Helaas heb ik heb al heel wat blogs geschreven over de paardenmarkten in ons land en de ellende die deze markten voor de paarden met zich meebrengen. De staatssecretaris leek hier nu ook eindelijk van overtuigd en heeft de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) opdracht gegeven een zienswijze op te stellen waarmee het welzijn van de paarden op de markten eindelijk kon worden verbeterd en gewaarborgd. Dus ik was in de veronderstelling dat er nu uiteindelijk echt iets in het voordeel van de dieren zou gaan veranderen. Maar helaas…
Tot mijn grote verbazing is de RDA helemaal niet met een advies gekomen waarmee de problematiek rondom paardenmarkten kan worden opgelost, laat staan dat er een advies is gegeven waarmee eindelijk het welzijn van de paarden zal worden beschermd. En ter verduidelijking: we hebben het hier over een bescherming waar de dieren volgens de wet ook gewoon recht op hebben. Het advies houdt feitelijk niet veel meer in dan dat alles bij het oude kan blijven.
Hoe is dit in vredesnaam mogelijk?
Ik ben de RDA eens nader gaan bekijken en heb hun vermeende onafhankelijkheid tegen het licht gehouden. Zou ook hier wellicht spraken zijn van de inmiddels welbekende verwevenheid van de dierensector en industrie?
On te beginnen blijkt de RDA in haar rapport een dierenwelzijnsdefinitie te hanteren, die is overgenomen van de Sectorraad Paarden, en die feitelijk simpelweg niet klopt. Welzijn zou ‘een mentale toestand zijn van welbevinden’ (blz. 20)? Welbevinden is een mentale toestand van welzijn en niet andersom.
Maakt dat dan iets uit voor de adviezen kun je je zich afvragen? Het antwoord daarop is ja, dat maakt absoluut uit, heel veel zelfs.
Wanneer je als RDA al niet in de gaten hebt dat een gehanteerde welzijnsdefinitie niet klopt en je als zo’n belangrijk instituut dus blijkbaar niet eens weet wat welbevinden eigenlijk inhoudt, dan kun je dus ook niet bepalen in welke mate bepaalde adviezen dit welbevinden van het dier daadwerkelijk verbeteren. Van de Sectorraad Paarden kun je deze onkunde verwachten, maar niet van de RDA, een adviserende onafhankelijke organisatie, die juist gaat over dieraangelegenheden.
De Raad voor Dierenaangelegenheden is een onafhankelijk orgaan binnen het Ministerie van Economische Zaken dat de staatssecretaris gevraagd en ongevraagd advies kan geven over onderwerpen in relatie tot dieren. De Raad bestaat uit een vaste kleine kern van een voorzitter, een secretaris en een aantal medewerkers. Daarnaast benoemt de Raad voor een periode van maximaal 8 jaar personen (raadsleden), die op grond van hun expertise een onafhankelijke bijdrage zouden moeten kunnen leveren aan deze diergerelateerde onderwerpen.
Het blijkt echter dat een groot aantal leden direct verbonden is met de diersector en de industrie. Bij navraag hierover wordt aangegeven dat de leden zijn gevraagd op grond van hun expertise en dat wordt uitgegaan dat deze leden zich onafhankelijk kunnen opstellen en zich niet laten leiden door persoonlijke motieven. En hier gaat het overduidelijk al helemaal mis.
Hoe kun je nu verwachten dat mensen die een leidende rol binnen de sector en/of industrie hebben en die deze leidende rol natuurlijk ook alleen maar hebben kunnen bereiken doordat hun eigen standpunten zeker niet in negatieve zin afwijken van het standpunt van de industrie waarvoor zij werken, dat zij opeens hun eigen standpunten laten varen en tot een onafhankelijk advies kunnen komen waarbij het dier centraal staat? Dat kun je misschien wel willen en het klinkt natuurlijk ook wel aardig gesteld, maar de grondhouding van deze personen ten opzichte van dieren is zoals die is en deze zal echt niet opeens wijzigen doordat men raadslid is geworden. Het heet tenslotte ook niet voor niets grondhouding. In de Raad zitten vertegenwoordigers van de dierenhandel, van de land- en tuinbouworganisaties en van Wageningen Universiteit. Allemaal instituten waarvan bekend is dat het welbevinden van het dier zeker niet bovenaan hun lijstje staat. Sterker nog, over het algemeen staat met stip op 1 ‘economisch gewin’.
Maar er zitten in de RDA toch ook mensen die wel iets met dieren hebben zou je denken. Ja, dat is absoluut waar, alleen zijn deze mensen blijkbaar niet in staat om het noodzakelijke tegengewicht te bieden, buiten het feit dat ik van mening ben dat er in een dergelijk belangrijk adviesorgaan, althans dat beweren ze te zijn, helemaal geen sprake zou moeten zijn van ‘ tegenwicht moeten kunnen bieden’.
