Uit cijfers van het International Fund for Animal Welfare (IFAW), een internationale organisatie voor dierenwelzijn en natuurbehoud, blijkt dat de Japanse bevolking meer interesse begint te tonen in kijken naar walvissen dan in het eten ervan. Met dit bericht loopt het IFAW vooruit op het rapport over walvistoerisme dat de organisatie volgend jaar zal publiceren.
Het Japanse walvistoerisme ontstond in de jaren tachtig van de vorige eeuw, maar is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Volgens de statistieken van het IFAW is het aantal walvistoeristen met meer dan 40.000 toegenomen in een periode van 7 jaar (van 2008 tot en met 2015). Het IFAW schat dat ongeveer twee derde van de toeristen die met een verrekijker de zee op gaan, inwoners van Japan zijn.
Financiële impuls
Deze groeiende interesse zorgt voor een stijging van inkomsten voor touroperators en andere toeristische bedrijven. Volgens het IFAW heeft de Japanse walvistoerisme-industrie in 2015 zo’n 8 miljoen dollar opgeleverd, een bedrag dat volgens de organisatie met 20% per jaar is gegroeid.
Geen snelle conclusies trekken
Patrick Ramage, hoofd mariene bescherming van het IFAW, benadrukt dat we de populariteit van walvistoerisme niet moeten opvatten als een beweging tegen de walvisvangst. Het zou ‘overdreven zijn’, zegt hij, om te suggereren dat de Japanners plotseling walvisliefhebbers of walvisactivisten zijn geworden. Ramage:
“Maar het is opmerkelijk dat de toeristische sector die zich richt op walvis- en dolfijnspotters in Japan zo gestaag groeit en een steeds belangrijker aandeel krijgt.”
Japan uit IWC
Japan, dat een controversiële staat van dienst heeft als het gaat om walvissen, kondigde in december 2018 aan dat het zich zou terugtrekken uit de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC). Deze organisatie werd in 1946 opgericht om walvissen te beschermen en toezicht te houden op de walvisvangst over de hele wereld. In 1986 verbood de commissie commerciële walvisvangst voor alle 88 regeringen die lid zijn van de commissie, maar voor wetenschappelijk onderzoek was beperkte walvisvangst toegestaan. Nu Japan zich heeft teruggetrokken uit de IWC mag het land walvissen vangen in zijn kustwateren, zonder toezicht – oftewel volgens de zeewetten van de Verenigde Naties tot 13,8 mijl uit de kust.
Einde aan ‘wetenschappelijke’ jacht
Japan ging na 1986 door met de walvisvangst in internationale wateren onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Maar het Internationaal Gerechtshof oordeelde in 2014 dat het Japanse wetenschappelijke walvisvangstprogramma niet legitiem was en droeg het land op om te stoppen met deze praktijken.
Lange neus
Desondanks doodde Japan in 2016 meer dan 300 dwergvinvissen voor de kust van Antarctica, waaronder meer dan 200 zwangere vrouwtjes. Tijdens het jachtseizoen 2017-18 doodde Japan opnieuw meer dan 300 walvissen. “Ze trekken al jaren een lange neus naar het moratorium en de wensen van de internationale gemeenschap,” zegt Kitty Block, voorzitter van Humane Society International, een internationale algemene dierenbeschermingsorganisatie.
Dalende vleesconsumptie
Ondertussen is de Japanse walvisvleesindustrie geslonken. Uit een enquête van het IFAW uit 2012 bleek dat 88% van de Japanners in 2011 geen walvisvlees had gekocht. In 2014 berichtte de Japan Times dat de consumptie van walvisvlees niet groter was dan 30 gram per persoon per jaar. Dat komt in totaal neer op maximaal zo’n 5.000 ton, wat weer overeenkomt met ca. 830 dwergvinvissen. De International Union for Conservation of Nature, een organisatie die bijhoudt wat de status van elke diersoort is, bestempelt de dwergvinvis niet als een bedreigde soort. Maar volgens de IWC maakt men zich wel zorgen over de populatie dwergvinvissen in het noorden van de Stille Oceaan, onder meer voor de kust van Japan.
