Kerst met Gans en Zwaan is een verhaal over vier weilanden en hun gevederde bewoners. De dieren kennen elkaar vaak al jaren en delen lief en leed. Ieder seizoen zijn er nieuwe vrienden, maar ook nieuwe uitdagingen en verliezen. Kerst viert Gans het liefst met zijn familie, zoals hij gewend was. En met Zwaan, die ook iets aan zijn vleugel heeft.
Oooh… aahhhh… oehh! Gans rekt zich eens lekker uit. Poot voor poot met de uiterste teen naar achter. Dan een voor een de vleugels helemaal open. Ja behalve die ene dan. Lekker schudden met de veren en nog even napoetsen met z’n snavel. Het pak zit weer goed en dus kan de dag beginnen.
Ja, die ene vleugel die doet het niet meer goed, al een paar jaar niet meer. Gans weet niet meer zo goed hoe dat gekomen is. Was het nou het gevecht om dat ene vrouwtje of op de vlucht voor jagers die met hagel schoten? Zo veel ganzen met hagel in hun lijf immers, zonder hagel hoor je er bijna niet meer bij. In ieder geval kan Gans er niet meer mee vliegen. Het had hem verbaasd; alle andere vlogen op en hij bleef aan de grond. Rennen en rennen, springen maar nee, hij kon de lucht niet meer in.
Een rare gewaarwording was dat. Gans denkt in het begin nog dat het na een paar dagen wel weer beter gaat. Maar een paar dagen worden een paar weken en opeens is het tijd om naar het hoge noorden te vertrekken. Gans voelt een soort paniek. Zijn kinderen, familie en vrienden; iedereen staat klaar. Ze nemen afscheid van hem, beloven zo snel mogelijk terug te komen. Ze spreken af dat Gans het gebied zal bewaken en beheren, als een soort ambassadeur om hun belangen te behartigen.
Met een brok in zijn keel ziet hij iedereen vertrekken. De groep doet nog een extra rondje boven zijn hoofd en vliegt daarna richting noorden. Gans blijft kijken tot het laatste stipje in de verte is verdwenen. Opeens is het stil en leeg. Gans is helemaal alleen en dat is niets voor ganzen. Maar hij herneemt zich snel. Hij heeft een taak gekregen en een heel belangrijke!
Vier velden heeft hij onder zijn hoede, doorkruist met twee wegen waarvan een heel erg druk. Vooral ‘s ochtends vroeg en aan het eind van de middag, dus beter om ze overdag te vermijden. De andere weg is smaller en iets minder druk, maar daar rijden weer veel zware voertuigen met grote wielen.
Dan is er het water aan beide zijden van de drukke weg. Er staat een duiventil aan zijn kant en een groot wit huis aan de overkant. Aan zijn kant lopen vaak paarden; altijd uitkijken voor de hoeven!! En er wonen hele vriendelijke schapen aan de overkant. Toen hij de eerste keer de grote weg overstak was het maar op het nippertje gelukt. De schapen spoorden hem aan sneller te gaan. Gans was blij dat er nog anderen waren die zich om hem bekommerden.
Verderop in het veld liggen grote omgewaaide eiken. Een paar dagen terug heeft het gestormd en deze zeker honderd jaar oude eiken hadden het niet gered. Nu is het een stuk drukker geworden in de bomen op de heuvel achter het huis. De vogels met een vaste tak in de eiken hebben daar een nieuw plekje moeten bemachtigen.
Na de eiken moet hij het smallere weggetje oversteken, wat geen probleem is. Daar staan koeien. Hele mooie, lichtbruin, zonder vlekken en prachtige ogen. Ook oppassen geblazen voor de hoeven natuurlijk maar koeien zijn gemoedelijker dan paarden, vindt Gans. Dus vleit hij zich zonder zorgen neer bij de koeien, vlak naast de sloot. Even verderop staat een reiger. Eigenwijze vogels die hun snavel overal insteken. Hij staat vlakbij het meerkoetennestje, te wachten tot de kleintjes uit hun ei komen. Gans maakt zich geen zorgen. Meerkoeten kunnen uitstekend hun kroost verdedigen. Hij mag ze wel, die zwart-witte deugnietjes die zo ongelooflijk zorgzaam zijn voor hun kuikens. De eenden zijn minder kordaat. Die maken onderling wel vaak ruzie, maar verloren ook al heel wat pulletjes aan de reiger. Gans hielp natuurlijk waar hij kon, hard rennen en een grote snavel opzetten. Dat lukt nog wel.
