Het kan niemand ontgaan zijn, het incident bij Safaripark Beekse Bergen. Waar Franse toeristen besloten tijdens hun safaritour uit de auto te stappen om zo dichter bij de jachtluipaarden (cheeta’s) te kunnen komen. Zeer waarschijnlijk om zo betere foto’s van de dieren te kunnen maken. Ze hadden een kind bij zich en dat creëerde een gevaarlijke situatie. Cheeta’s zijn de minst krachtige grote roofkatten en zullen niet snel een volwassen mens aanvallen. Maar een kind is bij uitstek prooi.
De eerste keer dat ik het filmpje zag, was ik verbaasd. Hoe bestaat het dat je, ondanks alle waarschuwingen niet uit je auto te stappen, dat toch doet. Dat je, met kind, uitstapt in gebied van roofdieren en kennelijk het gevaar hiervan niet ziet. Anderzijds ben ik door mijn eerdere werk als reisleidster vele male verrast door mensen. Toeristen die uit hun auto stappen in nationale parken om snel iets uit de auto te halen, om een sanitaire stop te doen of zelfs om te picknicken. Als je ze wijst op het gevaar van wilde dieren, wordt vaak aangegeven ‘ik zie ze niet dus ze zijn niet in de buurt’ of ‘ja maar die vallen mij echt niet aan’. Ik heb het meegemaakt dat mensen uit auto’s hangen of er zelfs uitstappen om betere foto’s van leeuwen te maken. Ze kijken naar de dieren voor zich en zijn zich er niet van bewust dat ze wel eens ingesloten zouden kunnen worden door dieren achter zich. Ik heb het allemaal gezien en me verwonderd. Wildlife is een Walt Disney-gevoel geworden.
Media-hype
Wat me meer verbaasde, en wat me eigenlijk ook gewoon overdonderde, was de massale media-aandacht voor het geval Beekse Bergen. Het was overal terug te zien; op het radio- en tv- journaal, bij Pauw, bij Nieuwsuur en bij Editie NL. Ook de buitenlandse pers stortte zich er massaal op zodat dit incident viral ging. Zelfs Tweede-Kamerleden buitelden over elkaar heen om er iets van te vinden. En uiteraard was de conclusie altijd dat de Franse toeristen wel heel dom waren.
Verdrietig
De massale media aandacht verwonderde me en maakte me tegelijkertijd ook meer dan verdrietig. SPOTS en met ons vele andere natuurbeschermingsorganisaties, schrijven regelmatig persberichten uit. Waarin aandacht wordt gevraagd voor dieren die uitsterven in het wild. Zo werden de cheeta’s uit Beekse Bergen wereldnieuws, maar is er iemand die weet dat er in het wild nog maar zo’n 7100 exemplaren leven? Die persberichten worden nooit opgepakt. Waar is de media als het gaat om reële vraagstukken?
Geen eerbied voor wilde (roof)dieren
Ik vermoed dat het de hype van de dag is. De een bericht erover dus kan de ander niet achterblijven. Daarnaast is dit simpel en behapbaar nieuws of dat wordt het gemaakt: dit zijn domme toeristen. Probleem opgelost. Jezelf uitspreken over de domheid van een ander, want uiteraard zouden wij dit soort dingen nooit doen. Wat ik totaal miste in de hele hype was de vraag; hoe komt het toch dat mensen dit soort dingen doen. We kunnen van alles vinden van deze Franse toeristen maar zoals gezegd, ik heb dit soort dingen vele malen gezien tijdens mijn reizen door Afrika. Hoe kan het toch dat wij, ondanks alle waarschuwingsborden EN gewoon gezond verstand, het gevaar niet zien. Hoe kan het dat wij uit auto’s stappen tussen wildlife of tijdens reizen de meest uitzinnige excursies maken met wildlife als centraal themapunt. Rijden op een olifant, zwemmen met haaien of dolfijnen, wandelen met leeuwen en op de foto met apen, tijgers en cheeta’s. Stuk voor stuk dieren die instinctief angst zouden moeten oproepen. Omdat het wilde dieren zijn die, door welke redenen dan ook, onverwacht gedrag kunnen vertonen. Waarbij wij het als mens altijd zullen afleggen. Om nog maar niet te spreken over het feit dat wilde dieren niet ingesteld zijn op dit soort contact. Voor ons is dit ‘leuk’ maar het gaat wel over de rug van het dier in kwestie.