Walvisvlees niet interessant meer
Erich Hoyt is onderzoeker bij Whale and Dolphin Conservation, een Britse non-profitorganisatie die walvissen en dolfijnen beschermt, en adviseur van de Japan Whale and Dolphin Watching Council, een organisatie van Japanse touroperators van walvistochten. Hij legt uit dat walvisvlees niet goed past bij de ‘moderne Japanse sensitiviteit’. Japanners hebben niet zozeer morele bezwaren tegen walvisvangst of het eten van walvisvlees, maar ‘ze vinden het gewoon irrelevant,’ aldus Hoyt.
Hoewel er weinig vraag naar walvisvlees is, blijft Japan de walvisvangst subsidiëren. Volgens de Japanse natuurbeschermingsorganisatie Iruka and Kujira (dolfijn en walvis) Action Network blijven de voorraden walvisvlees groeien, ondanks pogingen om ze te veilen.
Politieke manoeuvre
Volgens Astrid Fuchs, programmamanager walvisvangst bij Whale and Dolphin Conservation, was het vertrek van Japan om uit de IWC te stappen een poging om hun gezicht te redden en te laten zien dat ze zelf wel bepalen hoe ze de oceanen gebruiken. ‘Het was vooral een politieke zet.’
Patrick Ramage licht dit toe:
“Er is een harde kern van beleidsmakers die de walvisvangst in leven hebben gehouden. Ondertussen hebben de sensitiviteit en de – culinaire – belangen van het Japanse volk zich verder ontwikkeld.”
Overheidsverklaring
In een verklaring legt Yoshihide Suga, de hoogste functionaris binnen het Japanse kabinet, uit waarom Japan de ‘duurzame commerciële walvisvangst’ zo graag wil stimuleren. Suga:
“In zijn lange geschiedenis heeft Japan walvissen niet alleen gebruikt als bron van eiwitten, maar ook voor diverse andere doeleinden. De walvisvangst is een bron van inkomsten geweest voor lokale gemeenschappen ondersteund, waardoor het leven en de cultuur rondom walvisconsumptie zich hebben kunnen ontwikkelen.”
Einde aan subsidies
Na de aankondiging van Japan dat het de IWC zou verlaten, hoopten sommige natuurbeschermers – waaronder Patrick Ramage – dat de walvisvleesmarkt van het land hierdoor compleet zou instorten. “Geweldig nieuws voor walvissen,”zei Ramage. De Japanse regering heeft aangekondigd de subsidies op walvisjacht stop te zetten. Volgens Ramage zal de walvisindustrie op dat moment aan marktwerking onderhevig worden en hebben walvisjagers in de kustwateren hun zorgen al uitgesproken dat ze hun werk niet in stand kunnen houden zonder overheidssubsidies “omdat de vraag van de consument naar walvisvlees maar blijft dalen.”
Ecotoerisme stimuleren
Zelfs nu Japan zich heeft teruggetrokken uit de IWC, aldus Ramage, ziet de overheid in dat walvissen spotten steeds populairder wordt onder de Japanners. De regering probeert de inkomsten uit ecotoerisme een boost te geven door exploitanten financieel te stimuleren. Itaru Ishii, lid van de toerismecommissie van de premier, spreekt namens de regering de hoop uit dat Japan in 2020 40 miljoen toeristen zal aantrekken en 60 miljoen in 2030:
“Walvissen spotten wint aan populariteit. Een van de doelstellingen van de Japanse regering is het ecotoerisme versterken, inclusief walvistoerisme.”
Grens bijna bereikt
Masao Amano, hoogleraar mariene zoogdierkunde aan de Nagasaki Universiteit en adviseur van de Japanse Whale and Dolphin Watching Council twijfelt of het walvistoerisme verder zal groeien.
“Veel locaties bereiken hun grens als het gaat om logistiek en de beschikbaarheid van de dieren.”
VS spant de kroon
Hoyt bezocht Okinawa vorig jaar december. Hij zegt dat hij getroffen was door de interesse in walvistoerisme – hoewel walvissen spotten er nog lang niet zo populair is als in de Verenigde Staten. Hoyt:
“Alleen al in de staat New England trekt deze industrie jaarlijks meer dan 4 keer zoveel Japanse toeristen. Maar de sector is groeiende, en dat is zeer positief.”
Bron: National Geographic ©AnimalsToday.nl Anne Douqué