Het kabinet laat de natuur op de Noordzee er lelijk zitten bij zitten. Bij het beschermen van kwetsbare gebieden worden de adviezen van wetenschappers en van natuurorganisaties in de wind geslagen. Zo maakt minister Schultz gisteren bekend dat ze minder dan 40 procent van het Friese Front en de Centrale Oestergronden ook echt wil beschermen. En op de Doggersbank blijft visserij die de bodem aantast gewoon toegestaan. Het natuurgebied is vooral op papier beschermd.
Greenpeace, het Wereld Natuur Fonds en Stichting De Noordzee zijn dan ook zwaar teleurgesteld en roepen de Tweede Kamer op om te kiezen voor echte Bescherming van de Noordzee, zodat de onze onderwaternatuur – van kokerworm tot haai – zich kan herstellen. Om het zeeleven een kans op herstel te geven, moeten gebieden als geheel worden beschermd, in plaats van minder dan de helft. Ook 21 prominente wetenschappers pleitten daar onlangs voor in een open brief aan het kabinet.
Postzegeltjes
Natuurorganisaties hebben de afgelopen jaren voortdurend ministeries geadviseerd en met ze gepraat om de meest waardevolle gebieden in de Noordzee optimaal te beschermen. Maar de uitkomst is dat er voorstellen op tafel liggen voor het beschermen van ‘postzegeltjes’ en geen aaneengesloten gebied zoals de wetenschap adviseert.
Verstoord
Bescherming van de Noordzee is hard nodig. De natuur onder de zeespiegel is de afgelopen decennia heel hard achteruit gegaan. Het leven op de bodem is beschadigd en voedselketens zijn verstoord. Zo bestonden de Centrale Oestergronden vroeger uit uitgestrekte oesterbanken en kwam het nu bedreigde schelpdier Noordkromp er volop voor. Door ziekte van schelpdieren en door zware bodemvisserij zijn die oorspronkelijke oesterbanken vrijwel verdwenen.
Herstellen
Gelukkig kan de natuur zich herstellen, maar alleen als ze goed wordt beschermd. Dat geldt ook voor het Friese Front dat nog steeds een belangrijk gebied is voor bodemdieren, zoals de slangster, zeekomkommer en het goudkammetje. En natuurlijk voor de Doggersbank, die zich uitstrekt over Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Het is een paaigebied voor kabeljauw, wijting en schol, waardoor bruinvissen, zeehonden, witsnuitdolfijnen en zeevogels als jan-van-genten en noordse stormvogels op de ondiepe zandbank midden op de Noordzee afkomen.
Persbericht Wereld Natuur Fonds