Voor het derde veld moet Gans de grote weg weer over. Dat doet hij deze eerste keer pas ‘s nachts. Dan is het veiliger en bovendien geeft de straatverlichting zo veel licht dat er niet veel verschil zit tussen dag en nacht. In de bocht van de weg zit sinds een tijdje een zwaan bij de sloot. Hij bewoog aanvankelijk niet veel en bleef steeds op dezelfde plek. Na een week of zo kwam er toch wat beweging in. Gelukkig maar, want er stopten steeds mensen om naar hem te kijken. Zo’n grote witte vogel valt wel op natuurlijk. Gans is blij dat hijzelf enigszins gecamoufleerd is in zijn grijze pak. Ze noemen hem niet voor niets een grauwe gans.
Nu hij hem af en toe ziet lopen valt het Gans op dat Zwaan ook een hangende vleugel heeft, maar aan de andere kant dan hijzelf. Ze raken aan de praat. Zwaan heeft zijn hangende vleugel overgehouden aan een gevecht. Hij moest zijn vrouw en hun eieren verdedigen tegen een mens. Zwaan verloor. Die nare man had hun eieren meegenomen en sindsdien heeft hij zijn vrouwtje ook niet meer gezien.
Zwaan heeft er spijt van dat hij het nest zo dicht bij de weg had gemaakt. Alle fietsers en automobilisten konden het zien. Maar het ging niet anders. Al het riet, het gras en andere nestmaterialen waren weggemaaid en de sloot was uitgediept. Het werd elk jaar moeilijker om een behoorlijk nest te maken. Eens had hij zelfs stukken aarde uit de oever moeten bikken met zijn snavel. Het valt hem allemaal zwaar en hij is eenzaam. De vogels zijn blij met elkaars gezelschap. Zwaan kijkt inmiddels uit naar de bezoekjes van Gans.
Via het kleine weggetje komt Gans weer uit in het veld dat hij thuis noemt. Naast het Zwanenwater en bij de duiventil. Altijd gezellige drukte daar, met verschillende soorten eenden, meerkoeten, waterhoentjes en aalscholvers. Dat vindt hij zulke rare vogels. Niet waterdicht, maar wel duiken en dan moeten opdrogen? Af en toe ziet Gans een helderblauwe flits. Dat is de ijsvogel die altijd op een van de paaltjes komt zitten om in het water te kijken. Als je zo mooi bent is dat vast niet vervelend. En ‘s nachts is er de kerkuil. De eerste keer dat de uil naast hem landde was hij zo verbaasd geweest; hij had hem echt niet horen aanvliegen. Met de vossenfamilie die hier ook woont is hij iets minder blij. Daar moest je voor uitkijken.
Op een dag strijken de Canadeesjes neer. Chique vogels, vindt Gans, met dat keurige boordje om hun nek. Ook een grote familie altijd en hij is blij ze te zien. Zoals bij elke grote vlucht hebben ze onderweg leden verloren en daar gaan de eerste gesprekken over. Wie wordt vermist en wat is er gebeurd? Jagers natuurlijk en er zijn grote stormen geweest onderweg. Enkelen zijn geland op water waar olie gelekt was. Die vreselijke vogelgriep heeft het leven gekost van heel veel vrienden en bekenden. Gans rilt bij de gedachte. Anderen raakten onderweg verward door het vele kunstlicht en een paar hebben gras en ander groen gegeten dat niet goed was. Misschien is het helemaal de moeite niet meer om zo veel ellende te moeten doorstaan. Denk Gans na het horen van de verhalen.
