Herhaaldelijk benadrukte Japan vandaag dat het JARPA II programma aan alle voorwaarden zoals gesteld door de IWC voldoet. Vervolgens werd meteen gesteld dat zelfs als dat niet het geval zou zijn, dat dan nog de IWC afspraken niet bindend zijn. Noch de IWC noch het Internationaal Gerechtshof is volgens Japan de bevoegd om te bepalen hoe het Japanse wetenschappelijke programma eruit moet zien. Dat is volgens Japan alleen aan Japan zelf om te besluiten. Het wetenschappelijk comité van de IWC is volgens Japan verder het enige orgaan waar zij mee heeft te maken, en dan nog heeft dat comité slechts een raadgevende functie en niet de taak om een programma inhoudelijk te beoordelen en een oordeel te vellen, aldus Japan.
Japan stelt verder dat Australië per definitie tegen iedere vorm van walvisjacht is en dat er daarom geen discussie mogelijk is. Niet echt een sterk argument wetende dat Japan vóór iedere vorm van walvisjacht is. Als een van de argumenten om geen non-lethal onderzoeksmethodes toe te passen werd genoemd dat deze niet mogelijk waren onder ruwe weersomstandigheden. Geen sterk argument aangezien er tijdens ruw weer op zee ook niet met de harpoen gejaagd wordt.
Het is binnen de IWC niet helemaal, of eigenlijk helemaal niet duidelijk wat er verstaan moet worden onder de term ‘wetenschappelijk onderzoek’. Vandaag liet Japan duidelijk merken er een heel praktische invulling aan te geven, een soort van toegepaste wetenschap. Australië daarentegen heeft een meer academische opvatting over de invulling van deze term. Zoals Japan het nu heeft toegelicht komt het er op neer dat het enkel en alleen verzamelen van gegevens al als wetenschappelijk bestempeld kan worden, ongeacht het doel. Gisteren liet de door Japan zelf opgeroepen Noorse expert Lars Walløe weten zich absoluut niet te kunnen vinden in bepaalde onderdelen van het Japanse programma (met name het doden van bultruggen en vinvissen) en dat hij zich daar niet aan wilde branden. Het bleek overigens dat deze expert regelmatig had samengewerkt met Japanse onderzoekers, en in 2009 zelfs een hoge Japanse onderscheiding had ontvangen. Toch noemde deze expert zichzelf wel onafhankelijk.
Voor Japan betekent de term ‘voor wetenschappelijk onderzoek’, het verzamelen van zoveel mogelijk dode walvissen om aan te kunnen tonen dat er genoeg walvissen zijn en dat het moratorium daarom kan worden opgeheven en er weer moet worden toegestaan om commercieel te gaan jagen. De willekeur waarmee Japan binnen JARPA II walvissen doodt is overigens niet wat je zou verwachten van serieus wetenschappelijk onderzoek. Hoe weet je door willekeurig walvissen te doden dat je een groep dode walvissen hebt die een representatief beeld geeft van de totale populatie? Wat verder verwarrend en misleidend werkte was dat Japan de termen IWC en ICRW door elkaar gebruikte waardoor soms de indruk werd gewekt dat de IWC ergens mee instemde terwijl het om het Japanse ICR (Institute for Cetacean Research) ging.
Aan de hand van een grafiek op de grote beeldschermen in de rechtszaal werd duidelijk gemaakt dat het door de acties van Sea Shepherd kwam dat de laatste jaren nooit de door Japan zelfgestelde quota zijn gehaald. Er werd een rechtstreeks verband gelegd tussen de afname van de gedode walvissen en de toename van het aantal schepen in de vloot van Sea Shepherd. Kortom, Japan liet statistisch zien, hoe meer Sea Shepherd schepen, hoe minder walvissen er ‘wetenschappelijk’ konden worden gedood.
©PiepVandaag.nl Geert Vons, directeur Sea Shepherd Nederland