Wilde dieren zijn niet knuffelbaar
In de hele mediahype was er 1 tv-programma dat dit incident in mijn ogen serieus belichtte. En dat was Nieuwsuur. Daar was Patrick van Veen te gast, gedragsbioloog en verbonden aan het Jane Goodall Instituut. Zijn stelling: ‘steeds meer mensen denken dat wilde dieren knuffelbaar zijn’. Hij wijt dit o.a. aan de selfiecultuur en uitingen die we zien in de media en social media. Aldus Patrick van Veen:
“mensen zien filmpjes waar mensen selfies maken van wilde dieren, waarbij mensen met dieren lopen en met wilde dieren knuffelen, dus het is een wereld geworden waar het een algemeen goed is geworden om met wilde dieren op de foto te gaan of er video’s van te maken. Het beeld dat ontstaat, is dat wilde dieren knuffelbaar zijn. Hierdoor zien mensen het gevaar niet meer”.
Het item uit Nieuwsuur is via deze link te zien.
De waanzin van de selfiecultuur
Dit is precies wat wij als SPOTS ook al heel lang roepen. Wij zetten ons al jaren af tegen de hele selfiecultuur. In ons geval de selfiecultuur rondom wilde katten. Deze dieren verschijnen regelmatig op foto’s op social media, maar ook in advertenties in tijdschriften en op tv. En altijd is dat een beeld van een ‘schattig’ dier terwijl het toch echt om roofdieren gaat. Onze lobby hiertoe is tweeledig. Allereerst zit achter de leuke selfies vaak een wereld van dierenleed die toeristen vaak niet zien. Omdat mensen zo graag een selfie willen maken met een roofkat, worden tijgers, leeuwen en cheeta’s massaal gefokt. In Zuid-Afrika leven er daardoor intussen driemaal zoveel gefokte leeuwen dan wilde leeuwen. En allemaal worden deze welpen jong weggerukt bij hun moeder om ze zo aan mensen te laten wennen. Zodat wij er leuke selfies van kunnen maken. Veel van deze dieren eindigen in de jacht, iets waar veel toeristen ongewis van zijn. Met verbazing hoor ik altijd de boze reacties van mensen als ze een jager zien met een gedode leeuw. Terwijl ze ‘cute’ schrijven onder een post van iemand met in zijn armen een leeuwenwelp. Het is diezelfde knuffelwelp die eindigt als trofee van de jager. Niemand die het ziet.
Knuffelillusie leidt tot illegale dierenhandel
Onze andere motivatie om zo tegen selfies te zijn, is dat het in onze ogen hele vreemde ideeën geeft. Het maakt wilde katten ‘knuffelbaar’. Het leidt er toe dat mensen geen gevaar meer zien en dus uitstappen tijdens een safari. Zelfs als het om een groep leeuwen gaat want dat zijn ‘grote poezen, niet anders als onze huiskat’. Dit soort waanbeelden leidt ook tot een levendige illegale handel van deze dieren. Zo worden cheetawelpen (alsook vele andere wilde dieren) op grote schaal illegaal uit het wild geroofd, omdat mensen ze als huisdier willen hebben. Het feit dat mensen denken dat wilde dieren leuke huisdieren zijn of niet gevaarlijk, wijten wij mede aan de vele uitingen in media en social media waarbij deze dieren als ‘cute’ worden geportretteerd.
