Het konijn staat op de derde plaats van de meest gekweekte vleessoorten in Europa, met ongeveer 180 miljoen dieren per jaar. In Spanje bevinden zich de meeste fokkerijen. De Spaanse organisatie AnimaNaturalis deed undercoveronderzoek naar de konijnenvleesindustrie in Spanje, en legde hun trieste leven vast als vergeten slachtoffer van de vee-industrie, vanaf de geboorte tot aan het slachthuis.
Volgens het Register of Livestock Farms (REGA) ligt meer dan de helft van de konijnenfokkerijen in de EU in Spanje, met ongeveer 3.833 farms, waarvan de meeste geregistreerde in Catalonië. In Spanje – met tevens de hoogste consumptiegraad van konijnenvlees in de EU – gingen in 2021 zo’n 38.548.000 konijnen naar het slachthuis. Daarna volgen Tsjechië en Italië.
De Spaanse dierenrechtenorganisatie AnimaNaturalis deed undercoveronderzoek naar de konijnenvleesindustrie in Spanje, vanaf de geboorte tot aan het slachthuis. Dat leverde onderstaande beelden op van het vergeten slachtoffer van de vee-industrie:
.
Het konijn: vergeten slachtoffer
Van nature leven konijnen in groepen. Zo’n groep bestaat vaak uit 2 tot 9 vrouwtjes en 1 tot 3 mannetjes, plus de jongen. Ze leven in holen met soms ingewikkelde gangenstelsels, liefst in zandige bodems waarin het makkelijk graven is.
In konijnenfarms leven konijnen echter opeengepakt in kooien met een draadbodem, zonder enige vorm van verrijking en in een ruimte kleiner dan een A4’tje per dier (14-17 dieren per m2). Hierin kunnen ze geen natuurlijk gedrag ontwikkelen, zoals rennen, springen of knagen; ze komen nooit buiten en zien nooit daglicht. De dieren hebben vaak chronische maagslijmvliesontstekingen, pijnlijke poten door de draadgazen kooien en vertonen veel afwijkend gedrag, zoals rondjes draaien, kopschudden, haarplukken en gaasknagen.
De kooien worden niet alleen gebruikt voor het vetmesten, maar ook voor drachtige vrouwtjes en hun jongen. Konijnenfokkerijen behoren dus tot hetzelfde soort intensieve veehouderij als legkippen, varkens, nertsen en andere dieren. Daarbij is het twijfelachtig of de wettelijk verplichte tweemaal-daagse controle van de dieren op sommige bedrijven plaatsvindt, of zieke en gewonde dieren medische hulp en afzondering krijgen en dode dieren verwijderd worden.
Naast de standaard welzijnsproblemen kampt de sector met uitbraken van besmettelijke ziekten, waardoor het sterftecijfer in de konijnenstallen tot piekhoogten kan oplopen. Dit leidt weer tot een extreem hoog antibioticagebruik.
Fokmoeders worden als ze vijftien weken oud zijn kunstmatig geïnsemineerd en zijn in één jaar 8 à 9 keer drachtig. Daarna zijn ze ‘opgebruikt’ en gaan ze naar het slachthuis – terwijl ze normaal ongeveer 12 jaar oud kunnen worden. Omdat konijnen echter erg gevoelig zijn voor ziekten, sterft zo’n 20% van de dieren voordat ze de slachtleeftijd hebben bereikt. De jongen worden met 32 dagen gespeend en gaan een maand later naar het slachthuis, maar 9,45% sterft tijdens de lactatie en 10,35% sterft tijdens de afmestfase.
EU-wetgeving ontbreekt
Er zijn ongeveer 161.000 konijnenfokkerijen in de EU. Hoewel deze dieren de op twee na meest geproduceerde consumptiedieren in Europa zijn – met ongeveer 180 miljoen dieren per jaar – is er geen specifieke regelgeving voor de exploitatie van konijnen. Dit betekent dat houders vallen onder de algemene wetgeving van de Europese Unie inzake dierenwelzijn, die slechts enkele basisaspecten definieert, zoals de beschikbaarheid van water, voedsel en ziektepreventie.
Konijnen in de bontindustrie
Konijnenbont is te vinden in verschillende vormen. In Nederlandse woonwinkels en op markten worden vaak hele konijnenvachten aangeboden; restproducten van de vleesindustrie, gebruikt ter decoratie. In overige winkels gaat het veelal om konijnenbont in kleding of accessoires, afkomstig van ‘bontkonijnen’, die speciaal worden gefokt voor hun vacht. Vleeskonijnen worden op jonge leeftijd geslacht wanneer hun vacht nog niet genoeg ontwikkeld is voor de bontindustrie. Voor konijnenbont worden oudere konijnen gedood, van wie het vlees niet of nauwelijks gegeten wordt.
Konijnenfarms in Nederland
Het aantal konijnenfokkerijen in Nederland bedraagt 140 met in totaal zo’n 41.000 konijnen. De sector is exportgericht en wordt geconfronteerd met structurele problemen als de afhankelijkheid van slachtfaciliteiten in het buitenland en dierenwelzijn. De konijnensector heeft al ingestemd met verbeteringen zoals groepshuisvesting en verrijking van de leefomgeving van het dier, maar verdere stappen bleven tot nu toe uit.
In Nederland zijn geen konijnenslachterijen. Alle konijnen gaan levend op transport naar België of Frankrijk. Deze transporten kunnen lang duren, omdat een vrachtwagen langs meerdere bedrijven gaat. In het slachthuis worden ze verdoofd door elektrocutie. Vervolgens wordt de hals doorgesneden.
Verbod op kooien door de EU
Het Europees Parlement heeft er bij de Europese Commissie op aangedrongen om kooien in intensieve veeteelt in de hele Europese Unie tegen 2027 illegaal te verklaren, door een resolutie aan te nemen over het Europees burgerinitiatief om een einde te maken aan het ‘kooitijdperk’. Het plan is om het wetsvoorstel pas in 2023 goed te keuren… en dat is veel te laat! Want zo blijft het feit dat konijnen, kippen, eenden, ganzen en kalfjes zich niet vrij kunnen verplaatsen in hun veel te krappe kooien en dat miljoenen zeugen niet voor hun biggen kunnen zorgen. Het is onbegrijpelijk dat Europa dit verbod zo lang uitstelt!
Bronnen:
- Animal Rights
- AnimaNaturalis
- AnimaNaturalis/YouTube
- Bont voor Dieren
- CIWF
- Wakker Dier
- Lees ook op AnimalsToday:
Schouten en NVWA houden nauwelijks toezicht op de konijnenindustrie
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg