Inheemse volkeren worden sinds de uitbraak van de coronapandemie ernstiger bedreigd voor het beschermen van de natuur waarin zij leven. De regeringen van verschillende landen rond de Amazone breiden de mijnbouw en landbouw uit om de economische impact van COVID-19 te verminderen. Deze landroof brengt inheemse volkeren, natuur en dieren in gevaar.
Natuurbeschermers
Volgens de Wereldbank beschermen inheemse volkeren zo’n tachtig procent van de biodiversiteit van de wereld, terwijl ze maar zes procent van de wereldbevolking uitmaken. En nu staan de rechten en veiligheid van deze natuurbeschermers onder druk. Sinds de corona-uitbraak kampen de gemeenschappen met een golf van mensenrechtenschendingen. Regeringen in Brazilië, Colombia, Congo, Indonesië en Peru geven nu namelijk prioriteit aan mijn- en landbouw in hun economische herstelplannen. Daarvoor worden grote stukken bos gekapt voor nieuwe mijnen, infrastructuurprojecten en landbouwplantages. Grote bedrijven beloven snel economisch herstel, maar negeren hierbij de enorme schade aan de inheemse volkeren en de natuur die ze verwoesten.
Als inheemse gemeenschappen zich hiertegen verzetten, krijgen ze te maken met veel geweld. Dat concludeert de ngo Forest Peoples Program op basis van onderzoek gedaan in samenwerking met de Yale Law School en de School of Law aan de Middlesex University London. Een van de onderzoekers, Cathal Doyle:
“Onderzoek benadrukt het belang van bossen, onder andere om toekomstige pandemieën te voorkomen. Het is dus ironisch dat we als gevolg van een pandemie het pad van vernietiging lijken in te slaan.”
Mensenrechten
In de gebieden rond de Amazone is de bescherming voor inheemse gemeenschappen opzijgeschoven voor economisch gewin. Nu deze sociale en milieubescherming is weggevallen, is geweld tegen inheemse volkeren en ontbossing sterk toegenomen. De toegenomen bedreigingen hebben als doel inheemse bewoners van hun land te verdrijven voor de uitbreiding van de industrieën. De regeringen van deze landen schenden nationale en internationale milieuwetgeving en mensenrechten door niet in te grijpen bij landroof en bedreigingen en door landroof zelfs te faciliteren. James Silk, coauteur van het rapport van Forest Peoples Program:
“Inheemse gemeenschappen zien hun rechten en leefomgeving afgepakt worden.”
Al langere tijd hebben inheemse volkeren te maken met bedreigingen en geweld, maar sinds de uitbraak van COVID-19 is dit exponentieel toegenomen. Ook worden vertegenwoordigers van inheemse gemeenschappen vaker gearresteerd en strafrechtelijk vervolgd als ze opkomen voor de natuur die voor hen van vitaal belang is. Vanuit de overheid krijgen ze desinformatie of regelrechte leugens. Ze mogen ook niet meebeslissen over wat er op hun land gebeurt, terwijl dit recht vastgesteld staat in de wetgeving. De verwachting is dat de bedreigingen, landroof en verdere verwoesting van de natuur de komende jaren alleen maar zullen toenemen in de nasleep van de coronacrisis.
In de onderstaande video wordt de geschiedenis van ontbossing in het Amazonegebied uitgelegd.
Belang inheemse volkeren
Inheemse volkeren zijn afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen, die onlosmakelijk verbonden zijn met hun identiteit, cultuur, levensonderhoud en welzijn. De cultuur wordt van generatie op generatie doorgegeven, waardoor ze veel kennis en expertise hebben over hoe ze klimaat- en rampenrisico’s kunnen aanpakken en beperken. Keer op keer bewijzen onderzoeken dat de traditionele inheemse systemen voor land- en bosbeheer veel efficiënter en effectiever zijn dan conservatiebeleid van overheden.
De landroof en bedreigingen waar zij nu mee te maken hebben, brengen het culturele voortbestaan en de vitale kennissystemen in gevaar. En dat is slecht voor ons allemaal: de hele wereld is afhankelijk van hun kennissystemen omdat die de biodiversiteit en het milieu beschermen.
Bronnen:
© AnimalsToday.nl Sophie Jongma