Van de RDA leden mag, nee moet, worden verwacht dat zij in staat zijn om een echt onafhankelijk advies te kunnen opstellen, waarbij het belang van het dier om zich wel te kunnen vinden leidend zou moeten zijn en niet het belang van de mens om zijn kortstondig ‘pleziertje’ maar te mogen blijven beleven. Iets wat nogmaals ook gewoon in de Wet Dieren vereist wordt middels het ‘nee, tenzij principe’. Dus nee, het welbevinden van het dier mag niet worden aangetast tenzij andere belangen zwaarder wegen. En dat moet dan ook inzichtelijk gemaakt worden. De wet geldt voor iedereen, dus ook voor de RDA en dat zou de basis moeten zijn.
Daarbij mag je toch verwachten dat een advies van de RDA ook inhoudelijk wat verder gaat dan alleen een basisvisie die ook al door de regelgeving wordt aangegeven.
Conclusie is dat je rustig kunt stellen dat de RDA helemaal niet zo onafhankelijk is als wel beweerd wordt. En dat is dus precies de reden waarom een rapport over paardenmarkten zo verschrikkelijk slecht uitpakt voor de dieren.
Wat er dan zo slecht is aan dit rapport? Hier wat feiten op een rijtje. Op geen enkel moment is het welbevinden van het paard in ogenschouw genomen. Men is er al bij voorbaat vanuit gegaan dat paardenmarkten moeten kunnen blijven bestaan in hun huidige opzet. Daar gaat het dus al helemaal mis. Wat zou in vredesnaam het belang van de markt kunnen zijn dat dusdanig zwaar weegt dat het belang van het dier om niet geschaad te worden in zijn welbevinden, het onderspit zou moeten delven? Er is alleen gekeken naar wat aspecten die een extra welzijnsaantasting kunnen betekenen en vervolgens worden er wat adviezen gegeven hoe deze kunnen worden verminderd. Maar dat was helemaal niet de vraag!
De vraag betrof het gegeven dat het welbevinden van het dier niet geschaad mag worden. Door alleen maar te focussen op het verminderen van een bepaalde welzijnsaantasting heeft men alleen maar oog op het voorkomen van het negatieve welbevinden, terwijl het juist gaat om de eis dat het dier een positief welbevinden heeft. Op geen enkel moment is er afgewogen of de aantasting van welzijn van het dier wel acceptabel is door dit af te wegen tegen het belang van de markt, de verkoper, het plezier van de mensen enzovoort. Pas dan was duidelijk geworden dat het belang van het plezier van wat dronken mensen in geen enkele verhouding staat tegenover het belang van het dier om niet in zijn welbevinden te mogen worden geschaad. Al veel eerder is het plezier van mensen geen doorslaggevend argument meer om dieren te mishandelen, want dat is wat er feitelijk gebeurt.
Na het rapport goed te hebben doorgespit blijkt de RDA zelfs de bestaande regelgeving aan haar laars te lappen. Zo staat op blz. 30:
“Generiek kan gesteld worden dat een paard beschutting nodig heeft bij langdurig verblijf in volle zon of bij extreme weersomstandigheden.”
Dan denk ik: beste RDA, weten jullie wel dat er regelgeving is op dit gebied en zo ja hebben jullie wel enig benul van wat er staat? Niet dus. Het is gewoon een wettelijke verplichting om dieren beschutting te geven tegen slechte weersomstandigheden. Niet tegen extreme weersomstandigheden. Hier valt ook het staan in de volle zon onder of het staan in de regen.
Maar nee, er wordt uitgeweid over in hoeverre paarden er wel of niet tegen kunnen, maar daar gaat het helemaal niet over. De voorwaarde is ook niet dat als een paard er niet tegen kan, dan… Nee, de eis is dat het gewoon niet is toegestaan. Dat voorkomt juist een onzinnige discussie over de mate waarin het welzijn is aangetast en dus ook een discussie over of een paard eraan gewend is of niet.
Een ander basale behoefte van een dier, en dus ook een paard: dieren moeten vrij zijn van dorst. Om te voorkomen dat dieren dorst hebben moet dus voorkomen worden dat dieren dorst krijgen. Dit houdt in dat de dieren zelf moeten kunnen besluiten wanneer ze willen drinken. Wat zegt de RDA: de dieren zouden elke 4-6 uur water moeten worden aangereikt en daar moet dan op worden toegezien. Dit werkte al niet in de afgelopen 100 jaar en zal ook nu niet gaan werken. Dat er vervolgens toezicht op moet zijn heeft niet gewerkt en zal dus ook nu niet gaan werken.
De NVWA heeft nog nooit, ik herhaal, nog nooit, zelfs niet een enkele, niets voorstellende waarschuwing gegeven voor het feit dat de dieren 8 tot 12 uur lang (en dan heb ik het transport van en naar de markt nog niet eens meegerekend) geen water of voer hebben gekregen. De op markten aanwezige voorraad water blijkt al sowieso qua hoeveelheid volstrekt onvoldoende te zijn om alle aanwezige paarden van voldoende water te kunnen voorzien, buiten het feit dat op het eind van de dag deze volstrekt ontoereikende hoeveelheid water ook nog eens voor het grootste gedeelte onaangeroerd is en de hierbij behorende emmertjes nog netjes in elkaar geschoven staan, ongebruikt natuurlijk. Gestreste paarden gaan echt niet opeens drinken als ze een emmertje voor hun neus geduwd krijgen.