Laten we weer normaal doen
Het is hoog tijd dat we weer ‘normaal’ gaan doen. Dat we de scheidslijn tussen wilde dieren en ons weer gaan respecteren. Dat we stoppen wildlife als Walt Disney-dieren te zien, dat we stoppen met die maffe, maar vooral egoïstische selfiecultuur die gaat om onze kick, maar die een wereld van ellende behelst voor de dieren in kwestie. Dit zouden we moeten doen uit liefde voor onszelf. Omdat ontmoetingen met wildlife ook heel fout kunnen aflopen. Maar vooral ook uit liefde voor de dieren.
Simone Eckhardt, Stichting SPOTS
©Animals Today
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
5 Comments
Comments are closed.
O, wat hoop ik dat dit artikel, al was het maar voor een deel, ook andere media zou bereiken!
Er bestaat zelfs een term voor dit fenomeen: de disneyficatie van de natuur. Zoals in de tekenfilms sprookjes van hun duistere kanten werden ontdaan en omgevormd tot plezier voor de hele familie, inclusief “family values”, werden (wilde) dieren vermenselijkt en schattig gemaakt. Zie bijvoorbeeld hoe de vrouwtjes, ongeacht soort, altijd extra lange wimpers en een gewelfde borstpartij hebben.
Ik vrees dat selfies voorlopig onuitroeibaar zijn, maar laten degenen die de camera vasthouden alsjeblieft wat minder zelfzuchtig zijn, de grenzen van een ander -mens of dier- respecteren en even nadenken voordat ze op die knop drukken.
En ja, “exotische” dieren zijn altijd speelgoed en pronkstuk geweest voor de rijken en machtigen der aarde, maar door de overvloed aan beelden die nu dankzij internet zichtbaar is (om nog maar te zwijgen over illegale handel), lijken ze toch een stuk bereikbaarder. Zeker als je bedenkt dat bezittingen van sterren voor velen nou eenmaal begerenswaardige statussymbolen zijn. Want helaas gaat het hierbij niet alleen om materieel als kleding, auto´s of huizen, maar ook om schoonheidsidealen en dieren.
Cheeta’s weten wel wat lekker is: een mals kind, nog onvervuild door medicatie, tabak en alcohol. Njummie!
Het wordt tijd dat mensen weer ‘gewone’ huisdieren gaan houden. Gisteren zat een jong stel met een jonge Fennek aan een tuigje op t terras bij een restaurant. Wat is er mis met een puppy vraag ik me dan af… Een Fennek hoort niet op schoot aan een tuigje. Ik vroeg me stilletjes af wanneer dit nu nog zo schattige diertje afgedankt gaat worden omdat hij misschien toch niet zo zindelijk is als wat de jongelui dachten. Of misschien sloopt hij meer in huis dan de bedoeling was. Arm diertje.
Dat mensen wilde (roof)dieren als huisdieren willen houden is niet iets van deze tijd, en ook niet de schuld van de (sociale) media. Ik kan me nog herinneren dat ik een schoolvriendinnetje had die 2 cheeta’s in een kooi in de tuin had, en in de dierenwinkel stond een kooi op de toonbank met 3 aapjes erin… Dat is gelukkig nu allemaal verboden, en mss is het wel juist daarom dat het houden van een wild dier zo aantrekkelijk is, verboden vruchten?!
Kan zijn dat het niet van deze tijd is. Maar social media is een hele grote factor geworden die er vroeger niet was. Hierdoor kunnen miljoenen mensen de ‘cute’ afbeeldingen zien. Met een levendige illegale handel als gevolg, in allerlei diersoorten. Ik denk niet dat het zo is dat mensen een wild dier willen hebben omdat het verboden is, wellicht sommigen maar ik denk dat de meeste mensen oprecht denken dat deze dieren schattig zijn EN houdbaar. En ik denk dat de social media/media hierin zeker een rol spelen.