Ons klimaat verandert zienderogen. De meest recente toekomstscenario’s van het KNMI voorspellen onder meer hogere temperaturen, hevigere buien en kans op drogere zomers. Daardoor wordt het nóg belangrijker onze steden natuurlijker in te richten. Groen in de stad geeft verkoeling op warme dagen, voorkomt wateroverlast bij overmatige regen en houdt in droge periodes juist meer vocht vast. Haal dus die tegels uit de tuin en zet er planten in!
De afgelopen decennia hebben steeds meer mensen hun tuin bestraat. Meer dan veertig procent van de Nederlandse tuinen is grotendeels bedekt met tegels. Vaak komt dit voort uit gemakzucht, mensen denken dat stenen minder onderhoud vragen dan planten. Daarnaast is het een modetrend, die wordt aangeprezen in tv-programma’s en tuintijdschriften. Aangezien zo’n veertig procent van de grond in de stad bestaat uit particulier bezit, heeft deze trend grote gevolgen voor de stedelijke omgeving.
Carijn Beumer, onderzoeker aan de Universiteit Maastricht:
“Op de nadelen van deze ‘comfortabele, mensvriendelijke’ tuinen wordt amper gewezen: een betegelde tuin neemt geen water op. Alles stroomt meteen weg het riool in. Onze toch al wat oudere riolen worden overbelast. Het stedelijk hitte-eilandeffect zorgt voor onaangenaam hete zomers en wordt versterkt door stenen tuinen. Vogels, bijen, hommels, vlinders, en andere nuttige en leuke inheemse diersoorten die afhankelijk zijn van variaties van bloemen, besjes, bomen en struikjes zie je steeds minder.”
1 boom = 10 airco’s
In warme, zomerse periodes kan het temperatuurverschil tussen stad en platteland oplopen tot wel wel zeven graden. Dit wordt het hitte-eilandeffect genoemd. Verschillende factoren dragen hieraan bij. Materialen zoals asfalt en steen absorberen veel zonlicht en houden warmte lang vast. Door bebouwing is er in de stad vaak minder verkoelende wind. Daarnaast stoten industrie, huishoudens, gebouwen, verkeer, mensen en dieren warmte uit. En er is weinig groen dat de omgeving door verdamping kan verkoelen.
Overdag zijn de temperatuurverschillen tussen de stad en het buitengebied maar enkele graden. Vooral na zonsondergang lopen deze op, doordat het in de stad langzamer afkoelt. De warmte kan dan leiden tot hittestress bij mens en dier. Dit uit zich onder meer in slecht slapen, gedragsverandering (zoals meer agressie), vermoeidheid en verminderde productiviteit. Vooral bij kwetsbare groepen, zoals ouderen en chronisch zieken, kunnen de gevolgen ernstiger zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan beroertes, nierfalen of ademhalingsproblemen. Tijdens hittegolven stijgt de sterfte in Nederland met 12%, er overlijden per dag zo’n veertig mensen meer dan anders.
Om het hitte-eilandeffect te verminderen, is meer groen in de stad noodzakelijk. Door verdamping via de bladeren, koelen planten en bomen de omgeving wel vijf tot acht graden af. Uit onderzoek van de Universiteit Wageningen blijkt zelfs dat één grote boom op een zonnige dag evenveel verkoeling biedt als tien airco’s. Op grondniveau scheelt dat wel tien tot twaalf graden.
Overbelast riool leidt tot vissterfte
Naast het effect op de temperatuur, vormt de verstening ook een grote belemmering bij de afvoer van regenwater. In een natuurlijke tuin kan water in de grond wegzakken en door planten worden opgenomen. Een tegeltuin houdt geen water vast, alles stroomt direct naar het riool. Bij hevige buien kan dit leiden tot wateroverlast en overstromingen. Omdat er in de toekomst meer harde regen verwacht wordt, zal dit een steeds groter probleem worden.
Als de riolen het hemelwater niet meer kunnen verwerken, vindt riooloverstort plaats. Water uit het riool wordt dan geloosd in oppervlaktewater zoals sloten, grachten en singels. Doordat dit water zuurstofarm, warmer en van slechte kwaliteit is, kan dit grote sterfte onder vissen en andere dieren veroorzaken.
Dieren vinden geen partner
Ook de wilde dieren in de stad hebben onder de verstening te lijden. Hoewel 95 procent van de Nederlanders meer vogels in de tuin zou willen, ontnemen de betegelde tuinen dieren veel leefgebied. Voor egels, vogels, vleermuizen, vlinders en andere insecten blijft steeds minder plaats over om te wonen en voedsel te vinden.
De groene plekken die er nog wel zijn, raken sterk versnipperd. Dieren kunnen niet meer van het ene park naar het andere komen. Dit bedreigt hun overlevingskansen en de mogelijkheid om zich voort te planten. Met als gevolg dat er in de stad steeds minder dieren worden gezien.
Gratis plant in ruil voor tegel
Nu de gevolgen van verstening steeds duidelijker worden, zetten verschillende gemeentes zich in om dit probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld met subsidies voor groene daken, die bevorderlijk zijn voor biodiversiteit, wateropvang en klimaat. Met participatieprojecten proberen gemeentes inwoners te stimuleren om de openbare ruimte in hun buurt te vergroenen, waarbij de gemeente advies en faciliteiten biedt.
Voor de rol van particuliere tuinen is de laatste jaren meer aandacht gekomen. Zo hebben verschillende organisaties, waaronder de Vogelbescherming, IVN en universiteiten, zich verenigd in Operatie Steenbreek. Samen met gemeentes, waterschappen en bedrijfsleven maakt deze projectgroep zich sterk om mensen ertoe te bewegen hun tuin groener in te richten. Tijdens acties bij tuincentra krijgen bezoekers bijvoorbeeld de gelegenheid om een tegel in te leveren in ruil voor een gratis plant.
Wil je ook bijdragen aan een groenere stad? Elke steen die je vervangt door vegetatie is een goede stap. Een natuurlijke tuin hoeft ook helemaal niet meer onderhoud of geld te kosten. De crux zit ‘m in een goed ontwerp met planten die weinig aandacht nodig hebben. Op internet vind je legio tips. Verschillende natuurbeschermingsorganisaties hebben samen de folder ‘Weinig werk en toch een groene tuin!’ uitgebracht. Deze helpt je een eind op weg.
Bronnen: Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie, EenVandaag, WUR, Operatie Steenbreek, RD, Dier en Natuur ©Animals Today Mirjam Förch
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Niet alleen tuinen! Driehoogvoor heb ik een wildernis op 1,50×4.20 m gemaakt. Geliefd bij insecten (bijen, hommels, krekels ), wormen en vogels. Twee weken terug zat er zelfs een fitis (gezien en gehoord). Als ik mensen uitleg waar op het blok ik woon, zeg ik maar “bij de groene blob”. Snappen ze vanzelf.