De Canadeesjes verzekeren Gans dat zijn familie ook onderweg is. Na een paar dagen hoort hij ze al van verre aankomen. ‘Gak, gak gak gak’, een hoop gedwarrel en gedoe en de eersten zijn geland. Wat een vreugde! En wat hebben ze elkaar veel te vertellen. Gans hoort alles over de barre tochten, de verliezen onderweg. Ooms en tantes die het maar nauwelijks gered hebben. Er waren gebieden die totaal veranderd zijn door de mens. Plekken waar ze niet meer kunnen neerstrijken en daardoor vermoeid raken.
Gans hoort hoe moeilijk het is om je aan te passen en nieuwe gebieden te vinden. De mens is overal en eigent zich alles toe. Maar er zijn meer soorten op de wereld en ganzen zijn niet van plan zich alles af te laten nemen. Dus nu hebben ze overal groepjes achtergelaten, net als Gans ambassadeurs om hun belangen te behartigen. Goed idee vindt Gans. Hij is trots op zijn belangrijke werk als ambassadeur.
Wat heerlijk om weer tussen familie te zijn! Er wordt heel wat afgegakt! Natuurlijk verplaatsen zij zich veel sneller van het ene naar het andere veld, maar zo goed als het gaat rollebolt Gans erachteraan. De grote hoeven zijn uit de velden verdwenen, overgenomen door groepen eenden, waterhoentjes en meerkoeten. Zwaan ziet gelukkig weer wat soortgenoten, want er is een nieuw zwanenpaar bijgekomen. Ook zij verloren hun eieren, maar hebben tenminste elkaar nog.
Wat een groot plezier is kerstochtend! Niet alleen de eigen familie en de Canadeesjes, ook Zwaan heeft de moeite genomen om helemaal te komen lopen en de kleine weg over te steken. Gans kan zijn geluk niet op. Al die geliefden om hem heen. Zwaan is dankbaar dat hij deel kan nemen aan de feestvreugde. Hij is geaccepteerd als familie en ze vieren samen kerst.
Het nieuwe jaar begint heel koud, dus iedereen blijft nog even plakken. Maar na verloop van tijd start de onrust. Eerst een paar, de ervaren vliegers, maar al snel weten ze allemaal dat ze weer op pad moeten. Gans voelt dat ook natuurlijk. Hij kan zichzelf heel goed redden en heeft zich met zijn lot verzoend, maar voelt toch een knauw dat iedereen zo zoetjes aan weer vertrekt. Zijn familie zal bijtijds terugkomen hebben ze met kerst afgesproken. Het weer doet zo gek de laatste jaren. Ze willen wat rouleren, ook om meer ambassadeurs achter te kunnen laten. Dus Gans kijkt nu alweer naar ze uit.
Het wordt groener en warmer. De kieviten komen terug, wel minder dan het vorige jaar. Gans wordt altijd vrolijk van die vogels, met hun blije roep en hun mooie salto’s in de lucht. Ook weer minder scholeksters. Hij mist hun ‘tuut tut tuut tut‘ in de nacht, als ze een rondje vliegen over het veld.
Op een warme dag landt een Nijlganzenpaar in het veld bij het Zwanenwater. Prachtige vogels, heel kleurrijk. Ze komen zich meteen voorstellen en vragen waar ze het beste hun nest kunnen maken. Gans voelt zich vereerd dat hem zo veel vertrouwen wordt gegeven. Hij adviseert het stukje land met de bomen, helemaal achterin. Lekker beschut en het verste weg van de mensen. Zo gezegd, zo gedaan. En het is ze gelukt! Hun kleine ganzenkuikens zijn zo leuk. Acht rondrennende donsballetjes. Ze worden goed in het gareel gehouden en hebben alle respect voor Gans.
Zo langzaamaan druppelen ook verre familieleden binnen uit andere windrichtingen. Iedereen heeft vragen, naar het beste gras, de beste nestplekjes en of hij die en die nog had gezien. Dwars door elkaar heen vertellen ze over iedereen en wat ze dit keer weer hebben beleefd onderweg. Met eerbied spreken ze over de ganzen die er niet meer zijn.
