In het Overijsselse Arriën heeft een veehouder een boete gekregen, omdat hij zijn dieren ernstig had verwaarloosd. In de winter van 2010 constateerde de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) wat er zoal mis was op het bedrijf: veel runderen met verwondingen, te weinig ruimte, geen droge ligplaatsen en nauwelijks te eten en te drinken. Het gaat nog even verder: 50 koeien bleken kreupel en twee dieren bleken overleden. Wat een ellende!
Privéomstandigheden zouden er volgens de boer toe hebben geleid, dat hij het allemaal niet meer aankon. Extra verontrustend, noemde de rechter het, dat de veehouder in 2008 ook al eens was veroordeeld omdat hij zijn bedrijf niet op orde had:
“U heeft een zorgplicht naar de dieren toe”, benadrukte de Officier van Justitie.
Om daar vervolgens aan toe te voegen, het nu nog bij een boete te willen houden: 3000 euro, waarvan 1000 euro voorwaardelijk!
Kan iemand mij uitleggen, hoe ver je wel niet moet gaan, voordat er een houdverbod wordt opgelegd? Een boete! Ik word zo boos als ik zoiets lees.
Het verhaal doet me ook direct weer denken aan de paardenhandelaarster uit Weert. Ook zij kreeg boete na boete opgelegd, in plaats van een houdverbod. Waardeloos toch, de gedachte dat daar een hengst maanden staat te verlangen naar verbetering van zijn leefomstandigheden. Schoon water, voedsel, een uitgemeste stal met stro, wat ruimte om zich te bewegen en wat frisse lucht. Er zijn zoveel mensen die lijdzaam hebben moeten toekijken en niets hebben kunnen doen.
En we weten op de dag van vandaag nog steeds niet wat er met het dier is gebeurd. Verdwenen, afgevoerd naar onbekende bestemming. De paardenhandelaarster kan namelijk niet bij wet worden verplicht te zeggen waar ze haar dieren naar toe brengt.
Ik ben benieuwd wat meneer Bleker hierop allemaal te zeggen heeft. Op de kamervragen die de Partij voor de Dieren hierover heeft gesteld is namelijk nog steeds geen antwoord gegeven.