Ingrid Claassen stuurde onderstaande brief aan PiepVandaag over een ezeltje dat een huifkarretje voorttrok en vast kwam te zitten, en daarna ternauwernood geholpen kon worden. Omdat Ingrid zich afvroeg of de verhuur van het ezeltje wel volgens de regels gebeurde nam ze contact op met de NVWA.
Onlangs zag ik bij ons in het bos een verhuurde ezel met huifkarretje, die in een penibele situatie terecht was gekomen. Aan het eind van het bospad staat een (relatief hoge) afsluitbalk. De begeleiders van de ezel met huifkar (de huurders) hadden die balk moeten openen om op de weg te komen. Helaas was de ezel onder de afsluitbalk doorgelopen, terwijl de huifkar daar uiteraard niet onderdoor paste. Eigenlijk paste het tuig van het ezeltje er ook niet onderdoor en had hij zich eronderdoor gewrongen. Terug ging niet, dan bleef zijn tuig hangen. De twee vrouwen die de ezel hadden gehuurd probeerden de ezel terug te duwen en de afsluitbalk iets omhoog te tillen. Hun kinderen stonden er huilend bij. Er was geen (verticale) beweging in de afsluitbalk te krijgen en de ezel, die al lang gemerkt had dat hij niet terug kon, trok steeds harder vooruit waardoor de huifkar tegen de afsluitbalk aan klapte. De vrouwen bleken desgevraagd geen enkele ervaring te hebben met ezels, en ook niet met paarden of andere soortgelijke dieren. Zij hadden de ezel gehuurd als een leuk uitje voor de kinderen. Het verhuurbedrijf was telefonisch niet bereikbaar.
Omdat we balk met zijn drieën ook niet in beweging kregen, vroegen we een passerende fietser om hulp. Tot mijn enorme verbazing stapte de man van zijn fiets en begon de ezel in zijn flank te schoppen. Totaal ongepast, want a) je gaat een dier niet schoppen en b) het was ook nog eens totaal zinloos omdat de ezel best achteruit wilde, maar dat niet kon omdat hij vast zat onder de balk. De balk was het probleem, de ezel niet. De man was op zijn beurt zeer verbaasd over mijn felle reactie op zijn actie, want ‘dat beest’ kwam zo toch in beweging. Toch wilde hij nog wel helpen om de balk iets te tillen waardoor de ezel zelf weer achteruit kon.
Sinds 5 juni 2014 mogen dierhouders hun dieren alleen onder de hoede stellen van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is. Letterlijk staat er in het Besluit houders van dieren, over het verzorgen van dieren:
Artikel 1.7. Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier:
a. wordt verzorgd door een persoon die beschikt over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden;
b. slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is;
Dat leek mij hier niet het geval en daarom heb ik een melding gedaan bij 144. De medewerker kende de betreffende wetgeving en heeft de melding doorgezet naar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Een medewerker van de NVWA belde mij echter de volgende dag dat ze niets met de melding kon doen, omdat de ezel er niet verwaarloosd uitzag, er voor het schoppen geen getuige was en de ezel verder niet werd mishandeld in de zin van de wet. Ik heb de medewerker uitgelegd dat mijn melding daar niet over ging, en haar gewezen op Artikel 1.7. Verzorgen van dieren waarin staat dat dierenhouders hun dieren alleen onder de hoede mogen stellen van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is. De medewerker kende dat artikel niet, maar zou alsnog een inspecteur naar het ezelbedrijf sturen.
Een maand later ontving ik een brief van de NVWA. De inspecteur had de ‘gemelde tekortkoming’ niet kunnen constateren: de verhuurder geeft vooraf een uitleg aan mensen die een ezel huren, en geeft bovendien ‘een schrijven mee betreffende het gebruik’, een gebruiksaanwijzing dus. Los van de denigrerende terminologie – een ezel is een levend wezen met een beleving, en geen ding dat je gebruikt – ben ik erg verbaasd over de manier waarop de wetgeving hier wordt toegepast in de praktijk.
Is het lezen van een gebruiksaanwijzing over een levend wezen werkelijk voldoende om ‘kennelijk tot de verzorging in staat te zijn en kennis en vaardigheden te hebben ontwikkelt’?
Overigens ben ik van mening dat dieren überhaupt niet verhuurd zouden moeten worden. Waar vermaak met wilde dieren gelukkig steeds meer wordt aangepakt in Nederland, is er nog veel te doen op het gebied van vermaak en commercieel gebruik van huisdieren en landbouwdieren. Maar laten we ervoor zorgen dat de wetgeving die er inmiddels wel is, in ieder geval goed wordt toegepast en handhavers in staat zijn om de wet ook daadwerkelijk te handhaven.
Dan zorgen we er als maatschappij voor dat dit soort onkundige begeleiding, waardoor deze ezel in zo’n benarde positie kwam, tot het verleden gaat behoren.
Ingrid Claassen
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
2 Comments
Comments are closed.
Mensen die zonder kennis van deze dieren een ezel of paard met een kar huren, denken ook echt dat de ezel of paard een apparaat is dat je kan besturen en net als een auto benzine nodig heeft, zo vul je dit apparaat met wat water of zelfs dat niet eens, want het apparaat was toch door de huurder wel gevult.
alle dieren moeten met respect behandeld worden , zeker de ezels het is geen gebruiks voorwerp , behandel deze dieren als je eigen kinderen.