Gans staat iedereen met raad en daad bij. Hij mag ook op de kleintjes passen. Zo kan hij ze verhalen vertellen over belangrijke ganzen uit het verleden en plekken die ze later nog zullen ontdekken. Hij vindt het fantastisch. Gans is vraagbaak, raadgever, peetoom, alles ineen. Het vergoedt de lange periodes alleen. En natuurlijk blijft hij ook uitkijken naar de andere watervogels, de opgewonden meerkoeten, de bescheiden waterhoentjes en de gezellige eenden. Iedereen heeft het zwaar en Gans helpt ze met liefde.
Als je eend bent kan in één dag je kroost van twaalf gereduceerd zijn tot drie. Waterhoentjes moeten tot wel drie keer nestelen totdat ze een kleintje hebben dat het redt. De bescheiden waterhoentjes kunnen zich beter verschuilen en hebben daarmee wat voordeel, maar wat een getob en zo veel werk voor zo’n klein resultaat. Gans heeft respect voor waterhoentjes.
Het nieuwe zwanenpaar heeft dit jaar wel geluk. Zes donsjes zijn aan het uitgroeien tot prachtige statige zwanen. Gans geniet ervan als ze in een rij voorbij zwemmen. Het heeft koninklijk allure. Dat brengt zijn gedachten op Zwaan. Hij heeft hem sinds de kou in het nieuwe jaar niet meer gezien en vreest dat zijn goede vriend de Grote Slaap is ingegaan. Herenigd met zijn vrouw en kinderen. Zwaan verdient dat, hij heeft zo hard voor ze gevochten. Zwaan was al een tijdje moe geweest.
Gans heeft zo veel geleerd van Zwaan. Zwaan was tenslotte vaste resident hier. Het water heet niet voor niets het Zwanenwater. Dan ben je belangrijk. Vele generaties zijn hem voorgegaan en nu is er weer een nieuw zwanenpaar om die oude traditie voort te zetten. Maar hij mist Zwaan. Ze waren erg dicht tot elkaar gekomen en begrepen elkaar volkomen.
Aan zijn weerspiegeling in het water ziet Gans dat z’n kopveren wat rafelig zijn. De veertjes liggen niet meer zo strak. Maar hij voelt zich goed, is gelukkig, heeft leren leven met de seizoenen, hoewel ze hem ook zorgen baarden. De winters zijn niet meer wat ze ooit waren; het kan vreselijk stormen met gigantische hoeveelheden regen. De zomers zijn te nat, of heel warm en droog. Dan worden de velden bruin en stoffig. Veel te warm voor de schapen en de koeien, die geen spatje schaduw hebben, alleen een beetje aan de randen van de velden en zeker niet de hele dag. Het zwanenwater heeft laag gestaan en gestonken, veel muggen.
De herfst is vriendelijker. Het heeft geregend en het veld is groen. Maar de winter is toch zijn lievelingsseizoen. Gelukkig voelt hij ’s nachts al wat kou in de mistige lucht. Zijn familie uit het noorden zal wel gauw komen. Hij heeft in de verte al wat gegak gehoord van Canadeesjes. Dan kunnen ze met kerst weer samen verhalen vertellen. Even stilstaan en praten over hen die er niet meer zijn. Een speciale gedachte zal uitgaan naar Zwaan.
Gans is benieuwd hoe het met zijn petekinderen is gegaan, wat ze van de reizen vinden, wat ze hebben gezien. Hij haalt eens diep adem en ziet de lucht door zijn neusgaten opstijgen. Heerlijk die kou! En binnenkort kerst. Gezellig!!
–
©AnimalsToday.nl – Ellie Doppenberg – voor Druif en Lyn
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
2 Comments
Comments are closed.
Ik kijk voortaan nooit meer op dezelfde manier naar een weiland met vogels. Wat een mooi verhaal, heel ontroerend.
Wat een prachtig, sprookjesachtig verhaal!