De omgeving waarin mieren leven heeft een sterke invloed op hun uiterlijk. De dieren die in koude gebieden in de buurt van de Zuidpool leven zijn groter en donkerder van kleur dan hun soortgenoten die dichter bij de evenaar verblijven. Dit zijn conclusies die onderzoekers van de Universiteit van Liverpool hebben gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Global Ecology and Biogeography.
Op veertien locaties hebben zij onderzoek gedaan naar het effect van de omgeving op het uiterlijk van deze dieren, namelijk in Afrika, Zuid-Amerika en Australië. De temperatuur in de leefgebieden van de dieren liep uiteen van 0 tot 35 graden Celsius. Warmte of kou blijkt een grote invloed te hebben op de uiterlijke kenmerken van de mieren.
De leden van kolonies in de buurt van de Zuidpool hebben relatief grote lichamen en zijn donker van kleur, waarschijnlijk omdat ze met die eigenschappen hun lichaamswarmte beter kunnen vasthouden. De dieren uit warme gebieden zijn kleiner en zijn lichter van huidskleur, zodat ze makkelijker warmte verliezen.
Daarnaast is het opvallend dat het uiterlijk van de mieren binnen een bepaalde kolonie binnen een jaar aanzienlijk kan veranderen, zo melden de onderzoekers. Als de gemiddelde temperatuur in een gebied enkele maanden wat hoger ligt, worden ze in deze regio onmiddellijk wat kleiner.
Mieren zullen sterk reageren op de opwarming van de aarde, volgens hoofdonderzoeker Tom Bishop:
“Je kunt verwachten dat op een warmere planeet gemiddeld kleinere en lichter gekleurde mieren zullen domineren.”
Bishop waarschuwt dat die voorspelde opmars van kleinere mierensoorten ten koste van grotere soortgenoten is mogelijk slecht nieuws:
“Het kan een blijvend effect hebben op het ecosysteem, aangezien verschillende soorten mieren verschillende functies hebben.”
Bron La Chispa ©PiepVandaag.nl Estefanía Pampín Zuidmeer