Is dat dan niet het bewijs dat dieren geen behoefte hebben aan water? Nee, natuurlijk niet. Het dier heeft wel dorst maar er is een ander gigantisch welzijnsprobleem dat de overhand heeft: stress. Zolang dat het geval is, is de kans dat het dier niet drinkt zeer groot. De handelaren maken hier dankbaar misbruik van (natuurlijk) en zeggen: zie je wel, het dier heeft geen dorst en het heeft helemaal geen zin om water te geven. Over de oorzaak wordt uiteraard met geen woord gerept, kan ook niet, want dat zou inhouden dat er een probleem is en dat moeten we natuurlijk voorkomen.
Conclusie is dat alles fijn bij het oude kan blijven, eventjes het oude protocol van de Sectorraad Paarden wat oppoetsen, een protocol wat niets voorstelde en ook niets gaat voorstellen, hier en daar wat aanpassingen doen, maar verder grosso modo verandert er helemaal niets aan het fundamentele probleem. En dat ondanks het feit dat de er wetgeving bestaat. Maar goed, je kunt blijkbaar ook doen alsof deze helemaal niet bestaat.
Ik leg me er in ieder geval niet bij neer en zal de paardenmarkten blijven bezoeken en daar waar de regelgeving wordt overtreden aan de kaak stellen. Mocht je dezelfde mening hebben, steun dan Eyes on Animals. Deze organisatie zet zich al heel wat jaren in om de schrijnende situatie op paardenmarkten onder de aandacht te brengen.
©AnimalsToday.nl Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Karen Soeters
Related posts
4 Comments
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Wat raar toch dat Nederland bijna onderaan staat in Europa wat duurzaamheid, milieu en dierenwelzijn.
Dankzij de VVD en CDA en PvdA heeft de veehouderij, banken en de olie-industrie het voor het zeggen hier in Nederland en geld verdienen staat bovenaan en een fijn en gezond leven voor ieder levend wezen is totale onzin, hoop maar op een fijn leven na je dood of niet CDAers.
Ik ben blij dat je dit zegt. Onder steeds dezelfde regeringen van de grote vrienden VVD, CDA en PvdA is er héél veel mis in ons land. Er is geen visie, geen lange termijn doelstelling, geen respect voor leven, geen duurzaamheid, geen structurele oplossing voor allerlei problemen. Hebzucht, machtswellust en egoïsme maken de dienst uit. En niets en niemand is daar uiteindelijk echt bij gebaat.
Voor alle misstanden op het gebied van dierenwelzijn worden nationaal en international acties, demonstraties, inzamelingen en petities op touw gezet. Waarom is dit voor de paardenmarkten (en überhaupt dierenmarkten) al die jaren eigenlijk nooit het geval? Daar moet toch een grote respons op te verwachten zijn?
Zucht… Wat moet je hier nu weer op zeggen? Dieren worden in het algemeen vooral als dingen gezien, als voorwerpen, als handelswaar waar je veel geld aan kunt verdienen en die verder maar lastig zijn omdat zij een eigen wil hebben, ziek kunnen worden, moeten poepen en piesen, niet mishandeld willen worden, niet uit vrije wil in een wagen gaan om afgevoerd te worden naar een lugubere plek vol bloed en lijken om daar zelf ook vermoord te worden, enz. De handelaren hebben het maar zwaar met die lastige dieren… De gevestigde politiek zit er ook vooral om alles in stand te houden zoals het al heel lang gaat, bepaald door commercie, hebzucht, machtswellust, egoïsme, kortzichtigheid, koppigheid, domheid. Die PvdA staatssecretaris Martijn van Dam zegt gewoon altijd dat wat wenselijk is om vervolgens het tegenovergestelde te doen. Daar maakt o.a. de PvdA zich al tientallen jaren schuldig aan, dus verbazing daarover is overbodig geworden. Het zou mij eerder verbazen als zij eens een keer wel doen wat daadwerkelijk zinvol, ethisch, sociaal, gezond, duurzaam en oprecht is. De commercie maakt de dienst uit en dieren zijn volgens de fokkers en handelaren voornamelijk handelswaar.
Er is vermoedelijk helaas nog een heel lange weg te gaan voor dieren eindelijk de rechten krijgen waar zij eigenlijk recht op hebben. Hopelijk komt er nu een kabinet wat zich qua duurzaamheid en ethiek voor een groot deel in positieve zin sterk onderscheidt van de gebruikelijke regeringen. Er is nog heel veel mis en er ligt hen een uiterst belangrijke taak te wachten.