opmerkingen tijdens de Familie Bofkont Workshop. “Ik zou pas overwegen om te stoppen als iedereen dat deed”, zei laatst iemand. Daarmee is alles gezegd. Eigen verantwoording nemen, er is nog een lange weg te gaan. Voor die mensen is kweekvlees een goede tussenstap. Laten we kweekvlees vooral toejuichen. Niemand dwingt een vegetarier om het ook te gaan eten, maar het moet er natuurlijk wel komen, omwille van de dieren. Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland